Laatste nieuws
Rob Jonquière
10 minuten leestijd

Euthanasie als exportproduct

Plaats een reactie

Nederlandse debat voedt de discussie in het buitenland

Met verrassend veel interesse volgden de buitenlandse media de debatten in de Tweede en de Eerste Kamer over de nieuwe euthanasiewet. Verbaasd (en soms verbijsterd) zag men hoe Nederland euthanasie en hulp bij zelfdoding onder voorwaarden legaliseerde.

Als woordvoerder van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) gaf ik tientallen interviews aan de internationale media en nam ik deel aan debatten in het buitenland over euthanasie en hulp bij zelfdoding. Eén steeds terugkerende vraag was in hoeverre de Nederlandse euthanasiewet ook in andere landen was toe te passen. Oftewel: in hoeverre kan de Nederlandse euthanasiewet - naast kaas, klompen, tulpen (en XTC?) - een nieuw Nederlands exportproduct worden?

Mijn antwoord is kort, maar duidelijk: dat kan niet. Wetgeving is immers afhankelijk van het rechtssysteem in een land. En hoe met de vraag om levensbeëindiging op verzoek wordt omgegaan, hangt nauw samen met de historie en bovenal met de heersende cultuur in een land.

De Nederlandse cultuur, waarin alles bespreekbaar moet zijn en waarin wordt gestreefd naar transparantie en gereguleerde tolerantie, heeft ervoor gezorgd dat deze wet hier kon ontstaan. Maar die kun je niet zomaar overplaatsen naar andere landen en culturen - en ik denk ook niet dat we dat moeten nastreven.

Propaganda

Van oudsher hebben religieuze organisaties een belangrijke invloed op het denken over euthanasie. Hun invloed op de staat en de samenleving bepaalt veelal of er openlijk over een onderwerp als euthanasie kan worden gesproken. Ook in Nederland was te zien dat pas na een duidelijke scheiding tussen kerk en staat een onderwerp als euthanasie bespreekbaar werd.

Vooral in Zuid-Europese landen als Spanje, Italië en Portugal is de invloed van de rooms-katholieke kerk op het maatschappelijk debat onverkort te signaleren. Een onderwerp als euthanasie is er taboe. De zusterverenigingen van de NVVE in deze landen zijn weliswaar klein, maar heel actief. Toch lukt het hun niet (hoewel een overgrote meerderheid van de bevolking zich in opiniepeilingen uitspreekt vóór euthanasie) om politieke steun te krijgen voor legalisering van actieve levensbeëindiging door artsen.

Eenzelfde situatie speelt in Polen. Opvallend is hoe de Nederlandse euthanasiewet de gemoederen daar bezighoudt. Regelmatig krijgt de NVVE Poolse journalisten over de vloer. In hun vraagstelling laten zij veelal al doorklinken dat hun (katholieke) achtergrond het hun vrijwel onmogelijk maakt in positieve zin over het Nederlandse euthanasiebeleid te schrijven.

Bij de ontwikkeling van de publieke opinie is ook van belang dat de meeste Polen niet precies weten wat euthanasie inhoudt. Dat zij zich toch fel uitspreken tegen de legalisering van euthanasie in Nederland, is voornamelijk te wijten aan de propaganda van de katholieke kerk, die heel bewust een vergelijking maakt tussen deze Nederlandse wet en wat zich in nazi-Duitsland heeft afgespeeld.

Volgens de voorzitter van het Poolse humanistische verbond kent Polen - in tegenstelling tot Nederland - geen individualistische cultuur. Volgens hem zijn Polen psychisch en ethisch minder autonoom, waardoor het moeilijker zou zijn om dit onderwerp bespreekbaar te maken.

Reageerbuisbaby

Belangrijk voor de verandering in het denken over vraagstukken als euthanasie en hulp bij zelfdoding is de omslag die Nederland in de jaren zestig doormaakte van een betrekkelijk conservatieve naar een progressieve samenleving. De Amerikaanse historicus James Kennedy die dit signaleert, noemt Nederland zelfs progressiever dan enig ander land in de westerse wereld: alles moet bespreekbaar zijn en ontwikkelingen worden gezien als onvermijdelijk.

Eenzelfde ontwikkeling heeft zich voltrokken in België en Luxemburg. Het ziet ernaar uit dat België, waar de politieke constellatie op dit moment geen christen-democraten bevat, binnenkort het tweede land in de wereld wordt waar euthanasie wettelijk is toegestaan. Het Nederlandse model wordt grotendeels nagevolgd, met uitzondering van de gelegaliseerde hulp bij zelfdoding door een arts, die niet in de wet is opgenomen.

Ook in Luxemburg is inmiddels een voorstel vanuit het parlement gelanceerd, dat moet leiden tot legalisering. Dit initiatief komt ook hier van een progressieve politieke combinatie.

Het conservatieve gedachtegoed dat Nederland in de afgelopen dertig jaar grotendeels achter zich liet, is in een land als Groot-Brittannië nog steeds sterk aanwezig. De Engelse euthanasievereniging (de oudste ter wereld) heeft de grootste moeite gehoord te worden.

Tot mijn verbazing kan daar wel de eerste reageerbuisbaby op de wereld worden gezet en mag er een embryo met behulp van pre-implantatiediagnostiek worden verwekt als toekomstige donor voor een broertje. Maar een onderwerp als euthanasie is er veel te controversieel, waardoor mensen als ALS-patiënte Diane Pretty geen legale mogelijkheid krijgen om een eind aan hun lijden te laten maken.

Pijnbestrijding en palliatieve zorg (bepleit door Dame Cecily Saunders en haar hospice - de bakermat van de palliatieve zorg) worden gezien als dé oplossing om de vraag naar euthanasie of hulp bij zelfdoding te doen verdwijnen. Het dubbele effect (pijnbestrijding verhogen met levensverkorting als gevolg) is voor artsen de enige mogelijkheid om een verzoek van een patiënt om euthanasie te honoreren.

Ook in Frankrijk zijn openheid en transparantie - zo bepalend voor de legalisering in Nederland - ver te zoeken. Ik herinner mij een debat in Parijs, waar de voorzitter van de Franse artsenorganisatie zich op een Gaullistische wijze uitsprak over de toestand in zijn land: euthanasie bestaat niet en zal ook niet worden toegestaan. En als minister van Volksgezondheid Kouchner in een interview in Vrij Nederland vertelt dat ook hij enkele keren ‘euthanatisch heeft gehandeld’, dan geeft dat zoveel rumoer op zijn thuisbasis dat hij zijn uitspraak weer schielijk intrekt (ook al viel zijn handelen niet onder onze definitie van euthanasie).

Ondertussen is het een publiek geheim dat Franse artsen het opvoeren van pijnstilling (wel of niet op verzoek van de patiënt) gebruiken om patiënten uit hun lijden te verlossen. Maar omdat het officieel niet bestaat, ontbreekt elke vorm van controle daarop.

Geschiedenis

Hoe de geschiedenis het denken over euthanasie kan bepalen, zien we in Duitsland en Zweden. In Duitsland is het verzet tegen de ontwikkelingen in Nederland heel breed. Maar de weerstand komt daar niet alleen vanuit de christen-democratische hoek. Ook de sociaal-democraten verzetten zich heftig tegen het Nederlandse euthanasiebeleid. Hun argument is dat ieder persoon per definitie bestaat als onderdeel van de maatschappij en autonome keuzes dus altijd ook een keuze van de maatschappij zullen zijn.

Uit alle discussies die ik daar heb meegemaakt, kwam naar voren dat de geschiedenis van het nationaal-socialisme nog steeds als meer dan een waarschuwing voor huidige ontwikkelingen geldt. De Duitse artsenorganisatie (Bundesärtztekammer) is onverkort tegen elke regeling van levensbeëindiging. Het verrast mij dan ook steeds weer dat collega’s die zich tijdens de podiumdiscussies fel tegen euthanasie uitspreken, mij na afloop (in tegenstelling tot het officiële standpunt) in de wandelgangen toevertrouwen dat zij ‘het’ ook wel eens doen, maar dat ze er natuurlijk niet over kunnen praten; hiermee in elk geval het cultuurelement van het Nederlandse poldermodel nog weer eens benadrukkend.

Ook Zweden worstelt op dit punt sterk met het verleden. Een echt debat over euthanasie is er nooit gevoerd. De angst om levensbeëindiging op verzoek openlijk bespreekbaar te maken hangt daar nauw samen met de sterilisatiepraktijken die er tot in de jaren zestig bestonden voor ‘asocialen’, zigeuners en gehandicapten. Een van doelstellingen van het sterilisatieprogramma was het verlichten van de druk op de welvaartsstaat. Veel Zweden wijzen in discussies over euthanasie op het risico dat zieken of gehandicapten als een economische en sociale last worden gezien en onder het mom van euthanasie kunnen worden gedood. Vooralsnog zet Zweden, evenals de buurlanden Denemarken en Noorwegen, in op levenstestamenten die regelen wat bij ons in WGBO en behandelverbod is vastgelegd.

Zelfbeschikking

Buiten Europa spelen ook enkele niet onbelangrijke zaken. De Verenigde Staten kennen hun dr. Kevorkian, die een langdurige straf uitzit voor het verlenen van euthanasie aan een patiënt met de ziekte van Gehrig, uitgezonden in het televisieprogramma ‘60 Minutes’. Kevorkian kan worden verweten dat hij door zijn optreden schade heeft berokkend aan een goede zaak. Maar de realiteit is ook dat zijn lange gevangenschap de discussie over het onderwerp blijft voeden.

Dat Amerika het Nederlandse euthanasiemodel ooit zal overnemen, is onwaarschijnlijk. Zo vinden Amerikanen het bijvoorbeeld onvoorstelbaar dat Nederlanders euthanasie rechtvaardigen met het zelfbeschikkingsrecht in de hand, maar tegelijkertijd wel vinden dat iemand anders - een arts - de dood moet bewerkstelligen.

Hulp bij zelfdoding maakt er eerder een kans, al is de ook kans daarop erg klein. Zowel de democraten als de republikeinen zijn tegen. Overigens is sinds enkele jaren in de staat Oregon hulp bij zelfdoding aan terminale patiënten door artsen onder voorwaarden toegestaan. Maar federaal is een beweging gaande om deze lokale wet weer ongedaan te maken, op zo’n manier zelfs dat veel artsen in de VS zich wel drie keer zullen bedenken voordat zij bij hun pijnbestrijding bepaalde middelen en doseringen zullen gebruiken.

En vergeet de enorme omvang van het overwegend conservatieve land niet; er wonen ruim tweehonderdmiljoen mensen met zeer uiteenlopende achtergronden, culturen en opvattingen, wat het moeilijk maakt om overeenstemming te bereiken. 

Euthanasieboot

Eenzelfde gebeurtenis, waarbij de federale regering een lokale regeling probeerde ongedaan te maken, zagen we in Australië. De Northern Territory heeft gedurende een aantal maanden de primeur gehad van een wettelijk toegestane euthanasieregeling. Echter, slechts vier patiënten konden van deze regeling gebruikmaken, voordat deze door de federale regering onmogelijk werd gemaakt. De arts Philip Nitschke, die historisch gezien de eerste legale euthanasie toepaste, houdt zich nu bezig met het uitzoeken van mogelijkheden voor illegale hulp en het ontwikkelen van middelen die door mensen zelf kunnen worden verkregen. Hij lanceerde bovendien het idee van een onder Nederlandse vlag varende euthanasieboot in internationale wateren. Dit idee bleek niet te realiseren, maar geeft wel aan hoezeer ook elders op de wereld behoefte bestaat aan regelgeving.

Tot slot mag een opmerkelijke uitspraak van de Hoge Raad in Colombia hier niet ontbreken. In een zaak waar een arts op uitdrukkelijk verzoek van zijn patiënt een einde aan diens leven maakte door middel van euthanasie, gaf de Hoge Raad een oordeel dat werd onderbouwd met argumenten die rechtstreeks stamden uit uitspraken van de Hoge Raad in Nederland. In Colombia adviseerde de Hoge Raad bovendien de regering wettelijke regelingen met betrekking tot euthanasie te maken. Die laten echter nog op zich wachten.

Broodje aap

Het bovenstaande maakt duidelijk dat andere landen de Nederlandse euthanasiewet nooit zonder meer kunnen en zullen overnemen. Maar als ‘idee’ is de wet zeker in veel landen van invloed. Want uit welk land of welke cultuur je ook komt, overal in de wereld hebben mensen pijn, gaan mensen dood en zijn er mensen die willen sterven op een manier die ze voor zichzelf kiezen (ook al wordt dit laatste in veel landen ontkend). En overal zoeken mensen die ernstig lijden hulp en middelen die aan dat lijden een einde kunnen maken.

Duidelijk is dat de Nederlandse euthanasiewet overal in de wereld debat uitlokt. Mijn ervaring is echter dat de discussies vaak worden gedomineerd door emoties en dat kennis van de Nederlandse praktijk veelal ver is te zoeken. De onzinverhalen zoals dat uit Italië over de ‘euthanasiereisjes’ naar Nederland, behoren tot de categorie ‘broodje aap’, maar zaaien ondertussen wel verwarring en zorgen voor veel onrust.

Een belangrijke taak voor de NVVE is dan ook om samen met de andere vertegenwoordigers van het Nederlandse euthanasiemodel, zoals de ministeries van VWS, van Justitie, van Buitenlandse Zaken en de KNMG, het Nederlandse euthanasiebeleid in het buitenland steeds weer uit te leggen. En dat is toch ook een soort export.

Correspondentieadres: r.jonquiere@nvve.nl

gevangenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.