Laatste nieuws
1 minuut leestijd
Wetenschap

Liever geen keizersnede

Plaats een reactie

Bij een stagnerende bevalling kan een arts kiezen uit twee behandelopties: een vaginale kunstverlossing (met verlostang of vacuümextractor) óf een abdominale kunstverlossing (keizersnede). Beide ingrepen brengen risico’s voor moeder en kind mee. Uit een vergelijkende studie die werd gepubliceerd in The Lancet van 13 oktober, blijkt dat de vaginale kunstverlossing meestal de voorkeur krijgt.


Gyneacologen van het St. Michael’s Hospital in Bristol onderzochten 393 kunstverlossingen en keken daarbij naar het optreden van bloedingen bij de moeder en naar eventuele verwondingen bij het kind. Van de 393 bevallingen vonden er 209 per keizersnede plaats. De overige 184 waren vaginale kunstverlossingen, waarvan 58 met de verlostang, 67 met een vacuümextractor en 59 met beide instrumenten.


Uit analyse van de gegevens bleek dat vrouwen die een keizersnede kregen, een bijna drie keer groter risico op een ernstige bloeding hadden dan vrouwen bij wie een tang- of vacuümverlossing plaatsvond. Baby’s die via een


keizersnede ter wereld kwamen, belandden bovendien twee keer vaker op de Intensive Care. Daar staat tegenover dat baby’s die met de tang of met de vacuümextractor werden gehaald, twee keer zo vaak bloeduitstortingen of andere (lichte) verwondingen hadden. Overigens bleek niet alleen de wijze van bevallen van invloed. De kans op een ernstige bloeding bij de moeder werd gehalveerd als de bevalling werd begeleid door een ervaren arts. << RC

Wetenschap bevalling
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.