Weinig zorgmedewerkers gecompenseerd voor postcovid: FNV is verbijsterd

Minder dan de helft van de duizend geschatte zorgmedewerkers die arbeidsongeschikt raakten door postcovid krijgen daadwerkelijk een financiële tegemoetkoming. Dit schrijft demissionair minister Conny Helder (VWS) in een Kamerbrief.

In totaal dienden 806 zorgmedewerkers een aanvraag in bij het ministerie van VWS voor de eenmalige financiële ondersteuning van 15.000 euro, waarvan op 23 januari 2024 de termijn verstreek. 340 aanvragen werden afgewezen, omdat deze niet binnen de doelgroep passen waarvoor de regeling bedoeld is. Op basis van onder meer cijfers van het UWV was de schatting dat ongeveer duizend zorgmedewerkers in aanmerking kwamen. De minister geeft twee mogelijke verklaringen voor het verschil: dat er is gerekend met een te ruime schatting; of dat een deel van de zorgmedewerkers die mogelijk in aanmerking komen niet op tijd is bereikt. Zij overweegt dan ook de regeling te verlengen, maar daarvoor moet zij eerst bekijken of dat in de begroting past.

Vicevoorzitter Kitty Jong van vakbond FNV reageert scherp op de Kamerbrief: ‘We zijn verbijsterd, en enorm geschrokken van de grote hoeveelheid afwijzingen. Hiermee is precies gebeurd waarvoor we gewaarschuwd hadden bij deze te strenge, onredelijke en oneerlijke regeling. Zorghelden die in de frontlinie werkten, hebben in plaats van een beetje compensatie een klap in hun gezicht gekregen.’ Zo vindt de FNV het onterecht dat zorgmedewerkers die tijdens de tweede coronagolf ziek werden niet in aanmerking kwamen. Ook was de periode waarin de aanvraag kon worden gedaan te kort. Bovendien vindt de FNV dat te veel is gekeken naar wat een medewerker op papier voor beroep had, in plaats van wat voor werk hij deed tijdens de pandemie. De FNV roept de Tweede Kamer op de regeling te verruimen en te verlengen.

In een eerdere Kamerbrief liet het ministerie van VWS weten wie er in aanmerking komen voor het bedrag: zorgmedewerkers die vanaf de eerste coronagolf meer dan twee jaar postcovidklachten hebben én arbeidsongeschikt zijn geraakt. Dat laatste moet blijken uit een WIA-beoordeling of een ander vergelijkbaar document. Bovendien dient een arts de postcovidklachten te hebben vastgesteld volgens de NHG-Standaard.