Mogelijk een lokale therapie zonder steroïden voor psoriasis op komst

De ernst van de psoriasis nam in twaalf weken meer af in de groep die eenmaal daags tapinarof-1%-crème op de aangedane huid smeerde dan in de placebogroep. Dat blijkt uit een publicatie van Mark Lebwohl en collega’s die onlangs in NEJM verscheen.

Tapinarofcrème is een ‘aryl hydrocarbon’-receptoragonist. Door binding aan deze receptor beïnvloedt het onder andere de expressie van interleukine-17 en de huidbarrière-eiwitten filaggrine en loricrine. Hiermee is dit experimentele middel bij de meest gebruikelijke vorm van psoriasis en atypische dermatitis mogelijk een alternatief voor lokale therapie met steroïden.

De auteurs beschrijven de resultaten van twee identieke gerandomiseerde (2:1), placebogecontroleerde fase-III-studies. Elk goed voor ruim vijfhonderd Amerikaanse en Canadese volwassenen patiënten met milde tot matig ernstige chronische psoriasis. De deelnemers moesten eenmaal daags een dunne laag crème smeren op de aangedane huid.

Na twaalf weken waren de aangedane plekken bijna of geheel verdwenen bij 35 tot 40 procent van de tapinarofgroep en bij zo’n 6 procent van de placebogroep. Het geheel of gedeeltelijk verdwijnen van de plaques werd weergegeven als een score van 0 tot 1 op de Physician’s Global Assessment (PGA) en een verbetering van ten minste twee punten vergeleken met de PGA-score op baseline. Bij aanvang van de studie scoorde zo’n 80 procent nog een 3 (matig ernstige psoriasis). De maximale score is 4 (ernstige psoriasis).

Daarnaast meldde de helft van de patiënten uit de tapinarofgroep en een kwart uit de placebogroep bijwerkingen, vooral folliculitis, contactdermatitis, hoofdpijn en jeuk. De studie-uitval was met bijna 1 op 5 in beide studies hoog. De auteurs vinden dat grotere studies met een langere follow-upduur nodig zijn om het experimentele middel met bestaande therapieën te vergelijken.