Traumachirurgie en geriatrie in Twente
Plaats een reactieZiekenhuisgroep Twente (ZGT) heeft de geriatrische expertise vervlochten met traumatologische zorgpaden. De beter onderling afgestemde medische aanpak voor kwetsbare oudere patiënten in het ziekenhuis illustreert hoe verschillende aanbevelingen uit het KNMG-standpunt voor sterkere medische ouderenzorg, in praktijk kunnen worden gebracht.1 2
Han Hegeman en Detlef van der Velde, traumachirurgen, onderkenden in 2006 dat hun populatie fractuurpatiënten in ZGT locatie Almelo grotendeels uit kwetsbare, zeer oude patiënten (80+) bestaat. Zij stichtten in 2008 met de geriaters Hester Klaren-Florijn en Marlies Regtuijt het Centrum voor Geriatrische Traumatologie (CvGT). Doel: beter inspelen op comorbiditeit, polyfarmacie, complicatiegevoeligheid, osteoporose, langere herstelduur en verminderde fysieke en cognitieve zelfstandigheid. Het CvGT is ingericht op een veilig verblijf in het ziekenhuis en snelle mobilisatie en revalidatie binnen de individuele mogelijkheden van de oudere patiënt.
Behandelteam
In de zorgpaden is de geriatrische zorg vervlochten met alle traumachirurgische stappen.3 Op de SEH bereiden de geriater, de traumachirurg en de anesthesioloog de patiënt gezamenlijk voor op de operatie. De verpleegafdelingen geriatrie en traumatologie zijn gefuseerd. Alle verpleegkundigen zijn geriatrisch opgeleid en er zijn verpleegkundig specialisten en physician assistants die medische taken zoals zaalvisitie overnemen. Een fysiotherapeut en een diëtist behoren tot het vaste behandelteam; andere disciplines worden op indicatie ingeschakeld. Postoperatief zijn de traumachirurg en geriater samen zorgverantwoordelijk voor de oudere patiënt met fractuur. In de poliklinische nabehandeling is er naast functieherstel standaard aandacht voor osteoporose- en valpreventie.
Oudere heupfractuurpatiënten
De 30 bedden op de gecombineerde verpleegafdeling worden gemiddeld voor 50 procent bezet door geriatrische patiënten, 20 procent niet-geriatrische traumapatiënten en 30 procent ouderen met een fractuur. De oudere heupfractuurpatiënten worden voor effectiviteitsonderzoek nauwlettend gevolgd. In het eerste jaar na de start van het CvGT nam door een betere detectie de delierconstatering toe van 26 naar 41 procent van de patiënten. Door geriatrische medebehandeling waren minder consulten van internisten en longartsen nodig. En het aantal heropnames binnen 30 dagen daalde van 15 naar 1 procent. De patiënten worden in betere conditie ontslagen na dezelfde behandelduur. 4
Toekomst
Het vervlechten van geriatrische expertise in alle stappen van het klinische zorgpad is de toekomst voor alle specialismen met een vergrijzende doelgroep, aldus Hegeman en Van der Velde. Deze manier van werken biedt de patiënt betere kwaliteit, de professional meer voldoening, en de beperkte investeringen betalen zichzelf terug door de lagere behandelkosten (minder complicaties en minder heropnames).
Deze Twentse aanpak krijgt navolging in een landelijk Netwerk van Centra voor Geriatrische Traumatologie. Zeven ziekenhuizen zijn al geïnteresseerd in een herinrichting van hun zorgpad en het opzetten van een goede zorgregistratie naar voorbeeld van de Britse National Hip Fracture Database.5 De deelnemende centra zullen met frequente spiegelinformatie worden gestimuleerd tot een continue verbetering van de resultaten. Daarnaast hopen Hegeman en Van der Velde met steun van de wetenschappelijke verenigingen voor traumachirurgie (NVT) en klinische geriatrie (NVKG) een prestatie-indicator te ontwikkelen voor de integrale behandeling van kwetsbare oudere patiënten met een heupfractuur.6
Geslaagd voorbeeld
De KNMG vindt dat de algemene geriatrische behoeften van kwetsbare oudere patiënten beter onderkend moeten worden binnen ziekenhuizen.7 Naast goede ‘orgaanspecialisten’ in de acute fase zijn generalistische specialisten met klinische en geriatrische competenties in de postacute fase nodig, die hun behandelingen afstemmen. Het ZGT locatie Almelo biedt een geslaagd voorbeeld van de realisatie van deze en andere aanbevelingen van de KNMG. Voor een nog te publiceren handreiking zoekt de KNMG goede praktijkvoorbeelden uit eerste en tweede lijn. Tot 26 april kunt u uw zorgverbetering online aanbieden.8
De voetnoten vindt u bij dit artikel op de website van de KNMG.
- Er zijn nog geen reacties