Advies: fiks meer opleidingsplaatsen voor ggz-beroepen

Het Capaciteitsorgaan, dat het ministerie van VWS adviseert bij het ramen van het aantal opleidingsplaatsen, stelt voor 2020-2024 de instroom voor verschillende beroepen in de geestelijke gezondheidszorg te laten groeien.

Voor een aantal beroepen ligt het advies flink hoger dan het vorige advies, uit 2015. Zo zouden er straks jaarlijks 723 gezondheidszorgpsychologen moeten beginnen, tegen nu 524. Ook zouden er meer klinisch psychologen (270, was: 226) en verpleegkundig specialisten ggz met de opleiding mogen beginnen. 

Een belangrijke factor is de trend waarbij steeds meer klinisch psychologen, psychotherapeuten en gz-psychologen niet meer in instellingen, maar als vrijgevestigde gaan werken. Dit doen zij, stelt het Capaciteitsorgaan (CO), omdat zij ontevreden zijn over de werkomstandigheden en werkdruk. Vooral het vertrek van klinisch psychologen uit de ggz-instellingen zal daar een tekort veroorzaken, voorziet het CO. 

Het Capaciteitsorgaan attendeert op de al jaren achterblijvende instroom in de opleidingen tot psychotherapeut en klinisch psycholoog ten opzichte van het aantal door het CO geadviseerde en het aantal door VWS gesubsidieerde opleidingsplaatsen. ‘De tekorten voor deze beroepen lopen op. Met name de vraag naar klinisch psychologen overstijgt momenteel ruim het aanbod. Het subsidiëren van opleidingsplaatsen volgens het huidige kader, blijkt onvoldoende stimulans om de benodigde instroom te realiseren’, aldus het adviesrapport. ‘Aanvullende maatregelen om de instroom in deze opleiding te verhogen lijken noodzakelijk om grote tekorten te voorkomen.’

Minister Bruins wijst erop dat in het kader van het hoofdlijnenakkoord voor de ggz eerder 20 miljoen beschikbaar is gesteld voor het opleiden van extra zorgverleners om de wachttijden in de ggz terug te dringen. ‘Veldpartijen hebben voor de besteding daarvan een plan opgesteld’, schrijft de minister. ‘Dat plan behelst onder meer nog eens 185 extra plaatsen voor het opleiden van gz-psychologen, naast onder andere extra opleidingsplaatsen voor verslavingsartsen en psychiaters. De verwachting is dat het beschikbaar stellen van extra opleidingsplaatsen voor gz-psychologen op termijn ook een gunstig effect heeft op de instroom in de opleiding van klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen waarvoor een vooropleiding tot gz-psycholoog noodzakelijk is.’