Who’s gonna love me now?

‘Het is een proces’, zegt Saar tijdens het sollicitatie-gesprek. Hij doelt op de acceptatie van zijn hiv-besmetting door zijn orthodox-joodse familie in Israël.

In Who’s gonna love me now? van de broers Tomer en Barak Heymann volgen we dat proces. Maar vooral ook de worsteling van Saar met zijn positie in de familie sinds hij als jongeman de kibboets verliet.

Tijdens de achttien jaar die hij in Londen woont, heeft hij een nieuwe familie gevonden in de mannen van het London Gay Men’s Chorus. Langzaam ontvouwt zich een ontroerend familieverhaal, waar naast angst en vooroordelen ook plaats blijkt te zijn voor onvoorwaardelijke liefde en oprechte bezorgdheid om Saars gezondheid en toekomst. Als hij in Israël een baan kan krijgen bij het Aids Fonds staat Saar voor een moeilijke keuze: kiest hij voor de vrijheid van Londen of voor de geborgenheid van de familie?