Vasopressine nutteloos bij reanimatie
Plaats een reactieMensen die een hartstilstand krijgen en worden gereanimeerd met epinefrine en vasopressine, hebben geen betere prognose dan mensen die alleen epinefrine krijgen. Dat blijkt uit een gerandomiseerd prospectief onderzoek van Pierre-Yves Gueugniaud c.s. in verschillende Franse ziekenhuizen. Hun bevindingen verschenen op 3 juli in The New England Journal of Medicine.
In een aantal dierenstudies zorgde vasopressine voor onder meer verbeterde bloeddoorstroming, zuurstofafgifte en overleving. In klinische studies was dit effect niet aantoonbaar. Een subgroepanalyse liet zien dat de combinatie van vasopressine en epinefrine voor een hogere overleving zorgde.
Gueugniaud en collegas wezen 2894 patiënten die buiten het ziekenhuis een hartstilstand kregen, toe aan behandeling met 1 mg epinefrine en 40 IE vasopressine (1442) of aan behandeling met 1 mg epinefrine en fysiologisch zout (1452). Als de circulatie niet spontaan op gang kwam, werd dezelfde behandeling herhaald, zo nodig met extra epinefrine. Het primaire eindpunt was overleving tot aan de ziekenhuisopname. Secundaire eindpunten waren herstel van de circulatie, overleving tot aan ontslag, neurologisch herstel en eenjaarsoverleving.
Tussen de combinatie- en de epinefrinegroep is geen verschil in overleving tot aan het ziekenhuis (21%), herstel van de circulatie (29 versus 30%), overleving tot aan ontslag (2%), eenjaarsoverleving (1 versus 2%) en neurologisch herstel bij ontslag (38 versus 52%).
Het gebrek aan superioriteit van de combinatietherapie boven epinefrine laat zien dat de toevoeging van vasopressine bij reanimatie nutteloos is, aldus Gueugniaud. LM
N Engl J Med 2008; 359: 21-30
- Er zijn nog geen reacties