Laatste nieuws
Saskia Ridder
8 minuten leestijd

‘Compassie uit zich in daden, niet in woorden’

Plaats een reactie

‘Een schrijver? Nee, dat ben je niet zomaar. Ik heb een roman geschreven en ontdekt dat schrijven niet alleen een talent is, maar ook een vak.’ Aan het woord is Arthur Niggebrugge, traumachirurg in het HMC (Haaglanden Medisch Centrum). En als hij toch aan het woord is, verhaalt hij ook erg graag over alle andere activiteiten die hij naast zijn werk doet, als militair chirurg bij de landmacht en als oprichter van de Schuilplaats, een opvang voor thuislozen.

Een wonderbaarlijk proces noemt Arthur Niggebrugge het schrijven van een boek. ‘Ik ben destijds zonder voorbereiding begonnen. Had wel het verlangen, maar nooit eerder de echte ambitie om een boek te schrijven. Ik kwam in 2011 thuis van vakantie en had Zomerhuis met zwembad van Herman Koch gelezen. Prachtig boek, echt. Maar als arts merkte ik dat de medische passages niet altijd klopten. Dat kan beter, dacht ik toen.’ Niggebrugge lacht, vier jaar na dato, hartelijk om zijn naïviteit van toen. ‘Koud uit het vliegtuig ben ik aan mijn computer gaan zitten en het verhaal toverde zich als vanzelf op het beeldscherm. Een bijzondere ervaring! En voordat ik het wist, zat ik met mijn pen in Afrika.’ Dat verbaast hem achteraf niets. Niggebrugge opereerde begin deze eeuw een aantal weken per jaar in Ghana. In het ziekenhuis dat in zijn boek De Grote Heelmeester het toneel is van misdaad en corruptie, maar ook van schoonheid en kameraadschap. ‘The African itch’, zoals hij het zelf noemt, heeft hem ­genadeloos te pakken. ‘Mijn hart ligt in Afrika, kennelijk moest dat prachtige continent tien jaar na dato per se in mijn boek.’

Magisch proces

Na een week of acht typen had Niggebrugge een manuscript van driehonderd pagina’s. En dat naast zijn werk als traumachirurg. ‘Ieder vrij uurtje kroop ik achter m’n computer, een magisch proces, fantastisch om een keer mee te maken. Maar een manuscript is nog geen drukwaardig boek. Ik ging ervan uit dat ik het zelf zou moeten uitgeven, omdat ik inmiddels wel wist hoe moeilijk het is een uitgeverij te vinden. Ik liet het aan een vriend lezen en zijn commentaar was eerlijk. “Een mooi verhaal, maar je hebt professionele hulp nodig.” Hij raadde me redacteur Maaike Molhuysen aan en drukte me op het hart om vooral niet eigenwijs te zijn. Haha, een echte vriend dus.’

Wat volgde, was drie jaar lang keihard werken. Maaike zag een boek in zijn verhaal en wilde het manuscript graag redigeren. ‘Dat heb ik geweten. Ik kreeg mijn driehonderd pagina’s van haar terug met op elke pagina minstens tien opmerkingen en een begeleidend veertien kantjes tellend commentaar. Bijvoorbeeld over het zuiver houden van het perspectief: in wiens hoofd bevind je je? Ze adviseerde mij ook om een van de hoofdpersonen uit het verhaal te schrijven. Weet je wel wat dat betekent? In feite kun je dan overnieuw beginnen. Dat hele proces kostte me drie jaar, waarin mijn vrouw weinig van me gezien heeft, vrees ik. Maar mijn boek is af en is goed ontvangen. Als ik m’n eerste manuscript teruglees, snap ik overigens waarom Maaike zo hoog wordt aangeslagen in literair Nederland. Dankzij haar heb ik van mijn verhaal een echt boek kunnen maken. En ik weet nu: het schrijven van een boek bestaat voor tien procent uit inspiratie en voor negentig procent uit transpiratie. Dan is opereren eigenlijk een koud kunstje.’

Op missie

Het volgende boek zit al in zijn hoofd en Niggebrugge is zelfs door twee uitgeverijen een contract aangeboden. ‘Maar ik teken niet, want ik heb geen zin in een deadline. Dan wordt schrijven werk en ik heb al werk. Ik ben en blijf in de eerste plaats chirurg.’ Als hij vertelt wanneer hij wel tijd voor schrijven verwacht te hebben, krijgen zijn twinkelende ogen een extra schittering. ‘Ik ben onlangs aangenomen als militair chirurg bij de Koninklijke Landmacht en ga binnenkort mee op VN-missie. Tijdens zo’n uitzending sta je met een chirurgisch team paraat voor de eerste traumaopvang. Je hoopt natuurlijk voor onze troepen dat het niet druk gaat worden en voor mij zou dat ook goed uitkomen, want tijdens zo’n missie wil ik mijn volgende boek schrijven. En ja, de hoofdpersoon is weer een chirurg, maar dit keer een militair chirurg.’

Arthur Niggebrugge (1960) is getrouwd met Annemieke en samen hebben ze drie kinderen, Ruben (27), Sarah (25) en David (21). Zij wonen in Leiden en Arthur werkt als algemeen en traumachirurg in HMC (Haaglanden Medisch Centrum), het ziekenhuis dat is ontstaan uit de fusie van het voormalige Bronovo en het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag en het Antoniushove in Leidschendam.

Kameraadschap

De afgelopen maanden heeft Niggebrugge al de nodige notities gemaakt, bij voorkeur op zijn telefoon. ‘Het verhaal bouwt zich alweer op. Ik ben net zes weken op militaire oefening geweest. Defensie is een geweldig inspirerend bedrijf, waarbij geknokt wordt voor een betere wereld. We hebben veel defensieterreinen mogen bezoeken. We gingen naar de twee marinebases op Curaçao, talloze kazernes in Nederland en mochten een kijkje nemen op de Karel Doorman en andere schepen in Den Helder. De training heeft me overigens een conditie opgeleverd waar ik de afgelopen jaren alleen maar van kon dromen. En dat op mijn leeftijd. Marcheren met bepakking, klimmen, abseilen, schieten, PT (Physical Training, een soort ochtendgymnastiek). Allemaal fantastisch, maar reuze uitputtend. Ik heb mezelf meerdere keren afgevraagd waar ik in vredesnaam aan begonnen was. Maar ik weet nu wel waar ze kameraadschap hebben uitgevonden: bij defensie. Toen ik tijdens een looppasmars aan het eind van mijn Latijn was, voelde ik opeens dat mijn rugzak veel lichter werd. Een marinier was naast me komen lopen en tilde mijn bepakking op. Met zulke maten aan je zij, voelt het alsof je altijd de wind in je rug hebt.’ Op 7 oktober volgt de beloning voor de militair Niggebrugge, die, voordat hij aan z’n studie geneeskunde begon, al jachtvlieger bij de luchtmacht was. Op de ­Koninklijke Militaire Academie in Breda wordt hij benoemd tot luitenant-kolonel arts. De echte uitdaging wacht hem als hij straks daadwerkelijk op missie gaat. Wat hem betreft op een landmissie in Afrika.

Cultuurshock

Niggebrugge verloor zijn hart aan Afrika toen hij van 2000 tot 2004 elk jaar een deel van zijn vakantie gebruikte om in Ghana te werken. Was het een cultuurshock om daar te werken? ‘Collega’s hadden me al gewaarschuwd dat de cultuurshock pas bij thuiskomst zou komen. Als je in Afrika bent, word je ondergedompeld in je werk. De gebruiken daar voelen al heel snel als je norm. Moeders die met kinderen staan te wachten in de rij hebben altijd een deken bij zich. Die deken gebruiken ze om hun kind in op te rollen als het overlijdt terwijl ze op medische hulp wachten. Er zit zoveel verdriet, maar ook berusting in. Want ze dringen nooit voor, zelfs niet als hun kind op sterven ligt. De echte schok komt als je terug bent op de poli in Nederland en een ongeduldige patiënt tikt je op de
schouder met een “weet u wel wie ik ben”. Het zou voor ­iedere arts goed zijn om een tijdje in Afrika te werken. We zijn hier zo bevoorrecht, als artsen, maar ook als patiënt. Laten we dat niet vergeten.’

Het boek van Niggebrugge is niet autobiografisch, maar een aantal van zijn persoonlijke ervaringen komt er wel in terug. Het missiehospitaal in Battor met de Duitse nonnen was het ziekenhuis waar hij destijds werkte. ‘In het verhaal heb ik natuurlijk andere wendingen aangebracht. Zo loopt het met mijn naaste medewerker Tampore in het boek slecht af. In het echt heb ik nog contact met hem, tenminste, als hij weer eens in een stad is en er een werkend internet is.’

De Schuilplaats

Eigenlijk stonden er na 2004 nog meer weken Afrika op de operatieagenda van Niggebrugge, maar hij stuitte op een volgende passie. ‘Ik trof op een dag onder het centraal station van Leiden een groep daklozen aan. Of zoals ik het liever noem: thuislozen. Ik vond het mensonterend zoals ze daar zaten, in hun eigen uitwerpselen, zweren op hun benen. Dat beeld heeft me toen enorm aangegrepen en ik wilde mijn ogen er niet voor sluiten. Een week later heb ik mijn vrouw Annemieke gevraagd of ze een pan soep wilde maken en ben ik na mijn werk broodjes gaan brengen. Ik moest dat doen, het was een enorm innerlijke drang.’ Wat volgt, is een tien jaar durend project: de Schuilplaats. Uniek in Nederland. Een life chancer voor Niggebrugge. ‘Ja, het heeft mijn leven verrijkt, dat durf ik wel te stellen. Het is zo groots geworden. De eerste twee jaar brachten we iedere vrijdagavond eten en zorgden ook voor tandartshulp en medische hulp. Na enige tijd kregen we van de gemeente Leiden een pand tot onze beschikking en konden we iedere vrijdagavond en zondag voor opvang zorgen. Een thuis. Compleet met medische zorg, kappers, maaltijden, kledinguitgifte, noem het maar op. Allemaal draaiend op vrijwilligers. Ik opende altijd de avond. Noemde op wie er ziek was, jarig of overleden. Of ‘op cursus’, dat waren de mensen die in de gevangenis beland waren. We maakten een fotowand, persoonlijke verhalen werden gehoord, ze kregen een kaart en een cadeautje op hun verjaardag. Mensen kregen weer een identiteit, werden uit de anonimiteit gehaald. We hebben echt een verschil kunnen maken. Voor mij persoonlijk ook. Ik ging die vrijdagavonden moe uit het werk meteen door naar de Schuilplaats, maar kwam na middernacht opgekikkerd weer thuis. De momenten waarop we gingen bidden voor het eten, met 125 man, de rillingen liepen over m’n rug. Nog steeds als ik eraan terugdenk. Zo mooi, echt genieten. Compassie uit zich in daden, niet in woorden. Dat was in Afrika het geval, in Nederland is dat niet anders. Ik weet nu: je hoeft niet zo ver te zoeken om te zien waar de nood zich in deze maatschappij bevindt. De vraag is, doe je er ook iets

mee?’

De Grote Heelmeester

Tom en Suzanne van Amstel, chirurg en kinderarts, vestigen zich met hun jonge kinderen Vincent en Emma in Ghana in een afgelegen hospitaal te Battor. Als de 8-jarige Emma door een giftige pofadder wordt gebeten, heeft Tom net het laatste antiserum bij een ander kind toegediend. Hij haast zich naar Accra, heen en terug tien uur rijden, om antiserum te halen, maar krijgt onderweg een klapband. De reserveband blijkt te zijn stukgesneden. Er is duidelijk sabotage in het spel. Het onheil dat Tom en Suzanne vervolgens in een ijl tempo overvalt, lijkt te berusten op toeval, maar er schuilt een duivels complot achter. Een complot dat gebaseerd is op macht en geld.

De Grote Heelmeester, de titel van het boek, lijkt te verwijzen naar de Dunsunyi, de traditionele medicijnman die hoog aangeschreven staat bij de lokale bevolking. Tom vertrouwt liever op de reguliere geneeskunst, maar vooral Susan wordt ook getriggerd door de wonderen die de Dunsunyi lijkt te verrichten.

De corruptie rond de handel in medicijnen, de anatomische lessen uit het ziekenhuis en de tweestrijd tussen vertrouwen en verraad, macht en barmhartigheid, traditie en moderne wetenschap, maken van de De Grote Heelmeester een buitengewone thriller. De warme en intense beschrijvingen van het Afrikaanse continent maken het boek helemaal af.

Uitgever: Karakter Uitgevers B.V.

ISBN: 9789045205700

Bestel direct

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.