Zorgverzekeraar mag huisarts blijven vermelden als fraudeur
Plaats een reactieEen huisarts uit Weesp die tijdens de coronapandemie een teststraat inrichtte in de garage van zijn praktijk, wordt door zorgverzekeraar CZ beschuldigd van fraude bij het declareren van de coronatests. CZ mag doorgaan met onder meer het verwerken van de gegevens van de huisarts in frauderegisters en delen met andere zorgverzekeraars, zo oordeelt de rechter in een kort geding dat de huisarts heeft aangespannen tegen CZ.
De Weesper huisarts opende in 2020 een testlocatie in de garage van zijn praktijk, die ruim twee jaar in bedrijf was. Hier konden niet alleen zijn eigen patiënten, maar ook patiënten van buiten zijn praktijk terecht voor een coronatest. De tests werden uitgevoerd door medewerkers van het bedrijf HeathCheckCenters. Voor de patiënten van buiten zijn eigen praktijk hanteerde de huisarts het passantentarief. Nadat er bij CZ twee meldingen van patiënten kwamen over deze declaraties – omdat er geen consult met de huisarts had plaatsgevonden – deed de zorgverzekeraar onderzoek. Daaruit kwam dat de huisarts in 2019 slechts drie keer het passantentarief had gehanteerd en in ’20, ’21 en ’22 respectievelijk 1077, 2792 en 1258 keer. Bij CZ is met deze declaraties een bedrag van bijna 160 duizend euro gemoeid. Hoeveel dat bij andere zorgverzekeraars is, is niet bekend.
Geldende afspraken
De huisarts stelt dat hij met het declareren van het passantentarief handelde conform de geldende afspraken en richtlijnen. Hij vindt dat door de handelswijze van CZ zijn goede naam en reputatie ernstig worden geschaad. Hij zegt dat hij financiële schade lijdt, doordat declaraties nu niet meer worden uitbetaald. Ook vindt hij dat CZ zich baseert op onjuiste interpretatie van feiten en onvoldragen onderzoek. Daarom eist hij dat CZ stopt met hem te vermelden als fraudeur en vergelijkbare kwalificaties.
De civiele rechter gaat daar echter niet in mee en oordeelt dat de huisarts niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het passantentarief hanteerde conform de geldende afspraken, richtlijnen en beleidsregels. Een van de voorwaarden voor het hanteren van het passantentarief is dat de patiënt wordt gezien door een (huis)arts. Vaststaat dat er in de testlocatie van de huisarts geen patiëntencontact met deze of een andere arts is geweest. CZ hoeft daarom niet te stoppen met het vermelden van de gegevens van de huisarts.
Chaotische ontwikkelingen
De rechter vindt wel dat de handelingen van de huisarts moeten worden gezien in het licht van de chaotische ontwikkelingen tijdens de coronapandemie. Wat de rechter betreft is bovendien niet gebleken dat de huisarts niet integer gehandeld zou hebben als arts in relatie tot de zorgverzekeraars. Hij heeft immers niet geprobeerd zaken te verhullen en volgens de rechter is ook evident dat de plotselinge stijging van het aantal declaraties in het oog zou springen bij CZ en andere zorgverzekeraars.
Lees ook-
Simone Paauw
Simone Paauw interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse.
- Er zijn nog geen reacties