Opnieuw een tuchtzaak vanwege grensoverschrijdend gedrag naar collega

Opnieuw is bij het tuchtcollege een klacht ingediend over grensoverschrijdend gedrag van een arts tegenover een collega. Tijdens een zitting bij het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam op 9 april klaagde een physician assistant (PA) een neurochirurg aan voor grensoverschrijdend gedrag en intimidatie op de werkvloer.

In december 2020 was er appcontact ontstaan tussen de PA, destijds in opleiding, en de neurochirurg. Overigens was de neurochirurg niet haar opleider, maar wel met enige regelmaat supervisor op de afdeling. Begin 2021 zou hij haar onder andere dickpics gestuurd hebben. In augustus 2021 is afgesproken het privécontact te verbreken. Hierna zou de neurochirurg haar geïntimideerd hebben in de vorm van aanstaren, tegenover haar gaan zitten in de overdracht en de deuropening blokkeren. Tijdens de zitting stelde de PA dat hierdoor een onvoldoende professionele werksfeer was ten behoeve van de patiëntenzorg. Zij vindt dat hij medeverantwoordelijk is voor haar uitval op het werk. In september 2022 is in aanwezigheid van een medewerker van Personeelszaken nogmaals afgesproken geen privécontact meer te hebben en dat de neurochirurg een coachingstraject zou volgen. Na een interne klachtenprocedure is een waarschuwing afgegeven vanwege het onvoldoende naleven van de afspraken.

De advocaat van de neurochirurg voerde aan dat de klacht niet ontvankelijk zou zijn voor het tuchtrecht, omdat het om contact in de privésfeer ging, waarbij de patiëntenzorg niet in het gedrang is gekomen. De neurochirurg stelt dat het ging om wederzijds vriendschappelijk, flirterig appcontact. Hij spreekt tegen dat hij dickpics gestuurd zou hebben; hiervan is geen bewijs beschikbaar. Hij was in de veronderstelling dat er sprake was van consensueel contact en herkent zich niet in de voorbeelden van intimiderend gedrag. Hij heeft onlangs dialoogsessies bij een psycholoog afgerond en zal hierna nog een coachingstraject regelen.

Op basis van de tweede tuchtnorm kan een arts ook getoetst worden op gedragingen in de privésfeer, als het gaat om ‘enig ander handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsoefenaar betaamt’. Zo zijn de afgelopen twee jaar drie zaken over grensoverschrijdend gedrag tussen collega’s ontvankelijk verklaard. In de meest recente zaak is een anesthesioloog door een anesthesiemedewerker aangeklaagd voor grensoverschrijdend gedrag, echter is bij deze zaak geen maatregel opgelegd. Een ander voorbeeld is een zaak aangespannen door coassistenten, waarbij een internist geschorst is.

Op 21 mei volgt de uitspraak.