Laatste nieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

In gesprek met district Zuid-Holland Zuid over nieuwe informatietechnologie

1 reactie

De tijd dat de communicatie tussen arts en patiënt uitsluitend in de spreekkamer plaatsvond, is al lang voorbij. Nieuwe informatietechnologie verandert de relatie tussen arts en patiënt. Hoe benut je de kansen en beperk je de risico’s? Op dinsdagavond 14 november spraken artsen hierover op de bijeenkomst van het KNMG district Zuid-Holland Zuid in het Albert Schweitzer ziekenhuis.

Hoewel het opnemen van het gesprek door de patiënt niets nieuws onder de zon is, deed de publicatie van de handreiking ‘Opnemen van gesprekken door patiënten’ heel wat stof opwaaien, vertelt KNMG-beleidsadviseur ethiek Krista Tromp. ‘De voortschrijdende technologie maakt het opnemen van het gesprek makkelijker mogelijk,’ spiegelt Tromp de goedgevulde zaal voor. ‘En de tendens dat we de patiënt steeds meer als medebeslisser zien maakt het nódig. Wij zien het opnemen van het gesprek als iets goeds. Maar er zijn wel spelregels nodig.’

Huiverig voor de gevolgen

Een arts uit de zaal die vindt dat de patiënt eerst moet aankondigen dat hij het gesprek opneemt, krijgt meteen bijval. Tromp antwoordt dat hoewel de patiënt dit wettelijk niet verplicht is, zowel de KNMG als de Patiëntenfederatie benadrukken dat dit inderdaad de voorkeur heeft. Een open opstelling van de arts kan dit bevorderen. Er volgt een levendige discussie. Hoewel de wens van de patiënt zeker begrip oproept, zijn meerdere aanwezige artsen wat huiverig voor de gevolgen. Dit blijkt ook uit het onderzoek dat Sandra Schoenmakers van het Albert Schweitzer ziekenhuis deed. ‘Ze zijn bang voor claims, reputatieschade en minder openheid bij het gesprek.’ Je let toch wat beter op de woorden die je gebruikt als je weet dat het gesprek wordt opgenomen, is hier vanavond de conclusie. Maar of dat slecht is?

Betere zorg

‘De handreiking is bedoeld om zorgen weg te nemen en te laten zien hoe je deze ontwikkeling in je voordeel kunt gebruiken,’ vervolgt Tromp. ‘Wettelijk gezien is het niet strafbaar als een patiënt het gesprek opneemt, zelfs heimelijk,’ vult haar collega Anneloes Rube, adviseur gezondheidsrecht, aan. ‘Een arts hoeft daarvoor geen toestemming te geven. Dat heeft de KNMG niet bedacht. We willen wel handvatten bieden om ermee om te gaan. Een opname openbaar maken mag overigens alleen met toestemming van de arts.’ Tromp: ‘Wij onderkennen dat een opname kan leiden tot betere zorg en meer gedeelde besluitvorming. Maar er kunnen ook alternatieven zijn, afhankelijk van de behoefte van de patiënt. Bijvoorbeeld de patiënt iemand laten meenemen, of alleen een samenvatting van het gesprek laten opnemen. Maak het daarom bespreekbaar.’

Facebookvrienden

‘Social media bieden kansen voor artsen’, of: ‘Een arts wordt geen “vriend” (op social media) van patiënten’. Sjaak Nouwt, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG, legt de zaal negen stellingen voor over het gebruik van social media door artsen. Het roept verschillende sentimenten op in de zaal. Iemand geeft een voorbeeld van een prachtig gedicht van een verpleegkundige over haar werk dat via de Facebookpagina van het ziekenhuis 1,3 miljoen mensen bereikte. Een ander voelt zich vogelvrij door openbare anonieme reacties van patiënten, zoals die op Zorgkaart Nederland te vinden zijn.

De arts als online merk

Ook de volgende spreker krijgt reacties op Zorgkaart Nederland. Het is Mark Friebel, kno-arts en Chief Medical Information Officer in het Albert Schweitzer ziekenhuis. ‘Ik stel me juist open,’ zegt hij, ‘door op een positieve manier de online interactie met patiënten op te zoeken. Mocht ik dan een keer een nare reactie krijgen, dan valt die in het niet.’ Friebel ziet zichzelf als merk, communicatie met patiënten via internet en social media is zijn marketinginstrument. Hij is actief op onder andere Twitter, Facebook en YouTube.

Veilige apps

Friebel waarschuwt tegen het gebruik van e-mail en Whatsapp voor het uitwisselen van informatie met of over patiënten. ‘Dat is niet veilig genoeg, gelet op de privacy en ons beroepsgeheim.’ Voor overleg met collega’s of huisartsen beveelt hij speciaal daarvoor ontwikkelde beveilgde apps aan. Met patiënten communiceert hij via het beveiligde patiëntenportaal van zijn ziekenhuis. Of hij ook ervaring heeft met het opnemen van gesprekken door patiënten, wil iemand uit de zaal weten. ‘Dat gebeurt nog niet zo vaak’, reageert Friebel. ‘Ik merk wel dat ik in zo’n geval voorzichtiger ben in wat ik zeg. Maar de ontwikkeling op zichzelf vind ik goed. Als we in de verdediging schieten, lijkt het alsof we iets te verbergen hebben.’

PDF federatienieuws 47 2017

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Anonieme arts

    Arts, UTRECHT

    "Als we in de verdediging schieten, lijkt het alsof we iets te verbergen hebben." Nee, als we onze privacy belangrijk vinden hoeft dat geen negatieve oorzaak te hebben. Geeft Friebel ook zijn pincode aan zijn patiënten? Heeft hij geen gordijnen voor ...zijn raam? Laat hij de deur van zijn toilet open? Je kunt iets privé vinden zonder dat je blootstaat aan de kritiek "dat je iets te verbergen hebt". Een gesprek tussen patiënt en behandelaar is privé. Het opnemen van dat gesprek schendt deze privacy. Artsen zijn kwetsbaar: ze hebben een behandelverplichting en beroepsgeheim. Ze zouden niet verplicht moeten zijn om patiënten toe te staan een gesprek op te nemen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.