Verband tussen insulineresistentie en duur en ernst depressie
1 reactieInsulineresistentie hangt samen met de duur en de ernst van depressies. Dit schrijven Kathleen Watson e.a. in een onderzoeksbrief die in JAMA Psychiatry is verschenen.
Het was al bekend dat insulineresistentie een risicofactor is voor een depressieve stoornis. De onderzoekers wilden weten of er ook een relatie is met bepaalde kenmerken daarvan. Zij putten voor hun onderzoek uit de Netherlands Study of Depression and Anxiety (Nesda), een longitudinale studie naar het beloop en de gevolgen van angst- en stemmingsstoornissen. Ze deelden 1269 deelnemers in drie groepen in: momenteel lijdend aan een depressie, depressie in remissie en deelnemers zonder depressie in de voorgeschiedenis.
Ze gingen na of er een relatie was tussen (kenmerken van) depressie en surrogaatmarkers van insulineresistentie. Die markers waren de Quicki (quantitative insulin sensitivity index) en de ratio tussen triglyceride en HDL. Voor beide zijn op basis van eerdere studies waardes bepaald die wijzen op insulineresistentie.
De deelnemers bij wie sprake was van insulineresistentie (op basis van de Quicki-waarde), waren gemiddeld ouder, minder hoog opgeleid, en hadden een hogere BMI. Na correctie voor onder meer leeftijd, geslacht, alcoholgebruik en opleiding, bleek er een relatie tussen insulineresistentie en het hebben van een depressieve stoornis, maar niet met het doorgemaakt hebben ervan.
Beide markers hingen samen met de ernst van de depressie, maar slechts één ervan met de duur. De markers hingen níet samen met ernst of duur van de depressies die inmiddels in remissie waren. Dergelijke kennis kan bijdragen aan het beter typeren van depressies en mogelijk daardoor ook aan meer op de persoon toegespitste behandeling.
lees ook
Siep de Groot
Huisarts, niet praktiserend, Eelderwolde
Niet alleen heeft insulineresistentie, maar ook vele andere lichamelijke aandoeningen invloed op depressie zoals testosteroninsufficientie, diabetes mellitus, restless legs, hyperthyreoidie.
Alvorens psychiaters aan de slag gaan met hun arsenaal aan... psychofarmaca is het van wezenlijk belang om patienten goed lichamelijk te onderzoeken. Of dit altijd nauwgezet gebeurt, waag ik te betwijfelen. Ik vermoed dat een aantal van hen al snel geplaatst wordt
op een bladzijde van DSM-5 bijbel, met bijbehorende medicatie.
Siep de Groot, huisarts niet praktiserend