Nieuw kwaliteitsstatuut ggz regelt regiebehandelaarschap

Het heeft ruim vijf jaar geduurd, maar nu is er dan eindelijk een definitief kwaliteitsstatuut voor de geestelijke gezondheidszorg. Heet hangijzer in de afgelopen jaren was het onderdeel regiebehandelaarschap, dat in de plaats komt van het hoofdbehandelaarschap .

Volgens het Zorginstituut bleek in 2019 dat de partijen in de ggz het niet eens konden worden over de rol en taken van de regiebehandelaar. Daardoor kregen cliënten niet altijd (meteen) de beste zorg, stelt het instituut. Al in 2015 werd gewerkt aan het ‘Model kwaliteitsstatuut GGZ’, dat in maart 2016 werd opgenomen in het Register op Zorginzicht. Om het nu wel voor elkaar te krijgen heeft het Zorginstituut haar doorzettingsmacht gebruikt en de Kwaliteitsraad gevraagd een eenduidige omschrijving van het regiebehandelaarschap op te stellen. Zorgaanbieders moeten het nieuwe kwaliteitsstatuur vóór 1 januari invoeren. Dit om de zorg voor cliënten écht te verbeteren, aldus het Zorginstituut in een bericht op de eigen website.

In het nieuwe kwaliteitsstatuut wordt nu uitgegaan van de complexiteit van de geestelijke problemen van patiënten. Die zijn onderverdeeld in categorie A tot en met D, waarbij A de minst complexe situatie is en D een crisissituatie. Voor de goede onderlinge afstemming tussen zorgverleners – vaak zijn er meerdere betrokken bij één patiënt – zijn er twee verschillende rollen van regiebehandelaars omschreven. Namelijk de indicerend regiebehandelaar, die vaststelt wat het probleem van de patiënt is en wat de behandelaar is. De tweede is de coördinerend regiebehandelaar, die de zorg aan de patiënt verleent en organiseert. In het kwaliteitsstatuut is beschreven welke vaardigheden de indicerend en coördinerend regiebehandelaar moet hebben.