Fenofibraat vermindert retinopathie
Plaats een reactieBehandeling met het antilipidenmiddel fenofibraat vermindert bij patiënten met diabetes type 2 de behoefte aan laserbehandelingen voor diabetische retinopathie. Dat stellen Tony Keech c.s. van de FIELD-onderzoeksgroep (Fenofibrate Intervention and Event Lowering in Diabetes) in een onlinepublicatie van The Lancet van 6 november. Fenofibraat is in Nederland (nog) niet geregistreerd.
Bijna 10.000 patinten met diabetes type 2 tussen de 50 en 75 jaar kregen gedurende 5 jaar dagelijks 200 mg fenofibraat of een placebo. In de fenofibraatgroep kregen 164 (3,4%) patiënten 337 behandelingen met lasertherapie. Van de placebogebruikers ondergingen 238 (4,9%) patiënten 535 sessies. Bij patiënten die al bekend waren met retinopathie, was de absolute risicoreductie groter dan bij degenen die hiervoor nog niet eerder waren behandeld.
Bij een subgroep van 1012 (10,3%) patiënten maakten de wetenschappers tevens afbeeldingen van de fundus om de retina te kunnen beoordelen. In deze groep vonden ze geen verschil in het aantal nieuwe gevallen van retinopathie. Wel bleek uit verdere analyse dat bij fenofibraatgebruikers minder progressie van de retinopathie optrad.
De auteurs benadrukken dat het werkingsmechanisme van fenofibraat onbekend is, maar niet enkel afhankelijk lijkt te zijn van invloed op de lipidenplasmaconcentratie. Ze geven niet aan of de effecten ervan zijn te extrapoleren naar andere middelen binnen dezelfde groep.
Commentatoren Rafael Sim en Cristina Hernández, van de diabetes-onderzoeksgroep in Barcelona, denken dat het te voorbarig is om op basis van deze studie fenofibraat in te zetten als de nieuwe behandeling van diabetische retinopathie. Zij vinden dat in de subgroepanalyse te weinig mensen lasertherapie ondergingen. Bovendien zouden de indicaties voor deze behandeling in verschillende centra te heterogeen zijn om nieuw beleid op te baseren. << KG
The Lancet 2007, early online
- Er zijn nog geen reacties