LAD-voorzitter:Tel’ns6A’s

Op het moment dat deze eerste letters op mijn beeldscherm verschijnen, is het 9 mei 2007. Gisteren begon de LAD aan haar 60ste levensjaar. Een mooi moment, middenin het voorjaar en het CAO-hoogseizoen, te midden van de discussie over de omvang van de belangenbehartiging door de LAD. Maar verder niet zo bijzonder of buitengewoon. Het lijkt zowaar slechts een moment op de kalender. Toch wordt steeds duidelijker dat wij op een kruispunt staan.

Als de artsen-werknemersorganisatie binnen de federatieve KNMG draagt de LAD graag zo veel mogelijk (bouw)stenen bij aan het onderhoud van de positie van onze beroepsgroep, en liefst de versterking daarvan. Dat arbeidsomstandigheden, arbeidstijden, arbeidsverhoudingen, arbeidssatisfactie én arbeidsvoorwaarden daarbij hand in hand gaan, is wel duidelijk. Deze vijf A’s van de LAD zijn van het allergrootste belang voor de inbedding van ons vak, de kwaliteit van ons handelen en het rendement van onze zorg. Het is heilloos daar schotten tussen te (willen) plaatsen. Mij lukt het in elk geval niet die zaken los te koppelen, ook al is in de loop mijner jaren wel geprobeerd daar afstand tussen te creëren - tot en met de dag van vandaag.

Hapert de doelstelling van de LAD op dit vlak? Is de samenhang tussen ons takenpakket en het oogmerk daarvan wel voldoende duidelijk? Zijn er misschien nog andere, betere manieren denkbaar om de belangen van het toenemend aantal artsen in dienstverband te behartigen? Welke lessen zijn te trekken uit de taakverdieping van collega-werknemersorganisaties?

Als ik recente verhalen lees over medische missers, burn-out en zo meer, denk ik daarbij eerder aan één of meer A’s, dan aan het zoveelste vervolgonderzoek of beleidsrapportage. Konden tonnen papier ons beter maken, dan waren we nu supergezond. De onderzoeken die de KNMG in opdracht van de LAD deed naar de verantwoordelijkheidsverdeling tussen medisch specialisten, huisartsen en physician assistants en naar het carrièreperspectief van managementfuncties voor medisch specialisten, krijgen pas echt betekenis als we er in ons overleg met ziekenhuizen, overheid en anderen concreet afspraken over kunnen maken.

Omdat medisch specialisten, artsen in opleiding en anios een steeds groter deel van onze achterban uitmaken, is het niet verbazingwekkend dat de aandacht hiervoor bij ons, bij vrienden en bij de vox clamantis navenant toeneemt en wordt onderstreept. Langzamerhand onderweg naar 12.000 leden zal dat niet afnemen. 

‘Voor ons huis en voor dit thuis zullen wij het fundament dus moeten verstevigen en onze aandachtsgebieden gaan verdiepen.’ Als deze passage u bekend voorkomt, heeft u mijn vorige column in Medisch Contact gelezen (MC 13/2007: 567).

Onze statuten bepalen de regels voor ons handelen en verbinden de actieradius daarvan. Dus zullen we overgaan tot het formeel goed opschrijven van het waarom, het wat en het hoe voor de buitengewoon toekomstgerichte artsenorganisatie die LAD heet. Met welk doel? Om kwalitatief verantwoorde zorgverlening door artsen te bevorderen. Om de inhoud van ons vak te verbeteren. Door initiatieven te nemen of te ondersteunen. Projecten te stimuleren. Samenwerking met en tussen artsen en hun organisaties te entameren. Door beroepsinhoud en arbeidsvoorwaarden niet te scheiden, maar te moderniseren. De trajecten op CAO-niveau met afspraken over werkdruk en werklast, over kwaliteitscriteria en prestatie-indicatoren zijn legio.

Niet alleen zeggen dat de werkdruk minder en de veiligheid hoger moet, maar ook meedenken over en verantwoordelijkheid dragen voor de totstandkoming ervan.

Ook bestuurlijk erkennen wij de noodzaak om de veranderende praktijk in de structuur van de vereniging te laten doorklinken. We zullen onze Ledenvergadering dus voorstellen om de statuten te actualiseren. Je wordt maar één keer 59, en 60. Dat wij onszelf nog altijd vragen durven stellen, benieuwd zijn naar de antwoorden, gestimuleerd raken bij kritiek of tegenwind én onze A’s blijven tellen, vind ik een teken van krachtige vitaliteit. De zesde A is die van aspiraties.

Evert Bais, voorzitter LAD