Laatste nieuws

Gezondheid en onrecht

Plaats een reactie


Eind januari van dit jaar werd in Soedan bij vijf mensen een zogenaamde kruisamputatie (rechterhand en linkervoet) uitgevoerd. Een arts stond erbij. De vijf waren samen met negentien anderen veroordeeld voor een gewapende overval. Amnesty International plaatst vraagtekens bij de rechtsgang omdat de juridische procedures niet goed zijn gevolgd. Na afloop van de amputatie werden de slachtoffers zonder enige vorm van medische zorg in de gevangenis gezet, omdat zij het hun opgelegde smartengeld niet konden betalen. Amputatie en verschillende andere vormen van lijfstraf zijn sinds 1991 opgenomen in het Soedanese Wetboek van Strafrecht. Dit ondanks het feit dat Soedan het VN-verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing heeft geratificeerd. Iran heeft vergelijkbare straffen in zijn wetboek. In augustus 2000 werd hier een man veroordeeld tot het laten verwijderen van een oog, omdat hij bij een ruzie in het verkeer iemands oog had beschadigd. Zo’n ingreep kan niet worden uitgevoerd zonder medewerking van een chirurg.

 

Letale injectie

Ook in een land waar de rechtsgang aanmerkelijk beter is beschermd dan in Soedan of Iran, de Verenigde Staten, worden artsen en verpleegkundigen betrokken bij de uitvoering van straffen. Sinds 1977 wordt in dit land de letale injectie toegepast bij de executie van ter dood veroordeelde gevangenen. Inmiddels heeft de injectie de elektrische stoel verdrongen als methode van eerste keus, omdat volgens velen de injectie humaner zou zijn. In de woorden van een afgevaardigde uit Texas is elektrocutie ‘a very scary thing to see’ en injectie ‘a more humane treatment because death is pretty final’. Belangrijk aspect van de letale injectie is echter de directe medewerking van (para)medici aan het voltrekken van het vonnis. Een intraveneuze katheter moet worden ingebracht, waarna via een infuus een oplossing van thiopental, pancuronium en kaliumchloride wordt ingespoten. Al bij de introductie van deze methode is geprotesteerd tegen de medische betrokkenheid. In 1992 heeft de American Medical Association een resolutie aangenomen die medische betrokkenheid bij letale injecties verbiedt. Ook de American Nurses Association en het American College of Physicians hebben een dergelijk standpunt ingenomen.

 

Klimaat van terreur

Niet alleen bij extreme schendingen van mensenrechten, zoals het uitvoeren van een strafamputatie of een executie, handelen artsen in strijd met de eed van Hippocrates. Ook bij misstanden in gevangenissen of op politiebureaus is dit het geval. De voorbeelden zijn legio. Brazilië, dat zich kan laten voorstaan op een moderne grondwet, komt regelmatig in het nieuws vanwege wantoestanden in de gevangenissen. Overbevolking en slechte hygiënische toestanden dragen bij tot de verspreiding van infectieziekten. Medicijnen, bijvoorbeeld ter bestrijding van tuberculose, bereiken de gevangene nooit. In de gevangenissen heerst een klimaat van terreur. Gewelddadigheden, zowel tussen gevangenen onderling als tussen gevangenen en bewakers, komen geregeld voor en blijven doorgaans onbestraft. De situatie is zo slecht dat artsen de gevangenen niet eens durven te bezoeken. Terwijl juist zij een rol zouden kunnen spelen bij de preventie en behandeling van infectieziekten en bij aanklachten van marteling en andere vormen van onrecht in de gevangenis.

 

Litteken

Turkije is een ander land dat berucht is vanwege marteling in detentiecentra en vanwege een alles behalve eerlijke rechtsgang. Medisch onderzoek naar misstanden vindt vaak niet of te laat plaats en de resultaten van het onderzoek worden niet altijd serieus genomen. Kinderen worden bij marteling niet gespaard, getuige het verhaal van Fatma Tokmak en haar zoontje Azat. Fatma werd samen met de toen tweejarige Azat in 1996 gearresteerd op verdenking van Koerdische sympathieën. Fatma werd aangerand en bedreigd met verkrachting. Politieofficieren drukten voor haar ogen sigaretten uit op de hand van haar zoontje. Dit alles om een bekentenis van haar af te dwingen. Later bracht men Azat naar een weeshuis, met als argument dat een kind niet bij een terroristische moeder thuishoort. De staf van het weeshuis rapporteerde dat Azat weinig communicatief was en verstoord raakte bij het zien van sigaretten. De advocaat van Fatma zorgde ervoor dat het kind na drie maanden bij familieleden terechtkwam en zijn moeder regelmatig kon bezoeken. Fatma diende in 1997 een formele aanklacht in. In 1998 werd een medisch rapport uitgebracht over de kwestie. Gemeld werd dat Azat een litteken had, consistent met het uitdrukken van sigaretten, en dat hij symptomen had behorend bij het posttraumatisch stresssyndroom. Bij de behandeling van de aanklacht werden dit rapport en Fatma’s verklaringen niet meegenomen. Er werd geen vervolging ingesteld, waarop Fatma beroep aantekende. Vervolgens droeg het hof het forensisch instituut op een onderzoek in te stellen. Het rapport van dit instituut maakt melding van een litteken, maar het tijdstip van de wond kon niet meer worden vastgesteld. Ruim vier jaar na dato zit Fatma nog steeds in de gevangenis en zijn de verantwoordelijke politiebeambten niet vervolgd.

 

Kritiek

In de hiervoor geschetste situaties speelden artsen een dubieuze rol, waarbij zij - soms onder druk - in het belang van de autoriteiten handelden in plaats van in het belang van de patiënt. Er zijn ook voorbeelden van het tegendeel. Veel medici en paramedici zetten zich juist in voor de bescherming van de mensenrechten. Het feit dat zij hiermee de kans op promotie missen, hun baan verliezen en zelfs hun leven in gevaar brengen, houdt hen hier niet vanaf. Desi Mendoza, een Cubaanse arts, werd in juni 1997 gearresteerd omdat hij kritiek had op de wijze waarop een dengue-epidemie werd bestreden. Op beschuldiging van ‘politieke oppositie tegen het Cubaanse sociale systeem’ werd hij gevangengezet. Een jaar later werd hij vrijgelaten na een bezoek van de Spaanse minister van buitenlandse zaken, op voorwaarde dat hij in ballingschap zou gaan. Een ander voorbeeld betreft opnieuw Turkije. Op 10 oktober 1999 werd de gynaecoloog Zeki Uzun gearresteerd in zijn privé-kliniek door een speciale antiterreureenheid. Gedurende zeven dagen werd hij vastgehouden, mishandeld en bedreigd. Kort na zijn vrijlating constateerden artsen van de Turkish Medical Association bij Uzun tekenen die passen bij marteling. De aanklacht tegen dokter Uzun bestond uit het behandelen van twee leden van de illegale Koerdische organisatie PKK.

 

Regels

Er is voldoende internationale wet- en regelgeving om de rechten van de mens te beschermen en marteling te voorkomen. Ook over de rol die artsen hierbij kunnen en moeten spelen, bestaan verschillende internationale verdragen. In de Tokio-declaratie van de World Medical Association (WMA) wordt stelling genomen tegen deelname van artsen aan of aanwezigheid bij marteling of andere vormen van inhumane behandeling. Het moge duidelijk zijn dat betrokkenheid bij een strafamputatie lijnrecht indruist tegen deze principes. In een resolutie over de doodstraf wijst de WMA verplichte betrokkenheid van artsen af. In een verklaring uit 1955 (herzien in 1984) hebben de VN minimumregels voor de behandeling van gevangenen omschreven. Minimumregels (Minimale verplichtingen) waaraan de gevangenissen in bijvoorbeeld Brazilië bij lange na niet voldoen.

Gesteund door deze internationale regelgeving roept Amnesty International regeringen en ook bijvoorbeeld gevangenisdirecteuren op mensenrechten te beschermen en na te leven en in voorkomende gevallen daders te vervolgen. Dit houdt in dat goed onderzoek moet worden gedaan naar de aanklachten van slachtoffers. Artsen spelen een belangrijke rol bij het behandelen van de gevolgen van mensenrechtenschendingen en zijn daardoor ook in de gelegenheid letsels te documenteren. Een goede beschrijving van de gevolgen vergroot de kans op een eerlijk onderzoek en de mogelijkheden tot beroep bij een oneerlijk onderzoek. Indirect betekent dit ook een bijdrage aan preventie van mensenrechtenschendingen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de arts in de gelegenheid wordt gesteld zijn beroep onafhankelijk en volgens de hierboven geschetste principes van medische ethiek uit te oefenen. <<

 

M.M.W. Stegeman,

R. van Leeuwen,



Voor meer informatie over het werk van de medische beroepsgroep van Amnesty International: Keizersgracht 620, 1017 ER Amsterdam, tel. 020 626 4436 of medisch@amnesty.nl.

Voor alle thematische publicaties, landenrapporten, het Amnesty International Jaarboek en persberichten http://www.amnesty.org/ailib/index.html

 

 

SAMENVATTING

l     Mensen werkzaam in de gezondheidszorg worden relatief vaak betrokken bij schendingen van mensenrechten. Zij worden ertoe aangezet misstanden te verhullen, bepaalde patiënten niet te behandelen of zelf actief deel te nemen aan mensenrechtenschendingen.

l     In sommige landen, zoals Soedan en Iran, worden lijfstraffen uitgevoerd die de medewerking van een chirurg vergen. In de Verenigde Staten worden medici ingezet bij het uitvoeren van de doodstraf door middel van een letale injectie.

l     Een voorbeeld van gedwongen slechte behandeling van patiënten is de slechte medische situatie in sommige Braziliaanse gevangenissen. Door overbevolking, slechte hygiënische condities en straffeloos geweld kunnen artsen nauwelijks medische zorg verlenen.

l     Er is voldoende internationale wet- en regelgeving om mensenrechten te beschermen. Toezicht op de naleving hiervan is echter onvoldoende. Amnesty International spreekt regeringen erop aan als artsen hun werk niet volgens deze internationale maatstaven kunnen verrichten.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.