Onlineconsult huisartsenpost begrijpelijk in tijden van corona
Plaats een reactieKlaagster is de echtgenote van een overleden patiënt. Verweerster was destijds bestuurder van de huisartsenpost waar zij ook als huisarts werkte. De klacht tegen verweerster in haar hoedanigheid als huisarts betreft het niet (juist) stellen van een diagnose en het verdere handelen bij het onlineconsult. Het college acht alle klachtonderdelen ongegrond.
De patiënt is ziek geworden rond het paasweekend. Op eerste paasdag is er een eerste telefonisch contact met de huisartsenpost. De triagist stelt een onlinecontact met een huisarts voor. Omdat dit technisch niet tot stand komt, volgt er een telefonisch contact met de triagist.
Na een vijfde telefonisch contact rijdt de dan dienstdoende huisarts een visite. Patiënt wordt doorverwezen naar de Spoedeisende Hulp, waar hij overlijdt. Hij bleek een septische discitis te hebben met als gevolg daarvan later een acute bacteriële endocarditis van de mitralisklep.
Vervolgens beoordeelt het college de klachten gericht tegen verweerster in haar hoedanigheid van bestuurder. Ook die zijn ongegrond. Ten tijde van de coronapandemie werd terughoudender omgegaan met fysieke contacten en werd vaker een onlineconsult toegepast.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht- Er zijn nog geen reacties