Ic-opname door covid-19: meer hersenschade maar zelfde uitkomst
Plaats een reactiePatiënten die wegens covid-19 op de ic zijn opgenomen hebben een halfjaar later vaker een meer microbloedingen op een MRI-hersenscan dan patiënten die alleen op een verpleegafdeling hebben gelegen. Dit schrijven Simona Klinkhammer e.a. in de European Journal of Neurology.
Van de ic-patiënten had 61 procent microbloedingen op de scan terwijl 32 procent van de patiënten op de verpleegafdeling dergelijke schade hadden. Ook bleken ic-patiënten significant méér microbloedingen te hebben. Wat andere afwijkingen betreft waren de MRI-hersenscans vergelijkbaar. Toch blijkt niet dat zij acht tot tien maanden na een ic-opname meer cognitieve, psychische of neurologische problemen hadden dan zij die niet op de ic hebben gelegen. Het hebben van meer microbloedingen op een hersenscan had geen voorspellende waarde voor het ontwikkelen van cognitieve problemen.
Zes ziekenhuizen
De onderzoekers includeerden 101 ic-patiënten en 104 niet-ic-patiënten die tussen maart en juni 2020 wegens een SARS-CoV-2-besmetting waren opgenomen. Er deden zes Nederlandse ziekenhuizen waaronder drie academische centra en drie perifere ziekenhuizen. Minimaal zes maanden na ontslag ondergingen zij een 3 Tesla MRI-hersenscan, neuropsychologische testen en een vragenlijstonderzoek om neurologische klachten, cognitieve klachten, emotionele stress (angst, depressie, PTSS) en algeheel welzijn uit te vragen.
Van alle, dus in totaal 205, geïncludeerde patiënten bleek 41 procent acht tot tien maanden na ontslag te voldoen aan de definitie van cognitief disfunctioneren. Uit de vragenlijsten die de onderzoekers afnamen bleek zo’n 62 procent van de patiënten drie of meer cognitieve klachten te hebben, en 51 procent had nog last van vermoeidheid. De onderzoekers duiden deze zelfrapportage op het postcovidsyndroom.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties