Laatste nieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG - Structuren en procedures: geen doel maar middel

Plaats een reactie

Een structuur of een procedure heeft nog nooit een patiënt beter gemaakt, dat doen mensen



Wanneer je een schip wilt bouwen,


breng dan geen mensen bijeen om hout aan te slepen,


werktekeningen te maken,


coördinatie te regelen en planningen te maken.


Maar leer de mensen te verlangen naar de eindeloze zee.

 A. de Saint-Exupéry


Artsen zijn vanuit hun passie voor mensen aan hun opleiding begonnen. Ze hebben met het gevoel goed te willen doen de vaak lange weg naar een specialisme doorlopen. Maar de verregaande specialisatie van het artsenvak brengt met zich mee dat de dagelijkse praktijk van een arts zich steeds vaker afspeelt in een klein domein. Dit in hokjes opdelen van de zorg gaat tevens gepaard met steeds meer regels, richtlijnen en protocollen, en het (moeten) volgen van de gemiddelde norm. Oorspronkelijke waarden, zoals individuele aandacht, het samen zoeken naar de beste behandeling en je echt verbinden met je patiënt, raken steeds meer in de knel.



Een verloren strijd? Nee, ik denk van niet. In de KNMG-districten heb ik de afgelopen jaren een groeiende groep artsen leren kennen die dit onderkennen en er iets aan willen doen. Wat doen ze dan? Roepen ze collega’s op om zich aan regels, protocollen en richtlijnen te onttrekken?


Nee, natuurlijk niet. Het volgen van richtlijnen en protocollen en andere regels verbetert de patiëntenzorg. Het verbetert de trans­parantie, maakt verantwoordelijkheden duidelijk, zorgt voor  reproduceerbaarheid en vergroot daarmee de kwaliteit van de zorg die door artsen wordt geleverd.



Allemaal waar en zonder twijfel niet meer weg te denken. Maar hoe belangrijk domeinen, regels, protocollen en richtlijnen ook zijn; het ordenen van de zorg op deze manier is en blijft een middel en geen doel op zich. Want het gaat te ver om te stellen dat met het leveren van een goed zorgproduct ook altijd goede zorg wordt geleverd. Vooraf aan de vraag ‘doen we de dingen goed?’ gaat de vraag ‘doen we de goede dingen?’. Daarom is het van groot belang dat artsen van zich laten horen als structuren, regels en procedures gaan wringen en hen beknotten in hun werk en persoonsgerichte zorg aan patiënten. Door hun gedrag te toetsen aan de vraag ‘Doe ik de goede dingen?’ en niet alleen aan de vraag ‘Doe ik de dingen goed?’, kan de balans tussen de behoefte aan ordening en de behoefte aan persoonsgerichte zorg weer worden hersteld.


Een kwestie van durven en doen.



En artsen hoeven het niet alleen te doen. Onder het motto ‘Dicht bij huis, voor alle artsen’ proberen de KNMG-districten collega’s die boven structuren en proce­dures uit willen stijgen, te faciliteren. De middelen zijn beperkt, de ambities bescheiden, maar de wil is er zeker.


Met name wanneer het gaat om vraagstukken die de grenzen van het eigen domein te buiten gaan. Vraagstukken waar een arts alleen maar samen met collega’s en andere hulpverleners iets aan kan doen.



Een voorbeeld. Meerdere districten zijn actief met de zorgketen rondom kinder­mishandeling. Onder de vlag van District Midden-Brabant vond vorig jaar een eerste congres plaats. Hoe komt het dat het aantal meldingen zo ver achterblijft bij het aantal gevallen van kindermishandeling? Is men te weinig getraind in het herkennen van signalen van mishandeling? Neemt men hiervoor te weinig tijd? ‘Bij het overlijden van een patiëntje wordt die tijd wel genomen’, meldde een van de aanwezige artsen. ‘Het nemen van die tijd is een kwestie van durven en doen’, was de reactie van een collega. Durven vanuit het gevoel dat dit nu in dit geval nodig is, en doen in overleg met collega’s en andere betrokkenen die je deze extra, niet geplande, tijd moeten gunnen én geven.



Deze insteek sprak aan, want 450 leerkrachten, politieagenten, kinderleidsters, juristen, thuiszorgmedewerkers, welzijnwerkers en artsen namen aan het congres deel. De hele keten was aanwezig.


Een compleet ander voorbeeld is het niet onomstreden FUSION-congres van District Rotterdam waar, gedreven door nieuwe ontwikkelingen op het terrein van genomics en proteonomics en ‘personalized medicine’, de grenzen tussen reguliere en complementaire geneeskunde werden verkend. Een dialoog tussen meer dan 350 deelnemers, waarvan eenderde puur regulier werkende artsen, eenderde regulier én complementair werkende artsen en eenderde alleen complementair werkende artsen.



De vraag ‘doen we wel de goede dingen?’ stond centraal in zowel Midden-Brabant als in Rotterdam. Een pasklaar antwoord of verandering in gedrag leveren dergelijke initiatieven natuurlijk niet op; dat hoeft ook niet. De vraag is gesteld en de dialoog is er. Een kwestie van durven en doen. 

Meer info:

www.knmg.nl/districten

.



Marc Roosenboom, coördinator districtenbeleid



Correspondentieadres:

m.roosenboom@fed.knmg.nl

 

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.