Echo in derde trimester bij laag risico niet nodig
Plaats een reactieRoutinematig echo’s maken in de derde trimester van laag-risicozwangerschappen levert geen vermindering van slechte perinatale uitkomsten op. Dit blijkt uit Nederlands onderzoek waarover Jens Henrichs e.a. in The BMJ schrijven.
Zestig Nederlandse verloskundigenpraktijken deden mee aan de studie waaraan ruim 13 duizend vrouwen met een laagrisicozwangerschap meededen. De studie liep een jaar, en na 3, 7 en 10 maanden begon telkens een derde deel van de praktijken met het aanbieden van twee echo’s in het derde trimester (bij 28-30 weken en bij 34-36 weken). Zij gebruikten allemaal hetzelfde protocol voor het detecteren van foetale groeivertraging en wat daar vervolgens mee te doen. De onderzoekers vergeleken vervolgens de interventie met standaardzorg op slechte perinatale uitkomsten. Dat ging om verschillende soorten uitkomsten bij elkaar opgeteld, waaronder een slechte apgarscore (<4), perinatale sterfte en necrotiserende enterocolitis. Iets meer dan de helft van de deelnemers werd in de interventiegroep ingedeeld.
In de interventiegroep werd dysmaturiteit (small for gestational age, SGA) vaker gedetecteerd dan in de standaardzorggroep (32 versus 19%). Er was geen significant verschil in het percentage slechte perinatale uitkomsten, ook niet na correctie voor verstorende factoren. Wel was er iets vaker sprake van inleiden, en juist wat minder vaak van bijstimuleren van de bevalling in de echogroep. Er was geen verschil in het aantal andere obstetrische interventies of maternale uitkomsten.
De auteurs concluderen dat er op dit moment geen goede reden is om ook vrouwen met een laagrisicozwangerschap standaard echo’s in het derde trimester aan te bieden. Zij vinden het wel nodig dat er betere methodes komen om foetale groeivertraging op te sporen.
BMJ, 2019. Doi: 10.1136/bmj.I5517
Lees ook- Er zijn nog geen reacties