‘Praten over het levenseinde moet gewoner worden’
1 reactieHet moet vanzelfsprekender worden om het levenseinde te aanvaarden en daarover te praten. De samenwerking van hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg in de laatste levensfase kan beter.
Dat zijn twee ‘interventies’ die ertoe kunnen leiden dat patiënten in de laatste levensfase passende zorg krijgen, dus zonder te veel op levensverlenging gerichte behandelingen en onnodige diagnostiek. Zij staan in het vandaag verschenen rapport ‘Niet alles wat kan, hoeft; passende zorg in de laatste levensfase’, geschreven door een brede stuurgroep van artsen, verpleegkundigen en patiënten, in 2013 ingesteld door de KNMG. Voorzitter is Gerrit van der Wal, voormalig inspecteur-generaal IGZ.
Op basis van literatuurstudie, eigen onderzoek en de uitkomsten van focusgroepen en hoorzittingen, formuleerde de stuurgroep 23 mechanismen die overbehandeling verklaren. Op macroniveau draagt een cultuur van ‘opgeven is geen optie’ bij aan overbehandeling; op mesoniveau speelt bij voorbeeld gebrek aan regie een rol, en het gegeven dat richtlijnen meer op ‘doen’ zijn gericht dan op ‘laten’. Voorbeelden van mechanismen op microniveau zijn gebrek aan communicatieve competenties en toenemende verschillen in culturele en levensbeschouwelijke achtergrond van patiënten.
Van elk mechanisme stelt de stuurgroep één of meer interventies voor die overbehandeling in de laatste levensfase kunnen terugdringen. De belangrijkste vijf zijn het ‘gewoner’ maken van het gesprek over het levenseinde, het verhelderen van wensen van patiënten, het verbeteren van de besluitvorming , het aanpassen van richtlijnen (naast ‘doen’ ook ‘laten’) en het wegnemen van ‘verkeerde’ prikkels in het zorgstelsel. De stuurgroep nodigt partijen uit ‘met deze interventies aan de slag te gaan’.
Joost Visser
In Medisch Contact van deze week praten Jan Lavrijsen, Jettie Bont en Petra van Pol, allen arts en lid van de KNMG-stuurgroep, over passende zorg in de laatste levensfase: Artsen moeten ook weten wanneer te stoppen.
Lees ook:
- Elke dag is er één, maar kwaliteit is voorwaarde (26 juni 2014)
- ‘Overbehandelen is goed vast te stellen’ (1 oktober 2013)
- Praten over levenseinde wordt verrichting (5 september 2013)
- ‘De arts staat in de behandelmodus’ (1 juni 2012)
- Niet behandelen is soms beter (2 maart 2012)
- Tussen helpen en zinloos handelen ( 20 januari 2012)
- Dossier Levenseinde
- Dossier Gepaste zorg
W.J. Duits
Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland
Op zich vind ik het een heel goed plan om bij hierbij stil te staan. Maar ligt het probleem niet veel breder? Is het niet kunnen praten over stoppen met behandeling een uiting van een veel te geringe betrokkenheid op de patiënt? Er zijn wel meer beha...ndelingen die niet nodig zijn, waarbij mensen niet direct komen te overlijden, ook daar is er sprake van overbehandeling.
Moeten we ons niet meer focussen op de algehele vorming als arts en momenten van bezinning inbouwen in onze hectiek van het dagelijkse werk. Laten we onze artseneed er nog eens op nalezen, daar staan heel inspirerende woorden in die het proces van het ons beperken in behandelen kunnen ondersteunen.
Het probleem van overbehandeling zit in communicatie maar ook in gebrek aan contemplatie.