Team beslist over staken behandeling kind
Plaats een reactieAls een arts moet besluiten om een levensondersteunende behandeling van een kind te staken of niet opnieuw te beginnen, wordt dat vooraf altijd met collega’s besproken.
Dat concludeert orthopedagoog Mirjam de Vos in het proefschrift waarop zij vandaag promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. De Vos onderzocht hoe einde-van-leven-beslissingen tot stand komen bij kinderen tussen 0 en 16 jaar; zij deed dat onder meer door interviews met neonatologen en een enquête onder kinderartsen en andere betrokken kinderspecialisten.
Artsen – zo blijkt uit de enquête – bespreken een einde-van-het-leven-beslissing liefst eerst met collega’s voordat zij met de ouders gaan praten. In de helft van de gevallen informeren zij vervolgens de ouders over de voorgenomen beslissing, en vragen hun of zij daarmee kunnen instemmen. In een kwart van de gevallen worden de ouders alleen geïnformeerd. In de resterende gevallen geven de artsen advies aan de ouders, en laten zij de uiteindelijke beslissing aan hen.
Uit de interviews met neonatologen blijkt dat er soms (bij 18 van de 147 besproken gevallen) conflicten ontstaan tussen ouders en het medisch team. Meestal worden deze veroorzaakt door verschillen van inzicht over de neurologische prognose van het kind. Deze verschillen worden opgelost doordat de beslissing wordt uitgesteld en er zo tijd wordt ingeruimd voor extra overleg.
Een goed besluitvormingsproces vraagt om maatwerk, stelt De Vos. Zij vindt het belangrijk dat artsen dit maatwerk leren door middel van simulatieonderwijs en intervisie in hun dagelijkse praktijk.
Joost Visser
Lees ook:
- ‘Praten over het levenseinde moet gewoner worden’ (5 maart 2015)
- ‘Artsen moeten ook weten wanneer te stoppen’ (5 maart 2015)
- Worstelen met levensvatbaarheid (2 mei 2013)
![© iStock](/upload/f982d071-c502-482f-9270-63d5d319076f_image6542643053174930180.jpg)
- Er zijn nog geen reacties