Blogs & columns
André Weel
André Weel
3 minuten leestijd
Blog

Burn-out ziet Abraham

Plaats een reactie

Je staat er meestal niet bij stil. Hoe oud is een ziekte of aandoening eigenlijk? Wanneer is die voor het eerst beschreven?

De precieze datum weet ik niet, maar dit jaar mogen wij burn-out feliciteren met zijn (of haar?) vijftigste verjaardag. Best nog wel een jonkie. We kennen ook zijn ouders: Christina Maslach (1946), Amerikaans psycholoog in ruste, en Herbert Freudenberger (1926-1999), Amerikaans psychotherapeut. De eerste ontwikkelde de beroemd geworden vragenlijst MBI (Maslach Burn-out Inventory). De tweede schreef vanaf 1973 vele artikelen en boeken over burn-out. Inmiddels zien wij nog dagelijks mensen om ons heen uitvallen met burn-out. Vaak zijn die maandenlang uit de running. Raar eigenlijk dat er nog steeds discussie is of burn-out als ziekte wel echt bestaat. Hij heeft tot nu toe geen plekje kunnen veroveren in de DSM.

De eerste vermelding van een ziekte zegt natuurlijk niet zoveel over de werkelijke leeftijd. De meeste ziekten zijn ouder dan hun beschrijving. Misschien waren ze bekend onder een andere naam. Maar bij burn-out houd ik het erop dat dat klachtencomplex een typisch jaren-zeventig-fenomeen is. Ik baseer mij op een artikel in het gezaghebbende tijdschrift Medisch Contact van Jan Willem Koten. Dat artikel verscheen nu precies een jaar geleden, op 5 juli 2022. De titel: Burn-out? Impactfactor? Die bestonden niet. De ondertitel: Toenmalig assistent pathologie blikt een halve eeuw terug. De toen 92-jarige auteur geeft ons een kijkje in de opleiding tot patholoog-anatoom in de jaren zestig. Dat was keihard werken, maar over burn-out hoorde je niemand.

Sla het artikel nog eens na! Kotens werkweek begon maandag om 08:00 uur, en eindigde zaterdag om 13:00 uur. In deze 48-urige werkweek moest veel gebeuren, maar het ging allemaal volgens een vast en voorspelbaar weekprogramma met weinig of geen verstoringen. Er was opvallend veel ‘handwerk’: obducties; histologische coupes snijden; coupes met de hand kleuren; vriescoupes snijden; weefselstukjes voor histologie bewerken; PA-rapportages handmatig uitschrijven en voorleggen aan de hoogleraar. Al met al een vaste routine. Pressie om te publiceren was er niet of nauwelijks. Tijdschriften waren nog niet gebrandmerkt door een impactfactor.

In de reacties op Kotens artikel worden twee hypothesen geformuleerd over de afwezigheid van burn-out bij artsen in de jaren zestig. De ene hypothese zegt dat het een generatie-effect is. Wie de oorlog heeft meegemaakt, klaagt niet gauw en werkt gewoon door. De andere zoekt de verklaring in de drastische verandering in de aard van het werk. De arts van nu wordt veel vaker gestoord door telefoon, pieper, e-mail, appjes en wat dies meer zij. Die signalen worden niet door secretaresses weggevangen, en de dokter kan ze niet negeren. De werkdag dreigt een chaos te worden. Het werk is nooit af. Koten kon zaterdag om 13:00 uur de deur achter zich dichttrekken, maar de huidige arts-assistent ligt ’s nachts in bed nog te piekeren of hij niets is vergeten. Te midden van vele collega’s moet hij zich ook nog onderscheiden, carrière maken, publiceren! Het aantal publicaties is een makkelijk meetbare prestatiemaat. Daarbij weegt de impactfactor ook nog stevig mee.

Wat is burn-out eigenlijk? Daarvoor moeten we terug naar de founding father die het allemaal mooi heeft opgeschreven: Herbert Freudenberger. Hij beschrijft burn-out als volgt: To deplete oneself. To exhaust one’s physical and mental resources. To wear oneself out by excessively striving to reach some unrealistic expectation imposed by oneself or by values of the society. In een uitputtingsproces van twaalf fasen glijdt de lijder steeds verder af. Dat proces begint met de drang om jezelf te bewijzen. Je gaat harder werken, je maakt overuren, je verwaarloost je hobby’s en je behoeften. Je wordt ongeduldiger en sneller boos. Familie en vrienden voel je als een belasting.

Ten slotte raak je mentaal ontregeld. Je bent jezelf niet meer. Je voelt een innerlijke leegte. Angstaanvallen treden op. Soms raak je verslaafd. Of depressief: je hebt nergens zin meer in. Niets lukt meer. Er zijn allerlei lichamelijke klachten, waaronder hartklachten. Je bent opgebrand.

En dan te bedenken dat de lijder dit zichzelf allemaal aandoet! De kiem van de burn-out-ellende ligt in een overdreven reactie op de eisen vanuit de omgeving: eisen vanuit het beroep, vrijwilligerswerk, vrijetijdsbesteding (sport!) of familie. Burn-out is eigenlijk een vorm van mentale automutilatie. Pathologisch, toch?

  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.