Klacht tegen bestuursvoorzitter ziekenhuis

Klaagster, die in de loop van deze tuchtprocedure is overleden, is in het ziekenhuis opgenomen geweest. In die periode zijn er decubituswonden op de binnenkant van haar knieën en linkervoet ontstaan. De klachtencommissie heeft de klacht hierover ongegrond verklaard. Bij het tuchtcollege wordt erover geklaagd dat de arts als voorzitter van de raad van bestuur van het ziekenhuis heeft verzuimd de duidelijke misstanden onder zijn personeel te corrigeren en daarom hoofdverantwoordelijke is voor de wanordelijke toestanden in zijn organisatie. Volgens klaagster heeft de klachtencommissie haar bevindingen op verkeerde informatie vanuit het ziekenhuis gebaseerd. Het regionaal tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, omdat onvoldoende is onderbouwd op welke wijze verweerder had moeten veronderstellen dat de klachtencommissie tot een verkeerd oordeel was gekomen. Niet is gebleken dat verweerder onvoldoende toezicht heeft gehouden op de in zijn ziekenhuisorganisatie verleende zorg. Verweerder heeft gehandeld conform de klachtenregeling van het ziekenhuis. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

CTG 18 februari 2016 ECLI:NL:TGZCTG:2016:95