Acute lagerugpijn
1 reactieEen 76-jarige vrouw komt op de Spoedeisende Hulp nadat zij ’s nachts tijdens het omdraaien in bed rugpijn heeft gekregen. Ze is bekend met een TIA waarvoor zij clopidogrel gebruikt.
De pijn ontstond plotseling en straalde uit naar beide benen. Bij het neurologisch onderzoek zagen we zwakte van het rechterbeen en gevoelsstoornissen van het gehele rechteronderbeen. Reflexen waren symmetrisch normaal aanwezig. Er waren geen klachten in het rijbroekgebied of mictieproblemen.
Initieel dachten we aan acute lumbago met gerefereerde pijn in het rechterbeen met antalgische beperking, maar de gevoelsstoornissen pasten hier niet bij. Een radiculair syndroom op basis van bijvoorbeeld een hernia nuclei pulposi (HNP) vonden we minder waarschijnlijk omdat de klachten niet waren terug te voeren op één zenuwwortel.
Omdat de klachten niet spontaan verbeterden, werd daags na opname een MRI van de lumbale wervelkolom verricht (zie foto’s). Deze liet een ‘spoelvormige’ intraspinale laesie zien. Hierbij toonde de sagittale T1 en T2 versmalling (tapering) van de durazak rond de superieure en inferieure begrenzing van de laesie. Dit laatste suggereert een extradurale lokalisatie met secundaire druk op de durazak en cauda equina. Voorts toonde de laesie op sagittale T1 een overwegend iso-intense signaalintensiteit (lichtgrijs) en op de T2 een heterogene signaalintensiteit (lichtgrijs en donker). De signaalkarakteristieken van de laesie passende bij bloed (waarschijnlijk acute stadium). Er werd met spoed een laminectomie door de neurochirurgie verricht ter evacuatie van het hematoom. Het klinische beeld herstelde hierna volledig. Het postoperatieve beloop verliep ongecompliceerd en patiënte werd na vijf dagen ontslagen met het advies het gebruik van clopidogrel te continueren.
Acute rugpijn is een veelvoorkomend probleem, maar spontane spinale epidurale hematomen (SSEH) zijn zeldzaam. De prevalentie van lumbago bedraagt 5 procent versus 0,0001 procent voor een spinaal hematoom.1 SSEH komt voornamelijk voor in de dorsale epidurale regio van de cervicothoracale en thoracolumbale wervelkolom. Men denkt dat een veneuze ruptuur hieraan ten grondslag ligt vanwege het ontbreken van veneuze kleppen en hoge bewegelijkheid van de wervelkolom op deze overgangen.2 Dit kan ontstaan na een trauma, maar kan ook spontaan voorkomen. Trombocytenaggregatieremming wordt als bijdragende factor genoemd in 17-30 procent van de gevallen.3 4 Verder zijn gemeld: stollingsstoornissen, arterioveneuze vaatmalformaties, vertebrale hemangiomen en hypertensie. Maar in 40-60 procent van de gevallen kan geen onderliggende risicofactor voor de bloeding worden aangetoond.2
auteurs
Manon Wiersma, aios neurologie, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen
Lisette Ellen, anios neurologie, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen
Erik Hoff, neuroloog, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen
Rob Borghans, radioloog, Zuyderland Medisch Centrum, Heerlen
contact
m.wiersma@zuyderland.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Voetnoten
1. Zhong W, Chen H, You C, Li J, Liu Y, Huang S. Spontaneous spinal epidural haematoma. J clin eurosci 2011;18:1490-94.
2. Figueroa J, DeVine JG. Spontaneous spinal epidural hematoma: literature review. J Spine Surg 2017;3:58-63.
3. Tawk C, El Hajj Moussa M, Zgheib R, et al. Spontaneous epidural hematoma of the spine associated with oral anticoagulants: 3 case studies. Int J Surg Case Rep 2015;13:8-11.
4. Dziedzic T, Kunert P, Krych P, et al. Management and neurological outcome of spontaneous spinal epidural hematoma. J Clin Neurosci 2015;22:726-9.
Huisarts
Leuke casus. Wel echt een beetje flauw dat in de vraag alleen de T1 beelden worden gedeeld terwijl het probleem op de T2 echt super duidelijk is.