Laatste nieuws
Sophie Broersen
1 minuut leestijd
Wetenschap

Statineslikkers eten steeds ongezonder

4 reacties

Amerikaanse statineslikkers zijn het afgelopen decennium steeds ongezonder gaan eten. Dit blijkt uit onderzoek van Takehiro Sugiyama e.a. dat in JAMA Intern Med verschijnt.

Zij enquêteerden een representatieve groep Amerikanen op meerdere momenten tussen 1999 en 2010. Het ging om bijna dertigduizend mensen. Ze vergeleken BMI en calorie- en vetinname tussen statineslikkers en mensen die deze pillen niet gebruiken. Bij aanvang aten de statinegebruikers significant minder vet en minder energierijk dan de controlegroep, zoals men zou verwachten. Het wordt immers aangeraden om minder vet te eten en op het gewicht te passen bij hypercholesterolemie. In de loop van de tijd gingen de statinegebruikers ongezonder eten en de niet-gebruikers juist gezonder. Op het laatst waren de zaken omgedraaid en kregen de statinegebruikers meer vet en calorieën binnen, hoewel het verschil niet significant was. De gemiddelde BMI nam onder de statinegebruikers (die bij aanvang al dikker waren) sneller toe dan bij de controlegroep.

De verklaring hiervoor is niet duidelijk. Cardiologe Rita Redberg (@RFRedberg) schreef een kort commentaar bij het artikel en merkt op dat veel van haar patiënten het gevoel hebben dat statines compenseren voor een ongezonde leefstijl. Teveel aandacht voor cholesterolspiegels – die puur en alleen door statines wel zullen dalen – leidt af van een veel belangrijker onderwerp zegt zij: gezond leven om hart- en vaatziekten te voorkomen.

Sophie Broersen

JAMA Intern Med. 2014.

Lees ook:

© Thinkstock
© Thinkstock
Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • C.M. Baarda

    arts voor offshore scheepvaart en sportduikers, GOES

    Het uiten van twijfels of het mogelijke verschil tussen de statine- en de niet statine-slikkers een echt verschil is, is terecht.
    Het gaat mij echter om de opmerking waarmee je ook voor de 2e keer eindigt, “niet significant is geen verschil”.
    Had er ...gestaan niet significant is geen bewijs, of nog beter, niet significant is onvoldoende bewijs, dan was er voor mij weinig reden om te reageren. Maar “niet significant is geen verschil” is een conclusie waar het bewijs volledig van ontbreekt.
    Dat is niet alleen theorie: Het gebeurd inderdaad dat een aanvankelijk gedacht verschil, later toch geen verschil bleek te zijn. Maar net zo goed het omgekeerde. De aanvankelijke vermoede verschillen tussen rokers en niet rokers waren niet significant. Reden toen voor de rookindustrie om te concluderen dat er geen bewijs was en vervolgens te suggereren dat er dus niets aan de hand was.

  • J.W. Plaisier

    Student geneeskunde, Groningen

    Dhr. Baarda heeft volkomen gelijk wanneer hij zegt dat bij een ‘niet-significant verschil’ slechts sprake is van een kans van meer dan 5% dat het verschil berust op toeval. Dat is inderdaad arbitrair; voor ander type onderzoek worden soms afwijkende ...normen gehanteerd (bijvoorbeeld 1%).

    In het voorbeeld van de studie (zie oorspronkelijk artikel) is de kans dat het verschil in calorie- en vetinname tussen de statinegebruikers en de controlegroep op toeval berust respectievelijk 31% en 32%. De betrouwbaarheidsintervallen overlappen voor een deel (w.b. calorie-inname: 2105-2280 vs. 2098-2179). Wanneer deze studie herhaald zou worden bestaat er dus een aanzienlijke kans dat een tegengesteld effect wordt gevonden. Bijvoorbeeld: na 10 jaar eten statinegebruikers nog stééds gezonder.

    Met relativering is de wetenschap niet geholpen. Ik blijf erbij: een niet-significant verschil ís geen verschil.

  • C.M. Baarda

    ex huisarts, ex verpleeghuisarts, keuringsarts voor offshore, GOES

    In mijn eerste studie jaar geneeskunde, lang geleden, leerde ik dat in de medische wetenschap een verschil significant genoemd mag worden, als de kans dat het verschil op toeval berust, kleiner is dan 5%.
    Met enige regelmaat hoorde ik in de jaren daa...rna collega’s de conclusie trekken, “het is niet significant, dus er is geen verschil”. Als het verschil niet significant is betekend dit slechts, dat de kans groter dan 5% is, dat het verschil op toeval berust. Omgekeerd houdt dat dus ook in dat er nog steeds tot 95% kans is, dat het verschil geen toeval is. Dat er al lang onduidelijkheid is over de betekenis van significant bewijst het artikel:
    "Onzekerheid over de betekenis van een significant verschil."
    Ned Tijdschr Geneeskd. 1983;127:679-83 Rümke, Chr.L.

    Goes 10-05-2014
    Casper Baarda

  • J.W. Plaisier

    Student geneeskunde, Groningen

    De auteurs van het artikel stellen dat in het laatste tijdvak van de studie (2009–2010) de calorie- en vetinname “insignificantly higher among statin users than nonusers" was. Broersen zegt hen hier dat na. Het kan zijn dat ik het begrip 'significant...ie' niet begrijp; vooralsnog houd ik het er echter op dat hier sprake is van een contradictio in terminis: een insignificant verschil ís geen verschil.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.