Betere uitkomsten met insulinepomp
Plaats een reactie
Kinderen en jongvolwassenen die een insulinepomp gebruiken vanwege diabetes type 1, hebben betere uitkomsten dan leeftijdsgenoten die insuline injecteren. Dit blijkt uit een grote Europese studie waar Beate Karges e.a. over schrijven in JAMA.
Zij voerden een grote cohortstudie uit bij 446 diabetescentra in Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg. Zij richtten zich op patiënten onder de 20 jaar en met minimaal een jaar diabetes type 1. Zij konden bijna twintigduizend kinderen aan elkaar matchen, van wie de helft een pomp had. Gebruik van continue glucosemonitoring was een exclusiecriterium. De onderzoekers vergeleken klinische uitkomsten in het meest recente behandeljaar.
In de pompgroep kwamen minder ernstige hypo’s voor (9,6 versus 14,0 per 100 patiëntjaren) en minder gevallen van diabetische ketoacidose (3,6 versus 4,3). De HbA1c-gehaltes waren gemiddeld iets lager (8,0 versus 8,2%), net als de totale dagelijkse dosis insuline (0,8 versus 1,0 U/kg).
De onderzoekers corrigeerden door het matchen voor zoveel mogelijk verstorende factoren, maar gezien de niet-gerandomiseerde studieopzet is enige selectiebias onvermijdelijk. De mate van motivatie of steun van de familie en kennis van zaken, zijn moeilijk in cijfers te vatten, en daardoor is correctie ervoor ook niet goed haalbaar. Voor sommige uitkomsten valt niet te zeggen of deze het gevolg zijn van de pomptoediening of van de extra educatie die patiënten krijgen als het apparaat wordt aangemeten.
Het wachten is nu op de volgende stap: hoezeer patiënten baat hebben bij systemen waarbij continue glucosemonitoring gekoppeld is aan een pomp.
JAMA, 2017. Doi:10.1001/jama.2017.13994
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties