Laatste nieuws

Ben ik een wonderdokter?

Plaats een reactie

De basis van een goed contact tussen arts en patiënt is vertrouwen. Hoe dat tot stand komt, verschilt niet alleen van patiënt tot patiënt maar ook van arts tot arts. De ene dokter zal zich strikt houden aan wetenschappelijk bewezen kennis en die zonder nonsens uitdragen. De ander beseft dat ‘de dokter als placebo’ ook een helende werking kan hebben. Waarom zou een beetje geloof in magie en wat opsmuk het wonder van de genezing niet een handje kunnen helpen? 
Tot welke categorie behoort u? Geef bij elke van onderstaande stellingen, voor­vallen of vragen aan welk antwoord het beste bij u past. Tel met behulp van de tabel de scores op.

Beeld: studio ping

1.   Als een patiënt een gemetastaseerd melanoom heeft, geef ik toch nog hoop op een wonder.


A Neen, nooit


B Meestal niet


C Neutraal


D Meestal wel


E Ja, altijd



2.  Aan de muur in mijn werkkamer hang ik het liefst


A zo weinig mogelijk: hoe kaler hoe beter


B een foto van David Sackett


C de eed van Hippocrates


D mijn artsenbul


E enkele buitenlandse oorkondes/diploma’s



3.  Ik geef een vrouw in barensnood die verzoekt om pijnstilling:


A Dat hoor ik niet eens


B Emotionele support


C Niets, ikzelf heb/mijn vrouw heeft bewezen dat bevallingen uitstekend zonder pijnstilling kunnen. Er is nog nooit een kind blijven zitten en vrijwel geen enkele vrouw overweegt af te zien van een volgend kind op basis van pijn bij de bevalling


D Adequate pijnstilling, deze bevalling is een hoogtepunt in haar leven, daar maken we een feest van en pijn hoort er niet bij


E Ik geef haar een apparaatje (TENS), waarmee zij haar eigen pijnsensatie kan reguleren.



4.  Als ik door een rooskleurige beschrijving van een middel bij een patiënt een positieve verwachting kan wekken over het gebruik hiervan


A vormt dat een wezenlijk onderdeel van het therapeutisch arsenaal


B maak ik daar graag gebruik van


C steekt daar geen kwaad in


D realiseer ik mij dat het in wezen niets anders is dan het stimuleren van de eigen geneeskracht


E is dat een kunstje dat ik liever aan alternatieve genezers overlaat



5.  Als een patiënt bij een homeopaat of acupuncturist is geweest, spreek ik hem daar graag op aan.


A Neen, want misschien helpt het de patiënt


B Meestal niet


C Hangt ervan af


D Meestal wel


E Ja, altijd

6.  Als een ALS-patiënt zegt: ‘Ik wil naar Lourdes’, dan zeg ik:


A Ja, dat moet u vooral doen


B Ja, dat kan geen kwaad


C Ach, u kunt het proberen, maar verwacht niets


D Nee, dat lijkt mij niet verstandig en zonde van het geld


E Dat raad ik u ten zeerste af

7.  Ik lees in de krant dat een Poolse patiënt na 25 jaar uit een coma ontwaakt en denk dan:


A Ai, dat is een wonder waar de wetenschap tekortschiet


B Ja, dat is nou het mooie van de geneeskunde


C Dat lijkt me sterk


D Dat geloof ik niet


E Dat kan niet

8.  Ik houd spreekuur


A in mijn dagelijkse kleren


B in pak en jasje


C in een witte jas


D in een witte jas met attributen


E als het kan in OK-kleren



9.  Als een patiënt vijf keer achter elkaar een spontane abortus heeft gehad en al onder behandeling is geweest in een academisch ziekenhuis


A geef ik haar weinig hoop


B spreek ik haar troostend toe


C spreek ik haar bemoedigend toe


D stuur ik haar door voor een third ­opinion


E adviseer ik haar naar een gebeds­genezer te gaan



10.  Ik verkleed mij graag als Sinterklaas, want vanachter die baard kan ik wonderen verrichten.


A Dat doe ik elk jaar


B Dat heb ik wel eens gedaan


C Als ze me vragen, zou ik ja zeggen


D Dat zie je mij niet gauw doen


E Neen, nog nooit gedaan



11.  Percussie van het hart bij een keuring vind ik obsoleet.


A Ja, want een thoraxfoto levert veel betere informatie op


B Ja, want als ik de apex kan palperen weet ik net zoveel


C Ach, het kost nauwelijks extra tijd


D Nee, het hoort erbij


E Het geeft de patiënt in ieder geval het gevoel dat hij goed is nagekeken



12.  Als een jonge moeder verrukt naar de pasgeborene kijkt en zegt ‘dokter, het is toch allemaal een wonder!’, dan zeg ik:


A ‘Ja, en ik weet nu al dat dit een ­wonderkind wordt’


B ‘U hebt groot gelijk’


C ‘Weet ik nog zo net niet mevrouw, ik geloof eigenlijk nergens in’


D ‘Ach ja’, en kijk de baby zorgvuldig na


E ‘Welnee, bij koeien gaat het net zo’



13.  Evidence-based medicine is de basis voor de geneeskunde.


A Ja, als alleen dubbelblind gerandomiseerd onderzoek als hoogste graad van bewijs daarbij telt 


B Ja, als ook het overgrote deel van het handelen wordt meegenomen waarvoor geen kwalitatief hoogwaardig bewijs voorhanden is


C Neutraal, niet alleen onderzoek is van belang, maar ook de waarden van de patiënt


D Nee, evidence-based medicine verwaarloost de individuele aandacht voor patiënten


E Nee, evidence-based medicine is ook maar een geloof



14.  Ik ben arts geworden omdat


A ik graag wetenschappelijk onderzoek wilde combineren met praktische vaardigheden


B ik geïnteresseerd ben in de werking van het menselijk lichaam


C dat van mij verwacht werd want mijn vader/oom/tante (et cetera) was ook arts


D de variatie in de psyche van de mens mij uitermate boeit


E er helende krachten in mij schuilen



15.  U wordt tijdens een nachtdienst bij een patiënt met hevige pijn in de voet geroepen. Na uw onderzoek is de oorzaak onduidelijk, maar u sluit ernstige pathologie uit.


A U zegt dat u de patiënt direct van de pijn kan afhelpen en geeft een shot morfine


B U geeft uit uw koffer een NSAID-zetpil plus een recept voor twee- tot driemaal daags dit middel


C U adviseert paracetamol, ook al heeft de patiënt dat al geprobeerd


D U zegt dat dit moeilijk bestrijdbare pijn is en dat de geneeskunde niet voor alles een oplossing heeft


E U zegt dat u het niet goed weet, maar dat de patiënt zich verder geen zorgen hoeft te maken



16.  Geneeskunde blijft magie.


A Ja, en universitaire geneeskunde maakt je geen betere dokter


B Ja, het wetenschappelijke imago is slechts uiterlijk vertoon


C Neutraal: zonder de wetenschap heeft de magie geen effect


D Nee, want de wetenschap heeft ons de laatste honderd jaar toch veel verder gebracht


E Nee, geneeskunde is wetenschap, er komt geen magie aan te pas



17.  Op de huisartsenpost meldt zich op vrijdagavond telefonisch een ongeruste 35-jarige vrouw zonder voorgeschiedenis met een gevoeld knobbeltje in haar borst. Wat doet u?


A Ik spreek haar vermanend toe: zulke klachten zijn niet spoedeisend, zij behoort maandag naar de eigen huisarts te gaan


B Ik leg uit dat ik op dit tijdstip niets voor haar kan doen, de mammapoli is immers gesloten in het weekend


C Ik stel haar telefonisch gerust: gezien haar jonge leeftijd en blanco voorgeschiedenis maakt ze zich waarschijnlijk onterecht zorgen


D Ik laat haar zelf beslissen wat ze wil


E Ik laat haar naar de huisartsenpost komen, haar ongerustheid is immers ernstig en de kwaliteit van haar weekend neemt dramatisch toe als ik haar kan geruststellen

18.  Als ik hoogleraar heelkunde zou zijn, laat ik mij door patiënten aanspreken met


A professor en ‘u’


B dokter en ‘u’


C dokter en ‘je’


D Hendrik-Jan en ‘je’


E maakt mij helemaal niets uit



19.  Een dertiger met lage rugpijn sinds drie weken, bij wie u thans en tijdens een eerder bezoek (drie weken geleden) geen duidelijke afwijkingen hebt gevonden


A deel ik mee dat röntgenonderzoek niet zinvol is


B probeer ik ervan te overtuigen dat hij zijn activiteiten geleidelijk moet uitbreiden volgens het tijdcontingente principe


C spreek ik bemoedigend toe geduld te hebben


D stuur ik door voor een foto als dat de patiënt geruststelt


E stuur ik door naar mijn goede vriend de topneuroloog en zeg dat er nadrukkelijk bij



20. Deze vragenlijst is een valide meetinstrument om de kwakzalver te onderscheiden van de evidence-based dokter.


A Jazeker, want deze vragenlijst is niet voor niets door de eerste de beste opgesteld en gepubliceerd in Medisch Contact


B Ja, ik denk van wel, want ik scoor hoog in het evidence-based gehalte


C Dat weet ik niet, er is geen voorafgaand literatuuronderzoek vermeld


D Nee, ik denk van niet, want wat kwakzalverij betreft geldt voor mij: waar rook is, is vuur


E Nee, zeker niet, want deze vragenlijst is niet voor niets door de eerste de beste opgesteld en gepubliceerd in Medisch Contact

Score
Tel uw scores op de antwoorden op volgens onderstaande tabel:

0-75 punten: u bent een wetenschappelijk ingestelde arts zonder opsmuk. De mens is voor u een machine. U heeft zich tijdens de reünistendag van uw medische faculteit vast verbaasd over de aftakeling in de carrières van uw studiegenoten, die eens zo academisch gevormd waren. Als zich opnieuw een reünistendag aandient, doet u er goed aan niet alleen uw broeders uit de geneeskunde (kunde, geen kunst aan!) te treffen, maar ook eens een kijkje te nemen bij de faculteit psychologie. U zult verbaasd zijn. Dat is goed voor uw denkkader en, belangrijker, ook voor uw patiënten.

76-125 punten: u heeft een goede balans gevonden tussen geneeskunde en geneeskunst. U verkoopt uw patiënten geen praatjes en integreert in uw vakkennis de humane aspecten van het medisch beroep.

126-200 punten: er zit wat u betreft meer tussen hemel en aarde. U verzet zich dan ook tegen de verwetenschappelijking van het vak en het wegcijferen van de individuele dokter als helende kracht.
Wanneer u, na uw meditatiereis door Tibet, weer denkt dat het artsenvak toch voor u bedoeld is, zou u eens een nascholingscursus op het gebied van evidence-based medicine kunnen volgen. Dat is goed voor uw denkkader en, belangrijker, ook voor uw patiënten.

evidence based medicine bevalling
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.