KNMG: Artsenorganisaties steunen kabinetsbeleid rookvrije horeca

Het kabinet heeft kort na zijn aantreden maatregelen genomen om te komen tot een rookvrije horeca. Dit beleid werd reeds lang, ook door artsenorganisaties, bepleit. Sinds de invoering van deze wettelijke regeling hierover op 1 juli 2008 is er veel kritiek gekomen op deze maatregel, met name vanuit horecaondernemers, -bezoekers en belangenorganisaties van rokers.

Vele artsenorganisaties staan achter het kabinetsbeleid om te komen tot een rookvrije horeca.

Het rookvrij maken en houden van de horeca verdient ruime steun, met name vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. Dit beleid levert een bijdrage aan het verminderen van de gezondheidsschade door het gebruik van tabaksproducten. Argumenten die hierbij gelden zijn:

- Roken is de grootste vermijdbare veroorzaker van ziekten en vroegtijdige sterfte in Nederland.

- Jaarlijks overlijden meer dan 20.000 Nederlanders aan de gevolgen van roken én 2.000-3.000 aan de gevolgen van meeroken. 

- In landen waar de rookvrije horeca reeds eerder is ingevoerd, zoals Schotland, Italië en Engeland traden in korte tijd positieve gezondheidseffecten op, zoals een daling van het aantal hartinfarcten.

De KNMG, het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) en verschillende beroepsverenigingen van medisch specialisten ondersteunen het tabaksontmoedigingsbeleid van minister Klink.

Is getekend:

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG),

prof. dr. A.C. Nieuwenhuijzen Kruseman, internist, voorzitter

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG),

A.E. Timmermans, huisarts, bestuursvoorzitter

Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD),

E.M. Bais, voorzitter

Landelijke Huisartsenvereniging (LHV),

dr. S.R.A. van Eijck, voorzitter

Orde van Medisch Specialisten,

W.G.J.M. van der Ham, algemeen voorzitter

Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC),

prof. dr. H.J.G.M. Crijns, voorzitter,

Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuber­culose (NVALT),

P.J. Wijkstra, voorzitter

NVVA, beroepsvereniging van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters (NVVA),

mw. W.E. Weeder, bestuurder

Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG),

F.L. van Duijn, voorzitter

Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB),

mr. P.E. Rodenburg, bedrijfsarts, voorzitter

Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen (KNOV),

J. Toet, verloskundige, voorzitter