Alternatieve diagnostische test na hoofdtrauma bij kinderen: eiwitbepaling in het bloed

Het aantal ziekenhuisopnames en CT-scans na licht traumatisch hersenletsel (LTH) bij kinderen kan verminderd worden door een eiwit in het bloed te bepalen dat vrijkomt uit hersencellen bij hersenletsel. Dit blijkt uit Frans onderzoek van Bouvier e.a. in JAMA Network Open.

2078 kinderen tot 16 jaar met klinische symptomen, zoals bewustzijnsverlies, veranderd gedrag of overgeven, bij een maximale score op de glasgowcomaschaal, werden binnen drie uur na het hoofdtrauma geïncludeerd. Zij werden verdeeld over een controlegroep, waarin de huidige richtlijnen werden gehandhaafd, en een interventiegroep, waarin op basis van bepaling van het S-100B-eiwit werd gehandeld.

Zes uur

Een positief resultaat van de S-100B-bepaling, uitgaande van leeftijdsspecifieke afkapwaarden, betekende verder volgen van de geldende richtlijnen. Een negatief resultaat betekende in theorie ontslag naar huis, maar gezien de onderzoeksfase van deze bepaling werden deze kinderen zes uur geobserveerd. In de interventiegroep werden kinderen significant minder vaak opgenomen ten opzichte van de controlegroep (41,6 versus 91,7%) en werd er een significante afname van CT-scans gevonden (4,1 versus 7,7%).

Keuze

Na een hoofdtrauma bij kinderen volgt vaak ofwel een ziekenhuisopname ofwel een CT-scan. In de huidige richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) uit 2011 wordt het S-100B-eiwit al genoemd als diagnostische optie, er was destijds echter onvoldoende bewijs voor. Deze reeds in Nederland beschikbare laboratoriumbepaling kan volgens Bouvier e.a. worden opgenomen in de richtlijnen om artsen te ondersteunen in de keuze tussen opname van een kind en het maken van een CT-scan na een hoofdtrauma.

Serum S100B Level in the Management of Pediatric Minor Head Trauma. A Randomized Clinical Trial