‘Kloppende’ administratie

PRAKTIJKPERIKEL

‘Wij zijn een leverancier van infuuspompen en wij hebben in het verleden een infuuspomp geleverd aan een patiënt die onder uw behandeling viel.’ Nog ben ik nietsvermoedend na het lezen van deze eerste zin; geen flauw idee waar deze brief mij uiteindelijk naartoe zal leiden.

‘Aan de zorgverzekeraar zijn wij verplicht gesteld om (met terugwerkende kracht) een compleet dossier van de patiënt te kunnen overleggen, ook al zijn deze in sommige gevallen overleden...’, zo gaat het verder. Als huisarts met een aantal jaren ervaring voel ik mijn barometer langzaam ‘in de bureaucratische stand’ schieten: zo dadelijk wordt er van mij een handeling gevraagd en met directe patiëntenzorg heeft die handeling niks van doen.

‘Helaas blijkt dat wij een handtekening missen op het machtigingsformulier van de volgende patiënt: naam van patiënt B. en geboortedatum worden genoemd.’ Uit mijn hoofd weet ik dat deze mevrouw B. al geruime tijd dood is. Longcarcinoom, veel pijn weet ik uit mijn hoofd. Meer dan veertien maanden is het nu alweer geleden, vertelt me mijn geraadpleegde mortaliteitsklappertje.

‘Zou u zo vriendelijk willen zijn om het machtigingsformulier te e-mailen naar ... of faxen naar ...?’ Pavloviaans zet ik mijn handtekening op het formulier en haal het door de fax. Mevrouw B. mag dan rusten, haar hart niet meer kloppen, als bij de zorgverzekeraar haar administratie maar klopt!

Heeft u ook een perikel?

Stuur uw verhaal naar redactie@medischcontact.nl