‘Opleiding SEH-arts mag maximaal drie jaar duren’

De opleiding tot SEH-arts mag niet langer dan de huidige driejarige worden. Dat is een van de voorwaarden die demissionair VWS-minister Ernst Kuipers stelt aan een eventuele erkenning van spoedeisende geneeskunde als medisch specialisme.

Kuipers heeft in een brief aan de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en de Federatie Medisch Specialisten (FMS) verduidelijkt aan welke nadere voorwaarden moet worden voldaan wil hij erkenning overwegen. Erkenning mag namelijk niet leiden tot negatieve effectieven voor de zorg, aldus Kuipers. De demissionair minister maakt zich zorgen over hoe erkenning mogelijk bijdraagt aan toenemende collectieve zorguitgaven. Ook geeft hij aan rekening te willen houden met hoe de rol van de SEH-arts zich verhoudt tot alle medisch specialisten, binnen de toekomstige inrichting van acute zorg.

Driejarig

Vandaar dat hij voorwaarden stelt. Kuipers wil alleen voor een driejarige opleiding geld beschikbaar stellen, laat hij weten. Hij wil zo garanderen dat de SEH-arts een ‘generalistisch profiel’ houdt, en er ‘geen subspecialismen worden ontwikkeld’. Een van de wensen van de NVSHA was juist om na erkenning de nu driejarige opleiding uit te bouwen.

Open format

Verder mag erkenning er niet toe leiden dat er ‘in de toekomst nieuwe eisen of verplichtingen worden gesteld aan het profiel van de SEH-arts, de inrichting van een SEH en in het bijzonder met betrekking tot de aanwezigheid van specifieke medisch specialisten op een SEH’, aldus Kuipers. Daarbij verlangt Kuipers nadrukkelijk dat na erkenning het huidige ‘open format’ van SEH-afdelingen behouden blijft, waarbij ‘een breed scala aan medisch specialisten kan werken die als poortarts patiënten rechtstreeks, zonder tussenkomst van anderen in behandeling kunnen nemen’. Dat moet garanderen dat SEH-artsen op dezelfde manier met medisch specialisten blijven samenwerken als nu gebeurt.

Kuipers wil nu van de NVSHA en de FMS horen of ze zich hieraan houden en ‘geen initiatieven ontwikkelen die hiermee niet in overeenstemming zijn’, voordat hij een besluit neemt. NVSHA-voorzitter David Baden laat weten de brief nog te bestuderen. ‘We zijn als NVSHA blij dat er schot zit in het proces. Tegelijk is deze brief een nieuwe extra stap in een proces dat al enige tijd duurt.’