Bedrijfsarts mocht medewerking aan second opinion niet weigeren
Plaats een reactieKlager, bekend met colitis ulcerosa, werd door verweerder (bedrijfsarts) begeleid, nadat hij zich had ziek gemeld. Klager verwijt verweerder dat hij 1) structureel en op onjuiste gronden geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een second opinion, 2) advies heeft gegeven nadat hij geweigerd had klager te onderwerpen aan een inhoudelijk consult en 3) klager op onheuse en discriminatoire wijze heeft benaderd.
In de Arbeidsomstandighedenwet is bepaald dat een bedrijfsarts een verzoek van de werknemer om een second opinion moet honoreren, tenzij zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten.
Dat een second opinion niet het juiste instrument voor klager zou zijn, of geen zin zou hebben in de ogen van verweerder, is onvoldoende om de medewerking aan de second opinion te weigeren. Dat klager het consult wilde opnemen, kan geen reden zijn om een inhoudelijk consult niet te laten plaatsvinden. Ook had verweerder zich bij een dreigend conflict met klager professioneler moeten opstellen. Berisping.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht- Er zijn nog geen reacties