De POP poli

De POP poli, oorspronkelijk opgezet vanuit ons ziekenhuis 1), hoeft geen last te hebben van bijbetaling door patiënten mits deze poli is georganiseerd zoals die door ons is opgezet. Uitgangspunt van het POP expertisecentrum is dat verwijzers verantwoordelijk blijven voor de behandeling.

In de oorspronkelijke opzet worden zwangeren en zij die een actieve zwangerschapswens hebben en tevens bekend zijn met een psychiatrische stoornis op de POP-poli gezamenlijk gezien door een multidis-ciplinair team bestaande uit een gynaecoloog, kinderarts en psychiater. Locatie is de polikliniek gynaeco-logie/verloskunde van een algemeen ziekenhuis.

Vrouwen worden liefst preconceptioneel gezien en daarna bij zwangerschap in eerste en laatste trimester. Vervolgens is er een nacontrole door de kinderarts op de kinderpoli (alleen kinderarts) 3 weken na bevalling en nacontrole op de POP poli 6-8 weken na de bevalling (alleen gynaecoloog en psychiater) op de poli gynaecologie/verloskunde. Dit betekent poliverrichting voor de gynaecoloog en een consult voor kindergeneeskunde en psychiatrie. DBC Zorg, geen DBC GGZ, dus geen aanvullende kosten voor de zwangere.

Daarnaast biedt de POP poli een klinisch kraambed aan op de afdeling verloskunde. Deze is bedoeld voor het coachen van moeders bij de omgang met hun pasgeborene en om eventuele effecten van psychofar-macagebruik op de pasgeborene te beoordelen 2). Ook hier geen additionele kosten voor de jonge moeder.

Met deze opzet zijn er geen additionele kosten voor de zwangere en wordt de zwangere gezien in een voor deze problematiek logische setting. POP poli patiënten zijn hier tevreden over.
 
Prof. dr. A. Honig, psychiater SLAZ/VUmc
Dr. M. Heres, gynaecoloog SLAZ
Dr. H. Wennink, kinderarts SLAZ
 
Literatuur
1.) A. Visscher. Zwanger maar depri. Medisch Contact 5, 184-187, 2009. 
2.) N. Kieviet et al. Ontwenning bij de pasgeborene na blootstelling aan psychofarmaca tijdens de zwan-gerschap. NTvG, 156; 16,673-679,2012.