Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
5 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

‘Er bestaat hier respect en vertrouwen’

Plaats een reactie

Leidse haio’s over hun eerste maanden



Een ‘corporaal ingestelde’ jonge arts, een vluchteling uit Irak, een jonge moeder: diversiteit kenmerkt de cohort maart 2002 van de huisartsenopleiding in Leiden. Toch lijken zij na een aantal bijeenkomsten al een hechte groep te zijn. Gelukkig maar, want ‘we worden hier ook persoonlijk onder de loep genomen.’

Het leuke van de haio-opleiding is dat het niet één slag mensen is dat huisartsgeneeskunde gaat doen, in tegenstelling tot andere specialismen’, zegt haio Edgar Houtman (30). Hij haalde een jaar geleden zijn artsendiploma. ‘Binnen onze groep zie je verschillende stromingen: mensen die corporaal zijn ingesteld, zoals ik, maar ook wat meer alternatieve mensen. En iedereen respecteert en vertrouwt elkaar. Dat is zeker belangrijk in een groep als deze, waar je ook persoonlijk onder de loep wordt genomen.’



De diversiteit van de haio-groep 2002-2 blijkt uit onder meer de leeftijdsverschillen en de uiteenlopende afkomst van de artsen. Raïd Al Tayyar is 36 jaar en komt uit Irak. Hij woont vijf jaar in Nederland. In Irak werkte hij als agnio interne geneeskunde en oogheelkunde. In Nederland was hij ook agnio interne geneeskunde en deed hij onderzoek voor oogheelkunde. Uiteindelijk koos hij voor de huisartsenopleiding omdat hij zowel eigen baas als generalist wil zijn.



‘In mijn land bestaat eigenlijk geen huisartsgeneeskunde. Patiënten gaan meteen naar een specialist. Deze artsen werken ‘s ochtends in het ziekenhuis en ‘s middags in hun eigen kliniek. In Irak is de arts de autoriteit die geen tegenspraak krijgt van de patiënt.



‘Met mijn achtergrond kan ik hier veel betekenen voor allochtone patiënten. Er zijn in Nederland veel allochtone patiënten die vanwege de taal- of cultuurverschillen hun huisarts niet begrijpen. Ik spreek Arabisch en ken een andere cultuur en dat is in mijn voordeel.’



Al Tayyar verwacht op grond van zijn ervaring vrijstellingen te krijgen, zodat hij in twee jaar in plaats van in drie jaar huisarts zal zijn. Dit voordeel zullen meer haio’s hebben. De groep 2002-2 ziet er over twee jaar anders uit dan nu, dat is zeker.



Ook Helen Silvius (32) maakt kans op vrijstellingen. Na haar artsexamen in 1997 deed zij enige tijd promotieonderzoek als agnio interne geneeskunde. Na de komst van haar zoon zette ze vraagtekens bij haar carrièrekansen. Silvius: ‘Ik wil hier niet verder op ingaan, omdat ik dit niet heb uitgesproken met mijn toenmalige collega’s. Ik stapte over naar de huisartsgeneeskunde, mede omdat ik heel veel facetten daarvan interessant vind en ik deze opleiding goed kan combineren met mijn gezin.’

Dat Silvius al enige tijd meedraait, is te merken aan haar stellige mening over het inschakelen van een farmaceutisch bedrijf in de opleiding. Dit verraadt reflectie op het vak. Een vertegenwoordigster van Glaxo neemt de les over inhalatietechnieken voor haar rekening. Ze laat apparaten van verschillende merken zien en vertelt hoe ze moeten worden gebruikt en wat er zoal mee fout kan gaan. De haio’s krijgen een bestelformulier voor gratis producten en een informatieboekje. De meeste haio’s bestellen wat. Silvius niet: ‘Onze opleiding behoort ons kritisch te leren denken. In dat licht bezien vind ik het niet echt een goed voorbeeld dat een farmaceut hier les gaat geven. Agio’s van sommige andere opleidingen mogen niet eens artsenbezoekers ontvangen. De vertegenwoordigster die hier kwam, hield een goed verhaal, een beetje vooringenomen hier en daar. Ik heb bijvoorbeeld niet gehoord dat het apparaatje van haar concurrent als beste uit tests komt. Ze heeft nu ook een voet tussen de deur: ze heeft de adressen van de mensen die het formulier hebben ingevuld. Die zitten nu in het bestand.

‘Ik zou ervoor kiezen deze les te laten geven door een onafhankelijk persoon, zoals een medisch specialist of een COPD-verpleegkundige. De informatie over goede inhalatietechnieken is heel belangrijk.’



Lennard Hiltermann (32) heeft er minder moeite mee, al vindt hij het beter als een longarts of een COPD-verpleegkundige de technieken uitlegt. Hiltermann: ‘Iemand die onbevooroordeeld is, is beter. Maar ik ga nu heus niet meer medicijnen uitschrijven van deze ene farmaceut. Ik kreeg de indruk dat deze mevrouw een tamelijk volledig overzicht gaf van alle producten. Misschien zou de COPD-verpleegkundige alleen de middelen tonen waarmee zij werkt. Het is in ieder geval een goede zaak dat we deze lessen krijgen, want velen van ons wisten niet wat er allemaal is op dit gebied en hoe het moet worden gebruikt.’ Ook Hiltermann heeft al enige jaren werkervaring als arts. Hij hoopt eveneens op vrijstellingen.



Voor een aantal haio’s stond de huisartsenopleiding aanvankelijk niet bovenaan hun wensenlijst. Ook Edgar Houtman wil het misverstand wegnemen dat huisartsgeneeskunde ‘dus maar’ tweede keus is: ‘Huisartsgeneeskunde stond bij mij altijd wel in de topdrie, maar niet op nummer één. Lange tijd wilde ik KNO-arts worden. Ik deed KNO-geneeskunde als keuzeco-schap. De keuze wisselde verschillende keren in de loop van de tijd. Tijdens mijn KNO-stage kwam ik erachter dat ik eigenlijk een generalist ben. Ik ben met verschillende huisartsen gaan praten over het vak en de opleiding, want ik had nogal wat reserves. Het co-schap huisartsgeneeskunde in Leiden was me tegengevallen. Het was heel schools en kort. De mensen met wie ik hierover sprak, konden mijn beeld veranderen.’



De opleiding bestaat uit vier dagen werken in de huisartsenpraktijk en één dag onderwijs aan het huisartsenopleidingsinstituut. Huisartsenopleider Joke Crul-Kelderhuis en gedragswetenschapper Annette Verkerke begeleiden de groep 2002-2. In het eerste blok, dat een jaar duurt, ligt de nadruk op het eigen functioneren, reflectie en het vergaren van specifieke vaardigheden. Hier komen de groepsleden van 2002-2 elkaar wekelijks tegen. Zoals in zoveel groepen laten sommigen duidelijk van zich horen en kijken anderen de kat uit de boom.



Al Tayyar - de oudste van de groep - behoort tot de laatste categorie. ‘Vroeger sprak ik ook veel meer en eerder’, licht hij toe. ‘Ik denk dat het met leeftijd en levenservaring te maken heeft. Een mens kan veranderen.’



Op de vraag of hij iets mist in de groep zegt hij: ‘Ik zou wel wat meer willen vertellen over mijn voorgeschiedenis in Irak. Maar omdat de anderen de ervaringen over de situatie daar niet hebben, kunnen ze zich er niet in inleven, al zijn ze oprecht geïnteresseerd. Maar ik kan het moeilijk met ze delen. Ze vinden het - net als ik - erg als ik vertel dat er elk jaar honderdduizend kinderen overlijden, maar hoe dat is, kunnen ze zich niet voorstellen omdat zij een ander referentiekader hebben. Mensen uit mijn land weten precies waarover je het hebt. Maar begrijp me goed: ik ben blij in deze groep.’

huisartsgeneeskunde oogheelkunde anios
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.