Laatste nieuws
Jur Kingma
5 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

Langer doorwerken

Plaats een reactie

Op de barricaden voor een beter seniorenbeleid



VUT en prepensioen staan ter discussie. Beleid om ouderen op een acceptabele manier aan het werk te houden ontbreekt echter, ook in de gezondheidszorg. Te hopen is dat de door de LHV uitgevoerde inventarisatie van seniorenproblemen vruchten zal afwerpen.


De samenleving vindt dat ouderen de kans moeten krijgen om in het arbeidsproces actief te blijven. Het kabinet maakt het op termijn onaantrekkelijk om voor de 65ste verjaardag het werk te verlaten. Een samenhangend beleid om ouderen de kans te geven op een acceptabele manier aan het werk te blijven ontbreekt echter. De gezondheidszorg is hierop geen uitzondering. Bij ongewijzigd beleid stromen er binnen zeven jaar tweeduizend huisartsen uit het vak. Dit zijn solisten die grotendeels door parttimers zullen worden vervangen. Het maatschappelijk belang om deze uitstroom te vertragen, is dus groot.


Praktische oplossingen om senioren voor de gezondheidszorg te behouden zijn er, op een enkele uitzondering na, niet (zie ook NieuwsReflex). Alleen de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) heeft een ouderenparagraaf in zijn beleid en de VVAA heeft een aangepast maatschapscontract voor oudere specialisten ontworpen.


Bij ouderen neemt de lichamelijke vitaliteit af. Maar zij hebben andere eigenschappen die voor de gezondheidszorg van belang zijn, zoals ervaring en distantie.

Geen alternatief


De verschuiving van de avond-, nacht- en weekenddiensten van waarneming door de huisartsengroep (hagro) naar grootschalige doktersposten bracht mij ertoe mij te bezinnen op de plaats van de senioren in de gezondheidszorg.


Door onaanvaardbare groepsdruk is een aantal huisartsen tegen hun zin naar de doktersposten gedreven. Een alternatief was er niet. De enige mogelijkheid was dienst te doen als eenling; 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Elke discussie werd in de kiem gesmoord met de opmerking dat dit nieuwe dienstensysteem toch immers veel beter voor je was dan het ‘oude systeem’.


Mij werd te kennen gegeven dat ik dankbaar moest zijn dat ik minder dienst behoefde te doen. Een van de meest gehate vragen in de huisartsgeneeskunde is: ‘Wat vindt u er zelf van?’ Mij werd die vraag niet gesteld. Zo is de cultuur in huisartsenland niet meer.


Ik kan mij heel goed voorstellen dat in een stedelijke omgeving huisartsen het werken op een dokterspost als een bevrijding ervaren. Op het platteland zijn evenwel heel andere factoren van belang in de huisartsenzorg.


Overigens vind ik het werken op de huisartsenpost een ander soort huisartsgeneeskunde dan het vak dat ik al meer een kwart eeuw beoefen. Ik vind dat de dienstverlening aan de bevolking aanzienlijk is teruggelopen en het gebrek aan fatsoenlijke informatievoorziening op de doktersposten over de voorgeschiedenis van de patiënt acht ik ver beneden een acceptabele kwaliteit van gezondheidszorg.


Behalve deze gedwongen veranderingen in het werk speelt ook het feit dat er geen mogelijkheid bestaat om oudere, zelfstandig gevestigde zorgverleners een andere rol in het zorgproces te laten spelen.

Gedwongen subsidie


Bij de introductie van doktersposten ontbrak de wil om een uitzondering te maken voor de senioren onder de huisartsen. Alleen Amsterdam en Deventer maakten een exceptie voor oudere huisartsen. Het gebrek aan coördinatie door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) bij de oprichting van de doktersposten was eveneens fnuikend voor een deugdelijk seniorenbeleid.


Het ontbreken van een uitzonderingspositie voor senioren had voor mij de consequentie dat ik waarnemers moest inhuren voor het werk op de dokterspost. Bij de start van de doktersposten werd het tarief voor huisartsenhulp verlaagd met de component onregelmatige diensten. Het werk op de post wordt nu betaald door de huisartsenpost met ongeveer euro 45,- per uur. Ik moet waarnemers inhuren voor mijn werk op de dokterspost. Die waarnemers kosten ten minste euro 20 per uur meer. Op jaarbasis resulteert dit in meerkosten van rond euro 4500,- per jaar, die ik uit privé-inkomsten moet bijpassen. Ik word dus gedwongen de gezondheidszorg met dit bedrag te subsidiëren.

Heft in eigen hand


Mijn voorstel aan de LHV om een werkgroep Seniorenbeleid op te richten, werd begin 2002 vriendelijk van tafel geveegd. Ik heb in 2003 eenzelfde voorstel gedaan aan de KNMG. Mijn brief is na vier maanden nog niet beantwoord.


Er restte mij niets anders dan het heft in eigen hand te nemen. Ik ben gaan procederen tegen zorgverzekeraar Centraal Ziekenfonds, de dominante zorgverzekeraar in onze regio. Ik heb een klacht ingediend tegen de weigering van het Centraal Ziekenfonds om te onderhandelen over een seniorenbeleid. Dat beleid moest naar mijn opvatting vorm krijgen door een individuele zorgovereenkomst te sluiten tussen de zorgverzekeraar en de huisarts voor zorg


tijdens kantooruren.


Ik wilde geen individuele zorgovereenkomst afsluiten voor de avond-, nacht en weekenddienst. Door de komst van de doktersposten bestaan er twee verschillende vormen van huisartsenzorg: de reguliere zorg tijdens kantooruren en de avond-, nacht- en weekendzorg. Deze twee vormen van huisartsenzorg zijn juridisch en inhoudelijk verschillend van vorm.


Omdat de zorgverzekeraar Centraal Ziekenfonds hierover weigerde te onderhandelen, en zelfs mijn brieven gedurende een jaar niet beantwoordde, heb ik een klacht wegens economisch machtsmisbruik ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Mijn overwegingen waren onder andere dat er geen medische dienstplicht bestaat en dat er vrijheid van contracteren is tussen zorgverleners en zorgverzekeraar. De maximumprijs staat weliswaar vast, maar de inhoud van het zorgproduct zeker niet. Bovendien hebben de zorgverzekeraars door de introductie van de nominale premie en het aanwenden van allerlei fondsen, zoals de gelden van de voormalige vrijwillige ziekenfondsverzekering, de mogelijkheid om creatief zorginnovatie te ontwikkelen.


Tweemaal werd mijn klacht niet ontvankelijk verklaard, onder andere wegens het geringe economische belang van mijn probleem. Een groot aantal stukken over mijn ervaringen met de NMa vindt u op:

http://devrijehuisarts.org/asp/Kingma-NMa190603.asp

.


Ik heb inmiddels beroep aangetekend bij de bestuursrechter van de Rechtbank van Rotterdam.

gezamenlijke strijd


Om in de toekomst sterker te staan, wil ik proberen de krachten van de (toekomstige) senioren onder de huisartsen te bundelen. Gezamenlijke behartiging van belangen in de gezondheidszorg helpt. Vrouwelijke huisartsen slaagden er zo


in het zwangerschapsverlof te laten opnemen in de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Partners van huisartsen en anderen slaagden erin om de man-vrouwmaatschap in de gezondheidszorg erkend te krijgen.


Grotestadsartsen vormden een lobby om extra gelden te ontvangen voor het werken in achterstandswijken en apotheekhoudende huisartsen waren eveneens succesvol in hun gezamenlijke strijd.


Ook voor senioren kunnen gebundelde krachten effecten opleveren. Het gaat namelijk niet alleen om diensten maar ook om bijvoorbeeld deeltijd- en prepensioen, vergrijzingsdagen en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Misverstanden moeten uit de weg worden geruimd. Zo hoeft vrijstelling van senioren van dienst niet te betekenen dat andere huisartsen meer avond-,  nacht- en weekenddiensten voor hun rekening moeten nemen. Het is een kwestie van een andere organisatie van de zorg buiten kantooruren. De meerkosten voor vrijstelling van senioren voor avond-, nacht- en weekenddienst vallen aanzienlijk lager uit dan in de zorgburelen is becijferd. Als de senioren zichzelf geen stem geven, worden ze niet gehoord.

Grijze macht


De LHV heeft inmiddels het probleem van de senioren erkend. Begin oktober 2003 vindt een brainstormbijeenkomst plaats om de problemen van de senioren te inventariseren. Ik hoop dat dit het begin zal zijn van een deugdelijk seniorenbeleid voor huisartsen.


Het is verder aan de beroepsgroep of zij dit wil zien als een onderdeel van een loopbaancyclus voor huisartsen. De loopbaancyclus die mijn generatie na de vestiging voor ogen stond, is voor de meeste generatiegenoten, door allerlei ontwikkelingen in de zorg, anders uitgepakt. Waarschijnlijk speelt deze kwestie ook bij andere vrijgevestigde zorgverleners.


Misschien komt er een vergelijkbare ontwikkeling voor vrijgevestigde senior-zorgverleners, zoals specialisten, verloskundigen, fysiotherapeuten. Dan kan het komen tot een bundeling van belangen van vrijgevestigde senior-zorgverleners. Mogelijk wordt het dan een van de eerste effectieve vormen van grijze macht in onze samenleving.

J. Kingma,
huisarts te Uden

Correspondentieadres:J. Kingma, Postbus 406, 5400 AK Uden. E-mail: j.kingma.uden@wxs.nl

SAMENVATTING


l Senioren moeten van de overheid langer in het arbeidsproces participeren.


l Een visie of een samenhangend beleid om dit mogelijk te maken ontbreekt. De gezondheidszorg vormt hierop geen uitzondering.


l Senioren in de gezondheidszorg zouden zich moeten verenigen om faciliteiten af te dwingen voor de


senioren die willen of moeten blijven werken in de gezondheidszorg.


MC-artikelen::

NMa onderzoekt klacht huisarts Kingma over CZ niet


CZ bespreekt seniorenbeleid huisarts na druk NMa


Huisartsen IJmond ontvangen 60 euro, bericht website


Geen nachtdienst meer voor oude Twentse huisartsen

huisartsgeneeskunde ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.