‘Het krukje’ (2)

Collega Westerhoff viel van zijn kruk toen hij moest constateren dat het praktisch gynaecologisch onderwijs in vijftien jaar niet is veranderd (MC 44/2005: 1771). En dát naar aanleiding van de column Veldwerk van de co-assis­tent Mysterico (MC 39/2005: 1546), die na een enkele keer uitvoeren van speculumonderzoek en vaginaal toucher verzuchtte: ‘Geen flauw idee wat fysiologisch en pathologisch is.’ Kennelijk niet goed opgelet in de voorafgaande jaren. Voorbereiding is het halve werk.

In het geneeskundig curriculum van het Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam - ongetwijfeld hanteren de universitaire medische centra elders in het land een vergelijkbaar curriculum - is er ter voorbereiding van het co-schap verloskunde en vrouwenziekten het Practicum Klinische Vaardigheden (PKV) met theoretisch en praktisch onderricht. Na instructie met behulp van fantomen wordt het gynaecologisch onderzoek in vivo uitgevoerd, waarbij docenten gynaecologisch onderzoek de vaardigheid en attitude aanleren. Vervolgens is er de Introductiecursus Kliniek (ICK), waar wederom aandacht wordt gegeven aan techniek en vaardigheden van het speculumonderzoek en het vaginaal toucher. Van de co-assistent wordt tijdens het aansluitende co-schap dan nog slechts gevraagd van de kruk af te komen om het geleerde in praktijk te brengen. De meesten doen dat ook.

Rotterdam, november 2005