Arts moet ‘perfect’ zijn en redt dat niet
Overbelasting van (aankomend) artsen vraagt om erkenning en actie
5 reactiesVeel artsen gaan ten onder in de huidige prestatiecultuur, waarin het tonen van onzekerheid een zwakte is en foutloos handelen een must. Oplossingen als weerbaarheidstraining zijn puur gericht op de persoon, en pakken het ziekmakende systeem niet aan. Terwijl dát juist moet veranderen, stellen Liesbeth van der Jagt en collega’s.
Ongeveer één op de vijf medisch studenten, praktiserend artsen of (aankomend) medisch specialisten in Nederland kampt met burn-out(klachten) of psychische problemen. Een deel daarvan komt door persoonlijke factoren en omstandigheden. Een ander deel door professioneel-organisatorische factoren binnen opleidings- en zorginstellingen of ontstaat juist in de combinatie tussen persoonlijke en omgevingsfactoren.
Stress en overbelasting kunnen ernstige gevolgen hebben voor het persoonlijk welbevinden en de gezondheid van de (aankomend) arts. Daarnaast gaan ze vaak gepaard met stijging van kosten binnen het onderwijs en de zorginstellingen door studie-uitval of -vertraging, ziekteverzuim en personeelswisselingen. Dit heeft onmiskenbaar gevolgen voor de kwaliteit van geleverde zorg.
De laatste tijd gaan binnen die organisaties en instellingen steeds vaker de alarmbellen af. Beroepsverenigingen van artsen erkennen het probleem echter nog onvoldoende als een risico voor de professional en de patiënt. In de meeste beleidsplannen of verplichte risico-inventarisatie en -evaluaties ontbreekt het onderwerp stress en overbelasting. Dit is zorgwekkend.
Prestatiecultuur
De huidige prestatiecultuur wekt de illusie dat geluk een product is van ‘goede keuzes’, een persoonlijke verantwoordelijkheid die maakbaar is. Het resultaat: onrealistische standaarden en harde zelfkritiek. Deze levensfilosofie vormt een belangrijke kiem voor overbelasting en ontstaat al op basis- en middelbare scholen. Effecten zijn onder andere dat mensen minder goed kunnen omgaan met obstakels en feedback, en bij tegenslag de schuld bij zichzelf zoeken of besluiten iets anders te gaan doen.
Perfectionisme neemt de afgelopen decennia lineair toe. Prestatiegerichte honoursprogramma’s en excellentieprogramma’s, focus op cum laude en ‘verplichte’ promotietrajecten helpen daar niet bij. En wat te denken van de decentrale selectiemethodes binnen de geneeskundeopleiding, waarbij we wellicht selecteren op mensen die gevoelig zijn voor stress. Een ander effect kan de overtuiging zijn dat het tonen van onzekerheid en kwetsbaarheid een zwakte is. Klachten, fouten en calamiteiten blijven dan verborgen in een ‘conspiracy of silence’: demotivatie, stress en disfunctioneren – ook van collega’s – zijn nauwelijks bespreekbaar.
Keurslijf
Artsen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. Ze mogen daarin – vanuit de publieke opinie – geen fouten maken. Ze worden er ook tuchtrechtelijk op aangesproken. Dit levert druk op. Daar komt bij dat deze verantwoordelijkheid gepaard gaat met een afnemende autonomie over de inrichting van deze zorg door tijdsdruk, een keurslijf van protocollen, overmatige administratie en richtlijnen en bemoeienis van zorgverzekeraars. De cultuur van protocollering en regelgeving waarin onze assistenten nu gevormd worden, ontmoedigt zelfstandig denken: juist een van de kenmerken van een professional. Deze onbalans in verantwoordelijkheid en invloed is een potentieel ziekmakende combinatie.
Steeds vaker bevinden medisch professionals zich in een waardenspagaat. Enerzijds zijn er de basiswaarden als eerlijkheid, vertrouwen, respect en niet-schaden, inherent aan de medische beroepsethiek. Anderzijds zijn er organisatiewaarden als resultaatgerichtheid en kosteneffectiviteit. Deze laatste staan soms op gespannen voet met het leveren van maatwerk voor de individuele patiënt, zoals beschreven in het visiedocument ‘Medisch Specialist 2025’. Menig medisch specialist voelt zich momenteel eerder een ‘productiemedewerker’ dan een bevorderaar van gezondheid.
Voor het merendeel van de artsen geeft direct contact met de patiënt de grootste voldoening. Toenemende administratielast en oneigenlijke, niet-medische, taken hebben een negatief effect op de beschikbare tijd voor de patiënt. Dit leidt onmiskenbaar tot vermindering van kwaliteit van zorg en directe communicatie, met een vergrote kans op medische fouten, afname van patiënttevredenheid en verhoogd risico op klachten- en tuchtprocedures. De confrontatie met een dergelijke procedure werkt als een negatieve spiraal een verder verminderde arbeidssatisfactie in de hand.
Normale reactie
Stressreacties als gevolg van overbelasting zien wij als een normale reactie op een abnormale situatie. Oplossingsrichtingen leggen met regelmaat de verantwoordelijkheid bij de student of arts, bijvoorbeeld door te focussen op weerbaarheids- of mindfulnesstraining. Het risico daarvan is dat de ziekmakende factoren binnen het systeem niet of nauwelijks worden aangepakt. Ook brengt het potentieel verdere schade toe aan de individuele (aankomend) arts. Immers, je draagt als overbelaste professional opnieuw alleen de verantwoordelijkheid, eerst voor je disbalans en nu ook voor je herstel.
Weerbaarheid en bevlogenheid zijn niet af te dwingen wanneer de werklast te hoog is: dan moet de werklast omlaag. Bezieling, betrokkenheid of bevlogenheid zijn in het geding als de autonomie ingeperkt is: dan moet de autonomie omhoog. En juist die verantwoordelijkheden liggen bij de opleiding en de zorginstelling. De aanpak van overbelasting van (aankomend) zorgprofessionals is een gemeenschappelijk belang van de betrokken partijen. De zorgprofessional zelf is immers het belangrijkste instrument; alleen als hij mentaal en lichamelijk fit is kan hij de beste en meest kosteneffectieve zorg leveren aan de patiënt.
Kantelen
Overbelasting van (aankomend) artsen vraagt om onmiddellijke aandacht. Hoe kunnen we de huidige situatie kantelen? Een aantal acties is essentieel:
Erkenning
Het bevorderen van het welbevinden en het tegengaan van (potentiële) overbelasting van (aankomend) artsen hoort boven aan de beleidsagenda van iedere wetenschappelijke beroepsorganisatie, opleidings- en zorginstelling te staan. De universiteiten, beroepsverenigingen en zorginstellingen ontwikkelen hun visie op welbevinden van studenten, aiossen en artsen en zetten deze om in de beleidsagenda, de risico-inventarisatie en -evaluatie en in interventies.
Analyse
Universiteiten, beroepsverenigingen van artsen en zorginstellingen identificeren de systemische, ziekmakende factoren in organisatiecultuur en opleidingsklimaat, zoals regeldruk en werklast. Zij formuleren een onderzoeksprogramma naar 1. prevalentie van psychosociale problemen bij studenten, aiossen en artsen; 2. opzet en evaluatie van een effectieve ondersteuningsstructuur in het hoger onderwijs en in de zorginstelling voor het bevorderen van welbevinden; 3. internationale kennisuitwisseling over effectieve strategieën daarbij. Bronnen voor deze analyse zijn bijvoorbeeld welzijnsenquêtes, verzuimcijfers, leerklimaatenquêtes en klachtendossiers.
Bronaanpak
Op basis van dit onderzoeksprogramma ontwikkelen bestuurders en medische professionals van zorginstellingen en -opleidingen samen een interventieprogramma, gericht op preventie van en begeleiding bij psychosociale problemen van studenten, aiossen en artsen. Ze werken daarin samen met erkende organisaties voor professionele coaching en geestelijke gezondheidszorg. Binnen de instelling worden maatregelen genomen die de autonomie van de zorgprofessional bevorderen, zoals voldoen aan arbeidstijdenbesluit, terugdringen van administratieve ballast, roostering met oog voor werk-privébalans.
Cultuur en rolmodellen
Opleidingen, zorginstellingen en professionals streven naar een constructieve leer- en werkcultuur, gekenmerkt door flexibiliteit, samenwerking, medezeggenschap en autonomie. Managers in de organisatie stellen zich actief op achter de werknemer in plaats van te pogen te voldoen aan de steeds hoger wordende eisen en de controlezucht van de buitenwereld. De instellingen evalueren of studenten, aiossen en artsen de gewenste cultuur ook daadwerkelijk ervaren.
Kanarie
Laten we zorg dragen voor onszelf, voor elkaar en voor onze patiënten. Zodat er op korte termijn echt wat verandert, vanuit vereende kracht, erkenning en creativiteit. Wanneer we de student/aios/arts beschouwen als ‘kanarie in de kolenmijn’ is het immers zaak niet alleen de kanarie te begeleiden, maar ook de kolenmijn om te vormen tot een gezonde leer- en werkomgeving. Het is hoog tijd!
auteurs
Liesbeth van der Jagt
coördinator kaderopleiding supervisie en coaching, huisartsopleiding, UMC Utrecht
Natascha Deguelle
gynaecoloog in Duitsland, voorheen arts voor arbeid en gezondheid
Mirjam Pol
studieadviseur VUmc, Amsterdam
Jelle Prins
decaan MCL Academie, Medisch Centrum Leeuwarden
contact
e.j.vanderjagt@umcutrecht.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
lees ook
Geerten van der Flier, Tessa Versteegde namens de HABZ
huisarts np, Mook
Wat als je het niet redt om ‘perfect’ te zijn?
Liesbeth vd Jagt et al schrijven dat de verantwoordelijkheid voor herstel na overbelasting teveel bij artsen zelf wordt gelegd, terwijl juist het ziekmakende systeem moet worden aangepakt (MC 22/2019:18...-20). Een interessant betoog, waar onzes inziens een extra dimensie moet worden benadrukt. Het betreft de druk die herregistratie-eisen opleggen in geval van ziekte.
In de huidige wetgeving is vastgelegd dat je als arts je registratie verliest als je langer dan 2 jaar niet werkt, bv door ziekte. Echter, 2 jaar gaat soms snel voorbij, zoals tijdens de behandeling van een maligniteit. Bij de toepassing van deze regel wordt niet gekeken naar voorervaring, competenties of het aantal gewerkte uren van voor het ziek zijn, binnen dezelfde herregistratiecyclus van 5 jaar. Dit kan betekenen dat een arts zich gedwongen voelt om sneller te re-integreren dan medisch gezien wenselijk is, of dat artsen zich genoodzaakt voelen om in de herstelperiode de werkzaamheden snel naar fulltime uit te breiden; om zo te voldoen aan de urennorm, in de hoop hun registratie en daarmee hun werk niet te verliezen.
Ook deze kwestie raakt aan het thema van maakbaarheid en meetbaarheid van kwaliteit. De herregistratie-eisen zijn absoluut, zonder mogelijkheden voor maatwerk bij overmachtssituaties. De boodschap dat na ziekte de registratie in het geding komt, impliceert disfunctioneren en steunt het beeld dat er in de medische wereld geen ruimte is voor kwetsbaarheid. Daarom pleit de actiegroep Herregistratie Artsen bij Ziekte voor aanpassing van deze regels. Het schrappen van de bovengenoemde 2-jaarsregel zou een goede eerste stap zijn. Daarbij is het ook van belang dat artsen die hun registratie inmiddels zijn verloren, op een goede manier terug kunnen keren in hun vak, zonder onnodige obstakels die moeilijk met ziekte te combineren zijn. Zoals Liesbeth vd Jagt et al het artikel afsluiten: laten we zorg dragen voor onszelf en elkaar!
Nelleke van Eijsden
huisarts, Ede
'Ik ben zo blij dat mijn dokter een mens van vlees en bloed is, die maar een ding tegelijk kan. Dus alstublieft geen excuses voor dat half uur wachten. Ik heb de tijd en u draait mooie muziek.' Ooit haalde ik een patient uit de wachtkamer en maakte d...irect mijn excuses dat hij een half uur op mij had moeten wachten. Tenslotte kun je potentiele ergernis hierover maar beter uit de lucht halen, voordat de patient die over je uitstort. De herinnering aan dit antwoord, is altijd goed voor een glimlach, als ik op een drukke dag word overspoeld door alle wensen, eisen en echte vragen van patienten, zorgverzekeraars, gemeente en andere hulpverleners. Hoe maken we - ook in de ogen van de maatschappij - de dokter weer een mens tussen de mensen, in plaats van een op een voetstuk gehesen superheld die geen fouten maakt?
C
Anios, Den haag
Een goed begin is het aanpakken van de gekke 36 betaalde uren en ‘10’ studie uren contract. Laten we daarmee beginnen! Gewoon genoeg artsen op de vloer ! Ipv 1 arts die het werk van 2 moet doen.
Lisan Ravensbergen
Anesthesioloog - pijnspecialist, Hoorn
Beste auteurs.
Goed verhaal.
Ik denk dat jullie weer eens een terecht punt aanroeren!
Niet dat je als individu niets te leren hebt van een burn-out, dat zeker wel! En gelukkig is daar ook de nodige hulp voor beschikbaar vaak.
Maar het is tri...est hoe het systeem (de zorginstelling, collega-artsen) er inderdaad toe neigt weg te kijken en haar verantwoordelijkheid niet neemt. En in het ergste geval zelfs een stukje blaming-the-victim (https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Blaming-the-victim?wprov=sfti1) aan de dag legt. Wat dan vooral iets zegt over hoe groot onbewust de angst van de dokter is om zelf ziek te kunnen worden. En dat is dan weer best begrijpelijk :)
Zijn we dan toch misschien, zelfs als dokter, niet onoverwinnelijk? ;-)
Jan Keppel Hesselink
pijnarts, bosch en duin
Wat is nu de oer-oorzaak is hier? Veel meer dan 50% dokterswerk is administratief! Of anders gezegd, wat dokters vroeger deden de hele dag (90%), namelijk aandokteren met de patienten, gebeurt nu nog maar voor een fractie van de werktijd.
Wij zijn ...als dokters sowieso al wat matig geïnteresseerd in papierwerk. Het is dus niet gek dat iedereen afknapt op dit nieuwe leven met de witte Jas.
Het zou hetzelfde zijn als de architect, die inplaats van huizen ontwerpen, in 80% van zijn tijd bestelformulieren voor bakstenen zou moeten invullen. Dan wordt hij ook overspannen en brandt voortijdig af.
Dus een prachtig artikel, lovenswaardig. Maar ik denk als we ons niet losweken van de computer met haar eisen gaat het niets worden.