Kwart aiossen overweegt te stoppen met opleiding

Eén op de vier aiossen overweegt te stoppen met de opleiding, vanwege onvrede over werkdruk, begeleiding en werk-privébalans. Opvallend genoeg hebben aiossen en aniossen tijdens de eerste covidgolf meer positieve ervaringen rond arbeidsomstandigheden opgedaan.

Dat blijkt uit een periodieke enquête over gezond en veilig werken van belangenvereniging De Jonge Specialist (DJS). Daaraan deden 1419 aiossen en aniossen mee, gemiddeld 31 jaar oud en driekwart vrouw. Het aantal aiossen en aniossen dat burn-outklachten heeft, is afgenomen ten opzichte van de laatste DJS-enquête uit 2018. Toen gaf 19 procent aan met burn-outklachten te kampen, nu is dat 14 procent. Dat is lager dan het overall landelijke gemiddelde en het gemiddelde in de zorg.

Hoog

Ondanks die positieve ontwikkeling geven meer jonge artsen aan dat ze regelmatig of vaak overwegen te stoppen met de opleiding. Dat is nu een kwart, terwijl dat in 2018 nog een vijfde was.

‘Veel te hoog’, aldus DJS-voorzitter Kèren Zaccai. Daadwerkelijk gestopt is een half procent, dus enkele tientallen. ‘Nog steeds een substantiële hoeveelheid’, aldus Zaccai. Als redenen om te willen stoppen met de opleiding worden de arbeidsomstandigheden opgegeven, een issue waar DJS al jaren aandacht voor vraagt en waar de vereniging qua enquêteresultaten nu eigenlijk geen verbetering in ziet.

Enquête

In de enquête geeft namelijk ruim 80 procent van de a(n)iossen aan gemiddeld acht uur per week over te werken, het merendeel zonder compensatie in tijd of geld. Bijna de helft heeft het gevoel gehaast te moeten werken en zelden te kunnen pauzeren. Bij langdurige uitval van een collega wordt in 70 procent van de gevallen geen vervanger geregeld, aldus de a(n)iossen. Verder komen supervisors in 61 procent van de gevallen niet standaard als een a(n)ios om een medebeoordeling vraagt. Eén op de tien a(n)iossen zegt zich niet gesteund te voelen door de supervisor bij discussies over beleid en bijna een derde zegt zich niet gestimuleerd te voelen om deel te nemen aan dergelijke discussies.

Tendens

DJS-voorzitter Zaccai zegt dat DJS wel ‘een tendens ziet dat de eerste stappen tot verbetering op het gebied van cultuur en afspraken worden gezet’. Maar dat is volgens haar ‘nog niet voldoende geïntegreerd’ en ‘gebeurt misschien nog te kort’ om al echt een verschil te maken. ‘Dat moet dus meer worden opgepakt en gecontinueerd. We hopen bij de volgende enquête een betere trend te zien.’

Covid

Er is ook gevraagd naar de ervaringen tijdens de eerste covid-19-golf. In die periode hebben de a(n)iossen juist veel minder werkdruk ervaren, omdat er veel persoonlijke begeleiding werd aangeboden en er goede supervisie was. A(n)iossen hadden minder vaak te veel of te gehaast werk te doen. Wel is toen een vijfde van de a(n)iossen verplicht om op een andere afdeling te gaan werken. Ook geeft circa twee derde aan dat de kwaliteit van de opleiding negatief is beïnvloed tijdens en na de eerste covidpiek.

Lessen

Zaccai: ‘Door de afschaling van de reguliere zorg waren er toen meer poppetjes op de werkvloer beschikbaar. Ook het gevoel van saamhorigheid zal hebben bijgedragen. Er was aandacht voor ons welzijn, er werd actief naar gevraagd. Het was bespreekbaar om anders te worden ingezet, om over compensatie te praten. Daar moeten we aandacht voor blijven houden.’

Trots

Er komen ook positieve signalen uit de enquête: ruim 90 procent is tevreden met het gekozen specialisme, en ondanks alles geven a(n)iossen hun leven gemiddeld een 8. Ze scoren bovengemiddeld hoog op een bevlogenheidsschaal en zijn nog trotser dan in 2018 op hun werk.

DJS wil in ieder geval de achterban beter informeren over de cao en de Arbeidstijdenwet, omdat 40 procent van de jonge artsen zegt niet te weten of hun rooster daaraan voldoet. 40 procent van de a(n)iossen heeft behoefte aan meer begeleiding, en dan vooral in de vorm van coaching.