Overlevingskans bij hartstilstand iets groter met adrenaline
Plaats een reactieMensen die buiten het ziekenhuis een hartstilstand krijgen hebben iets meer kans op overleving als ze een adrenaline-injectie krijgen. Dat blijkt uit een pragmatische trial die deze week online is gepubliceerd door G.D. Perkins e.a. op de site van NEJM.
Twijfels over de effectiviteit en veiligheid van adrenaline zijn er al lang. Zo wees een observationele studie enige jaren geleden uit dat bij mensen die buiten het ziekenhuis een hartstilstand kregen een adrenaline-injectie de bloedcirculatie weliswaar drie keer zo vaak weer goed op gang bracht als bij mensen die gereanimeerd werden zonder adrenaline, en dat er na een maand in de eerste groep ook net iets meer mensen in leven waren, maar dat daarna de patiënten in die groep slechter af waren: ze liepen een verhoogd risico op ernstige neurologische schade. En rekening houdend met factoren als de leeftijd van de patiënten, of de tijd die het duurde voordat medische hulp ter plaatse was, bleken mensen die adrenaline hadden gekregen juist een relatief grotere sterftekans te hebben.
Om meer zekerheid te krijgen over het effect van adrenaline-injecties riep het International Liaison Committee on Resuscitation daarom op tot het uitvoeren van een pragmatische RCT. Die is nu afgerond. Ruim 8000 patiënten werden geïncludeerd. Ongeveer de helft van hen kreeg een adrenaline-injectie (gemiddelde dosis: 4,9 ± 2,5 mg); de andere helft een placebo-injectie (fysiologisch zout). Na dertig dagen waren 130 patiënten in de eerste en 94 patiënten in de tweede groep in leven; een significant verschil. De onderzoekers rekenen voor dat 112 patiënten met een hartstilstand behandeld moeten worden met adrenaline om één sterfgeval te voorkomen. In perspectief: voor cardiopulmonale resuscitatie door een omstander is dat getal vijftien, en voor vroegtijdige defibrillatie gaat het om vijf patiënten.
In lijn met eerdere bevindingen vonden Perkins e.a. qua neurologische schade geen significante verschillen tussen de overlevers in beide condities. In de adrenalinegroep waren er zelfs meer patiënten met ernstige neurologische beperkingen. De onderzoekers zijn niet de eersten die erop wijzen dat adrenaline weliswaar de macroscopische bloeddoorstroming in de hersenen verhoogt, maar op microvasculair niveau juist beperkt en aldus waarschijnlijk zenuwschade aanricht.
Twee commentatoren, Clifton Callaway en Michael Donnino, prijzen de kwaliteit van de trial: de data zijn robuust en met vertekenende factoren is op een degelijke wijze rekening gehouden. Wel merken ze op dat er geen aandacht is besteed aan de behandeling die patiënten in het ziekenhuis ten deel viel. Maar, erkennen ze, dat is ook moeilijk – zij het niet onmogelijk – te incorporeren in dergelijk onderzoek. Verder waarschuwen ze dat de bevindingen niet extrapoleerbaar zijn naar adrenalinetoediening binnen de muren van een ziekenhuis. Daar zijn hulpverleners immers sneller bij de patiënt (mediaan: 3 minuten) dan op straat (mediaan: 21 minuten).
A Randomized Trial of Epinephrine in Out-of-Hospital Cardiac Arrest
Editorial: Testing Epinephrine for Out-of-Hospital Cardiac Arrest
lees ook:- Er zijn nog geen reacties