Laatste nieuws

Fictie als voedingsbron voor de dokter

Plaats een reactie

Literatuur brengt artsen op een andere manier in aanraking met zijn patiënten. Wat iemand moet weten over bijvoorbeeld multipele sclerose (MS) - hoe het komt, wat er níet tegen te doen is en hoe je het vaststelt – kan hij uit de leerboeken halen. Om een idee te krijgen wat het betekent om MS te hebben, kun je onder andere terecht bij de literatuur. ‘Onder andere’, want met echte patiënten spreken kan natuurlijk ook ...


Geesteswetenschappen, waartoe literatuur behoort, vormen in de Verenigde Staten een zinvolle aanvulling op het nauwe keurslijf van de medische opleiding. In Nederland gebeurt dit mondjesmaat. Jammer. Want gezond of ziek, het gaat ons allemaal - uiteindelijk - om ‘zingeving’ en om de aloude vraag: ‘Hoe te leven?’, met daaraan gekoppeld: Wat voor een ‘mens’ willen wij zijn? Ieder van ons moet maar zien uit te vinden wat hem motiveert om zo in het leven te staan áls hij staat.


Onze dagelijkse ervaringen staan daarbij voorop en zijn een uitstekend hulpmiddel.


Intieme relaties en ziekte geven vorm en betekenis aan ons leven. ‘Echte’ ervaring kan echter nimmer de enige bron zijn. Reflectie alleen is onvoldoende voor een volwassen, morele oordeelsvorming. Alleen al omdat wij te weinig meemaken. Hongersnood, moord, kindermishandeling, dierproeven, oorlog of een dictatuur, wij hebben er een oordeel over, zonder dat wij dit aan den lijve hebben ondervonden. Er is dus meer voeding nodig. Literatuur is zo’n voedingsbron. Literatuur wijst op subtiliteiten en nuances van zaken die onze aandacht verdienen. Literatuur verduidelijkt dingen en helpt ons zo bij het maken van keuzen. Literatuur scherpt ons vermogen aan om morele nuances te onderscheiden. Het moge duidelijk zijn: literatuur is in mijn visie een bron van kennis. En behalve het vermogen tot ontroering heeft literatuur ook morele kracht.


Het samenstellen van een toptien louter op basis van verkoopcijfers is lastig (volledige cijfers zijn niet beschikbaar) en unfair (Nederlandse boeken verdrinken in een Angelsaksische zee). Andere criteria zijn dus nodig. De eerste vijf boeken zag ik het vaakst aangehaald in medische vakliteratuur. Het tweede vijftal kwam tot stand op persoonlijke gronden: arbitrair wellicht, doch transparant.



1.  William Carlos Williams – The Use of Force


Deze korte novelle is veruit het meest aangehaalde literaire werk. De ouders van Mathilda roepen de hulp in van een arts. Mathilda heeft hoge koorts. Er heerst difterie en de dokter wil naar haar keel kijken. Het meisje weigert haar mond open te doen. De arts wordt woedend en wil het kind dwingen. Een houten spatel versplintert tussen de kiezen van het kind, maar met een keukenlepel lukt het wel. Hij ziet de typische difteriemembranen. Arts tevreden, maar handelde hij juist?

2.  Albert Camus - De Pest


De jonge dokter Rieux is het rolmodel voor de aankomend arts. Zelfs bij opeenvolgend en schier onmenselijk leed voelt Rieux boosheid noch verdriet. Rustig, berustend en rustgevend bekommert hij zich om zijn patiënten. Distantie als noodzakelijke voorwaarde voor medisch vakmanschap en betrokkenheid uit medemenselijkheid en als drijfveer voor vakmanschap en doorzettingsvermogen. Al baat het geen zier tegen het nietsontziende lot.

3. Samual Shem – The House of God


De belevenissen van artsen in opleiding in een beroemd Amerikaans ziekenhuis. Om te overleven in die ‘dynamische’ wereld hanteren Roy Basch, Chuck, Potts, Bekijk-het-Eddie, Konijn en Hyper Hooper elk hun eigen strategie. Hilarisch en grotesk. De cynische verteltrant biedt de arts veel troost: hij mag patiënten minachten. Een klassieker.

4. Ljev Nikolajevitsj. Tolstoj – De dood van Ivan Iljitsj
Tolstoi zelf noemde dit boek ‘het verslag van de simpele dood van een simpele man, verteld vanuit zijn eigen gezichtspunt’. Waaraan de patiënt lijdt, doet niet ter zake. Het gaat om de geestelijke misère, de vereenzaming, de goedbedoelde leugens en de angst voor het einde, die allemaal hun steentje bijdragen aan het uiteindelijk zo moeizaam verworven inzicht. Let op de vorm: na de openingsscène worden de hoofdstukken steeds korter, als concentrische cirkels die zich vernauwen tot de laatste twee bladzijden van zijn sterfbed.

5. Mary Shelley – Frankenstein


Fictie speelt een bepalende rol bij de beeldvorming van het lekenpubliek over wetenschap, wetenschappers en vooruitgang. Onderzoekers op het terrein van biotechnologie hebben te maken met het ‘archetype’: Dr. Frankenstein.


Victor Frankenstein is gefascineerd is door wetenschap en de raadselen rond leven en dood. Hij ontdekt een manier om een ‘mens’ te maken uit dood weefsel. Frankenstein is ontsteld en vlucht, het ‘wezen’ achterlatend. Vruchteloos tracht het wezen als ‘mens’ een plek te vinden in de wereld. Hij wordt overal afgewezen. Dit leidt tot moord en doodslag.


Dr. Frankenstein zal vervolgens tot zijn dood dit wezen achtervolgen. Is verschillende malen verfilmd.

6. Bert Keizer - Het refrein is Hein


Verpleeghuisarts-filosoof-schrijver verhaalt (‘een  roman’, zegt de ondertitel) van belevenissen in een verzorgingshuis. Zoals ooit in Medisch Contact stond: Keizer gelooft niet in een leven voor het leven en niet in een leven na het leven. Er is uitsluitend sprake van een ‘niets’ waarin ‘alles’ samenvalt. Alles wat wij zijn en denken is toeval, en dat weten wij ook, maar dat weerhoudt ons er niet van te streven naar een gelukkiger wereld. Een gespleten levenshouding, maar ook een vruchtbare, omdat deze stellingname zowel ruimte vrijmaakt voor een soort bijna-nihilisme (er is niets), ironie als stijl (vanuit het besef van dat niets) en - toch! desondanks! - betrokkenheid.’ Vertaald in zeven talen. Mooiste buitenlandse titel: Stram tango med döden.

7.  J. Bernlef - Hersenschimmen


 Voor veel mensen staat Bernlefs beschrijving van een voortschrijdend dementeringsproces ‘model’ voor die ziekte.


Hanteer bij lezing als motto een zinsnede uit Annie van Kees van Kooten: ‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders Hersenschimmen van Bernlef cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat zij het had gelezen.’

8. William Burroughs - Naked lunch


 Zoals een goede vriend schreef: ‘Het meest vernietigende, ware en mooie verslag van heroïneverslaving; het bevat tevens het tot op de dag van vandaag hier en daar nog steeds slechts schoorvoetend opgevolgde advies: “Eliminate the pusher and the junk-pyramid will collapse”, een advies dat niet is verwerkt in het verhaal, maar dat apart wordt verwoord in een ‘Ten geleide’, en dat nooit geciteerd wordt, want nooit is gelezen door beleidsmakers, die toch met dit prima idee over het probleem tevoorschijn komen.’

9. Jan Hein Donner – Na mijn dood geschreven


 Jan Hein Donner, sinds 1958 internationaal schaakgrootmeester. Op 24 augustus 1983 werd hij, 56 jaar oud, getroffen door een beroerte. Lopen, lezen, iets vastpakken, spreken, niets ging meer. Donner kwam in een rolstoel terecht. Hij kon zich nauwelijks verroeren, maar leerde typen met één vinger. Zijn stukjes in NRC Handelsblad werden gebundeld in Na mijn dood geschreven. Genadeloos oordeelt hij over de hulpvaardigheid van de ‘gezonde tweebener’ die een invalide van de wal in de sloot helpt. Echte vijandschap bestaat tussen de invalide mens en de hond. ‘Ieder die zijn avondlijke wandeling door Amsterdam zag onderbroken in een plotselinge glijpartij, zal de gevoelens begrijpen van de eerzame rolstoelbewoner, die zijn voertuig met de handen probeert draaiende te houden, wanneer hij moet merken, dat diezelfde handen in de uitwerpselen van een hond terecht zijn gekomen.’

10.  Per Olov Enquist – Het bezoek van de lijfarts


 De relatie tussen de lijfarts en zijn patiënt is precair. De lijfarts leeft weliswaar per definitie in de schaduw van zijn patiënt, maar daartegenover staat een beroemdheid die zijn gezondheid afhankelijk stelt van de aanwezigheid van een lijfarts en soms zelfs slechts lijkt te leven bij de gratie van die lijfarts. Dit brengt de lijfarts verrassend vaak in een machtspositie. Een macht die hem aan de ene kant kwetsbaar maakt (zijn daden hebben nu eenmaal grote politieke gevolgen), maar in een ander geval leidt tot grote roem. In deze historische roman raken politiek, geneeskunde en erotiek in een fatale omstrengeling.

F. Meulenberg, onderzoeker aan de afdeling Medische Ethiek, Erasmus MC Rotterdam

Correspondentieadres: frans.meulenberg@woordenwinkel.nl

multiple sclerose
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.