Niemand zit erom te springen
Plaats een reactieNachtdienst is meer dan een aaneenschakeling van spoedgevallen
Pizza’s, tosti’s en soep slepen de dokters door de nachtdienst. Maar een glas alcohol tijdens bereikbaarheidsdiensten kan al te veel zijn. Medisch Contact sprak vijf artsen over het werken in de nacht.
De telefoon rinkelt naast het bed, het hoofd is meteen helder. Klaar om onmiddellijk het huis te verlaten voor een snelle rit naar het ziekenhuis. De nachtdienst hoort bij het vak, maar niemand staat erom te springen. Het is lichamelijk zwaar. Toch zijn er ook leuke kanten. Esther de Vries, kinderarts in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch: ‘ ’s Nachts is het saamhorigheidsgevoel sterker. Het is heel speciaal om nieuwjaarsnacht vanuit het ziekenhuis naar het vuurwerk in de stad te kijken.’
Er heerst ’s nachts een speciale sfeer in het ziekenhuis, vindt ook Hein Korsten, chirurg en hoofd Spoedeisende Hulp in het Flevoziekenhuis in Almere. En dat wordt weer beaamd door aios neurologie Esther Verstraete (UMC Utrecht), aios chirurgie Marc van Det en aios interne geneeskunde Marjolein Lacor, beiden actief in Medisch Centrum Leeuwarden.
Snijwonden
Esther Verstraete houdt zich in de nachtdienst in UMC Utrecht meestal bezig met patiënten met hersenbloedingen, hoofdletsel of subarachnoïdale bloedingen - in dat laatste zijn de neurologen van het UMC gespecialiseerd. Verder maakt zij standaard deel uit van het traumateam dat uitrukt bij ernstige ongelukken.
Volgens kinderarts De Vries wordt het de laatste jaren ’s nachts steeds drukker: een spoedkeizersnee, een kind met hoge koorts en hersenvliesontsteking, een kind dat levenloos in bed ligt, allemaal voorbeelden van situaties waarvoor de kinderarts ’s nachts nodig is.
In de Friese hoofdstad zijn er in het weekend op de spoedeisende hulp (SEH) vooral veel patiënten die te veel alcohol hebben gedronken of partydrugs hebben gebruikt. Leeuwarden mag dan ver buiten de Randstad liggen, drank en drugs zijn er erg populair, weet aios Lacor. En haar collega Van Det merkt op dat ‘het leven er anders zou uitzien als we niet het hele weekend beschonken mensen zouden behandelen’.
Voor ongecompliceerde snijwonden wordt chirurg Hein Korsten niet uit zijn bed gebeld. Maar er zijn een aantal zaken die de anios niet aankunnen. Dan is acuut ingrijpen noodzakelijk en komt Korsten naar het ziekenhuis voor een nachtelijke operatie.
Moeilijker in slaap
Aios en anios draaien doorgaans de aanwezigheidsdiensten, de specialisten hebben bereikbaarheidsdienst en dragen de eindverantwoordelijkheid. Voor Korsten betekent het dat hij in een avond en een nacht gemiddeld twee keer naar het ziekenhuis moet, waarna een gewone werkdag volgt. Het went tot op zekere hoogte, vindt hij, maar met het klimmen van de jaren wordt het zwaarder. ‘Na zo’n dienst ben ik erg moe. Een oproep onderbreekt de nachtrust en ik kom daarna steeds moeilijker in slaap. Maar het hoort erbij, zonder klagen. Tijdens de opleiding zag je al artsen die de nachtdienst niet konden opbrengen. Dat betekende voor hen het einde ervan. Dat is nu nog steeds zo.’
Thuisfront
Zoveel ziekenhuizen, zoveel roosters. Sterker nog, binnen een ziekenhuis kan tussen afdelingen het rooster variëren: een nachtdienst op de drie nachten, elke zes weken drie weekenden dienst, één nacht op één nacht af, een stevig blok van zeven nachtdiensten achter elkaar gevolgd door een week vrij of een onregelmatig rooster dat elke week wisselt. Sommige specialisten in dienstverband profiteren nog van een oude regeling waarbij artsen van 55 jaar en ouder geen nachtdiensten meer hoeven te draaien. Gevolg is wel dat de overige teamleden vaker de klos zijn. De Jonge Orde verzamelt de dienstroosters van aios en controleert of ze voldoen aan de Arbeidstijdenwet.
Aios in Leeuwarden hebben na zeven nachtdiensten een volle week vrij. Van Det: ‘Het blijft vermoeiend. Na vier tot vijf nachten heb je het wel gehad.’ Zijn advies: ‘Gooi je ritme om en maak overdag geen afspraken. Lees na thuiskomst de krant en ga ’s ochtend slapen en ’s middags andere dingen doen.’
Het afstemmen met het thuisfront gaat de meeste artsen goed af, vaak omdat de partner ook nachtdiensten draait. Partners die geen nachtdienst draaien, slapen in een andere kamer of zijn eraan gewend dat de andere helft van het bed leeg is en dat de pieper kan afgaan.
‘Regel oppas voor je kinderen als je bereikbaarheidsdienst hebt en er geen partner is als achterwacht’, tipt De Vries. Toen haar twee kinderen nog klein waren, regelde de kinderarts dat er een oppas kwam logeren, zodat zij zonodig snel in het ziekenhuis kon zijn. ‘Als alleenstaande moeder heb ik veel moeten organiseren voor de opvang van mijn kinderen.’
Een gezamenlijke maaltijd loopt nogal eens in het honderd, is de ervaring van Korsten. Kinderopvang is in zijn geval geen probleem meer, want zijn kinderen wonen al zelfstandig. De chirurg merkt dat de mobiele telefoon het werk makkelijker heeft gemaakt. ‘Vroeger had ik al een probleem als ik even met de hond ging wandelen. De semafoon kon gaan, maar dan wist ik nog niet wat er aan de hand was. Met de mobiele telefoon ben ik overal bereikbaar en kan ik meteen overleggen.’
Intenser
Uit onderzoek van psycholoog Jelle Prins bleek dat overleg tussen aios en supervisors tijdens de nacht te wensen overlaat. Aios zijn vaak verantwoordelijk voor een heel beddenhuis. Lacor vindt dat juist uitdagend. ‘In de nacht is de samenwerking met andere specialismen intenser.’ Ook Van Det is goed te spreken over de samenwerking met supervisors; in Leeuwarden zijn een aantal standaardafspraken gemaakt.
Verstraete heeft ook geen klachten over het overleg met haar supervisors. Vaak moet zij ’s nachts een beroep doen op - soms drukbezette - specialisten. ‘Als ik er een moet bellen, zorg ik dat ik het verhaal goed op een rijtje heb en niet moet zoeken in allerlei papieren.’ Veel specialisten moeten na een bereikbaarheidsdienst nog een dag werken en daarom is het belangrijk dat ze niet voor niks komen.
Korsten constateert dat aios meer dan vroeger de ruimte nemen om een uurtje tot zichzelf te komen na een dramatische gebeurtenis. Ik ben nog opgeleid in een tijd dat je daar maar tegen moest kunnen.’ Korsten vindt die rust een prima zaak. ‘Het is een goede gewoonte de casus een paar weken naderhand collectief te bespreken.’
Schipperen
Gelukkig is de nacht meer dan een aaneenschakeling van spoedgevallen. Aios chirurgie Van Det is in de nachtdienst verantwoordelijk voor de spoedeisende hulp en het heelkundedeel van het beddenhuis. Aios interne geneeskunde Lacor is verantwoordelijk voor het interne-deel van het beddenhuis. Dat is soms schipperen, zegt Lacor. ‘Een goede verpleegkundige helpt mij bij de inschatting waar mijn hulp op dat moment het meeste nodig is. En bij grote drukte kun je de baas vragen om te komen helpen.’
Van Det maakt in een verloren uurtje een ronde langs de chirurgische patiënten. ‘Er liggen op elke afdeling wel twee tot drie patiënten die van een zware operatie herstellen. Sommigen bloeden na of plassen heel weinig. Als je ze ’s nachts behandelt, heb je ’s ochtends minder problemen. Verder is het goed even een praatje te maken, ook met de verpleegkundigen die even koffie zitten te drinken. Zij waarderen dat, want zij twijfelen er soms aan of het nodig is te bellen over een patiënt.’
Aios neurologie Verstraete bezoekt tussen de werkzaamheden op de SEH door de minder stabiele patiënten op de verpleegafdeling die bij de overdracht zijn genoemd of bekijkt de uitslagen van een late labcontrole. Eerder in haar opleiding heeft ze ook wel nachtdiensten gedraaid op de afdeling Neurochirurgie. Dat was rustiger, aldus Verstraete. ‘Op die afdeling kon je soms nog wat lezen of e-mailen. Bij neurologie kun je maar beter niets plannen, want daar komt meestal niets van terecht.’
Rust overdag
De mens is ’s nachts minder scherp. Artsen houden daarmee rekening en nemen overdag rust. Als chirurg in opleiding Van Det nachtdienst heeft, kan hij goed wakker blijven. ‘Tijdens een operatie ben je zo geconcerteerd, je valt niet zomaar weg.’ Een kop koffie of een kop soep helpen hem om helder te blijven. Verstraete zorgt ervoor dat ze voldoende geld bij zich heeft voor de automaten. ‘Er is niets zo vervelend als ’s nachts rondlopen met een lege maag.’
Daarnaast draagt ze kleding en schoenen die ze makkelijk weer aantrekt na een uurtje slapen. Patiëntgegevens, pen en telefoon liggen direct naast het bed. Lacor trekt alleen haar witte jas uit en houdt haar kleren aan als zij op bed gaat liggen. ‘Ik heb het reanimatiesein op zak en dan moet ik onmiddellijk aan de slag kunnen.’
Verstraete zoekt ’s nachts liever collega’s op dan dat ze in haar eentje in een kamertje gaat zitten. ‘Tijdens de nachtdienst heb ik de gezelligste gesprekken met collega’s. Er heerst een gevoel van saamhorigheid.’ Van Det probeert de kans op fouten te verkleinen door te zorgen voor een goede overdracht van patiënten.
En ten slotte: het is na een zware nachtdienst verstandig om niet met de auto naar huis te rijden. Verstraete: ‘De reactietijd is verminderd, een gemiddelde alcoholist rijdt beter. Ik heb wel eens moeten rijden, maar dat was goed opletten geblazen.’
Heleen Croonen
- Er zijn nog geen reacties