Blogs & columns
Ivan Wolffers
3 minuten leestijd
Column

Doktersvrouw - Ivan Wolffers

3 reacties

Deze zomer trouwden Mike en Katja, beiden arts. Op veel plekken hebben ze samengewerkt en nu zijn ze in Engeland bezig met hun pediatrische specialisatie. Tijdens de bruiloft sprak ik hen toe, omdat ze me na aan het hart liggen. Het was een internationale bruiloft en ik had besloten te spreken over ‘What makes a good doctor’s wife’.

Jaren geleden, toen ik de huisartsenopleiding deed, werd ik op de hoogte gebracht van het belang van de doktersvrouw. Praktiseren was volgens mijn opleiders uitgesloten zonder. De goede doktersvrouw was degene die de telefoon opnam als je avond- of weekenddienst had. Als ik dan net op weg was naar een noodgeval, dan zou zij de ouders van een kind met 38 graden koorts geruststellen of de bejaarde die benauwd wakker was geworden vragen: ‘Heeft u al een extra kussen onder uw hoofd gelegd?’ Zij was ook degene tegen wie veel patiënten gemakkelijker praatten dan tegen de arts, en bij wie ze aan de buitendeur – de arts had toen nog praktijk aan huis – hun hart uitstortten. Invoelend kon ze dan wat advies aan een jonge vrouw geven over wat ze aan moest met een man die niet weet waar Abraham de seksuele mosterd moet halen. Of aan een mannelijke patiënt opmonterend zeggen: ‘Als je dat voelt, dan moet je dat ook eerlijk tegen haar zeggen.’ Kortom, de doktersvrouw was uiterst noodzakelijk in het kleine koninkrijk van de haastige alleswetende dokter, en dichter bij het heilige beroep kon je niet komen zonder dat je er een opleiding voor hoefde te volgen.

Er waren natuurlijk allerlei soorten doktersvrouwen. Degenen die eindeloos bleven vragen wat er met die vrouw bij haar op de tennisclub aan de hand was: ‘Had ze een geslachtsziekte?’ Of de doktersvrouwen die het niet eens waren met de aanpak van de arts des huizes: ‘Waarom zo snel met die valium? Ze zei tegen mij dat ze zich door jou niet serieus genomen voelt. Je zou eens behoorlijk met haar moeten praten.’ En naar een madame Bovary zat geen enkele arts uit te kijken.

Op de eerste avond dat ík dienst had, zei mijn vrouw dat ze met haar vriendin had afgesproken om naar de bioscoop te gaan. Ik herinner me de film nog: Clockwork Orange. Die had ik ook wel willen zien. Gespannen keek ik die avond telkens naar mijn eigen uurwerk om te weten of ik haar spoedig kon terugverwachten. Toen ze uiteindelijk weer verscheen, had nog geen enkele patiënt gebeld. Maar ze had me duidelijk gemaakt waar ik op kon rekenen. Later besefte ik dat het ook beter was. Ze is psychologe en was toen al een geëmancipeerde vrouw. Ze zou de licht dreigende en overdrijvende patiënten onmiddellijk herkennen en zeggen: ‘Blaas het nou allemaal niet zo op, zeg. Je verprutst onze tijd. Bel als de koorts echt boven de 40 graden is maar weer op, of maak het ons gemakkelijk en ga meteen naar de eerste hulp.’

Met het verschijnen van de mobiele telefoon verdween de laatste doktersvrouw en voordien hadden de meeste vrouwen van wie verwacht werd zich in die rol te schikken, allang een eigen leven. Artsen konden dat heus wel op een andere manier organiseren. De doktersvrouw was een voorbeeld van een door mannen gedomineerde samenleving die ervan uitging dat een vrouw zich zomaar dienstbaar opstelt.

Die tijd is gelukkig voorbij. Maar wat als er kinderen komen? Wie gaat er dan minder werken? Hoe gaan ze dat samen oplossen? Tegen de bruidegom zei ik: ‘Mike, you’ll be a real good doctor’s wife.’

Ivan Wolffers

Ivan Wolffers is een van de sprekers op het Medisch Contact-live Event De dokter en de dood, op 15 oktober in het NBC in Nieuwegein

  • Ivan Wolffers

    Ivan Wolffers is arts, wetenschapper en schrijver. Zijn ziekte, prostaatkanker, heeft zijn werk- en levenslust niet getemperd, wel zijn inzicht vergroot in de relatie tussen arts en patiënt: een wereld van verschil. Van 2010 tot 2016 schreef hij hierover columns voor Medisch Contact. Deze zijn gebundeld in het boek Kanker en Smiley's.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Als doktersvrouw voelde ik me wat achteloos weggezet in de column van Ivan Wolffers. In een middelgrote praktijk op het platteland zorgden mijn man en één collega 24 uur per dag, 7 dagen in de week, 365 dagen per jaar voor de medische zorg. Dat kon n...iet zonder de steun van hun partners. En wij hadden vier kleine kinderen. Kom daar nu nog eens om. En het was Zorg met een hoofdletter. Van prenataal, bevalling, kinderziektes, ernstig lijden tot en met nazorg na overlijden, kleine ingrepen, psychiatrie, maatschappelijk werk en de medicatie – mijn man was apotheekhoudend huisarts – alles kwam op je pad. Onderschat ook niet de bijbehorende administratie en papierwinkel, met de hand geschreven voordat de computer zijn intrede deed. En je was altijd beschikbaar.
    Ik durf te stellen dat die zorg zorgvuldiger was dan nu, de patiënt was gekend en werd gehoord. Daar was ook tijd voor, geen vijfminutenafspraken. Multifunctioneel inzetbaar noemde ik mezelf en ja ik had een degelijke opleiding tot doktersassistente gehad, maar met gezond verstand, humor, geduld en respect kom je ook een heel eind. De opleiding bleek in de praktijk trouwens minder belangrijk dan competenties als flexibiliteit, zorgvuldigheid, betrouwbaarheid en invoelingsvermogen.
    Ik heb dit werk altijd als mijn beroep gezien maar er nooit salaris voor gehad en nooit fiscaal meegedeeld in ‘de winst’. Het vak doktersvrouw bleek ook alleen maar te verzekeren tegen een idioot hoge premie, dat gaf dan wel weer wat genoegdoening. Nee, Ivan Wolffers, uw column is iets te kort door de bocht. Petje af voor al die verdwenen vrouwen (en een enkele man) die jarenlang met veel liefde bergen werk hebben verzet.
    Sietske Hofman-Rookmaker, partner van huisarts, Workum

  • Jos Rensing

    huisarts, den Haag

    "De doktersvrouw was een voorbeeld van een door mannen gedomineerde samenleving die ervan uitging dat een vrouw zich zomaar dienstbaar opstelt." Aldus Ivan.

    Ik vind dat een beetje overtrokken gecreëerde emancipatie kwestie. Decennia geleden was het... huisartsenvak een mannenvak. Dat konden die mannen ook niet helpen. Hun partners deelden mee in de ook toen bovenmodale revenuen van de praktijk. Maar ja, er moest dan ook waargenomen worden en je had in het beste geval een semafoon, dus de telefoon moest bemenst worden. Van welbewust kiezen voor ook haar eigen zakelijke belang was meer sprake dan van zich schikken in een rol.
    Inderdaad verdween het belang van de partner in het bedrijf van de huisdokter toen de mobiele telefoon betaalbaar werd. Ik ken partners van huisartsen die het destijds betreurden dat hun rol daarmee uitgespeeld raakte.

  • Marianne Verbeek

    huisarts, ROTTERDAM Nederland

    Toen ik 19 jaar geleden begon met mijn huisartsenpraktijk was het mijn man, in het dagelijks leven politieman, die tussen het verschonen van de luiers en het eten koken door de telefoon aannam tijdens de diensten. Hij heeft zelfs nog een cursus gevol...gd bij de Vereniging Huisarts Achterwacht, de enige haan in dat kippenhok! Wat waren we blij met de huisartsenpost in 1998, vanaf toen had het gezin minder last van de diensten.Daarnaast hoort het bij de professionalisering van het vak dat de telefoon niet meer wordt aangenomen door een bijklussende huisartsenvrouw of -man. Toch hebben we nog wel eens heimwee naar die hectische tijd en de smeuige verhalen die het opleverde!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.