Huisarts krijgt meer tijd voor regelen toezichthouders
2 reactiesHuisartsenpraktijken hoeven komend jaar nog niet meteen te voldoen aan een plicht om interne toezichthouders te benoemen. Dat is een tweede tegemoetkoming die demissionair minister Conny Helder bereid is te doen om huisartsen te ontlasten.
Helder schreef onlangs al aan de Tweede Kamer dat ze bereid was om de nieuwe toezichthoudersplicht, die volgt uit de Wet toetreding nieuwe zorgaanbieders (Wtza), te versoepelen. Die wet schrijft voor dat zorgaanbieders vanaf een bepaald aantal medewerkers, drie onafhankelijke interne toezichthouders moeten aanwijzen. Ook grotere huisartsenpraktijken vielen aanvankelijk onder die plicht, die per komende januari geldt.
Maar bij VWS zijn klachten binnengekomen dat deze plicht als niet proportioneel wordt ervaren. Ook zouden er zorgcentra zijn die proberen zich aan die plicht te onttrekken door zich anders te organiseren. Onder andere de Eerstelijnscoalitie en praktijkhoudend huisarts Arno Krijgsman hebben hierop gewezen.
Uitstel
Helder wil nu kijken of ze de grens kan verhogen van het aantal medewerkers dat leidt tot deze toezichthoudersplicht. Totdat dit wettelijk is geregeld, is ze wel bereid om zorgaanbieders alvast tegemoet te komen, geeft een woordvoerder van VWS aan. Dat betekent in de praktijk dat huisartsenpraktijken niet al per januari aan die plicht hoeven te voldoen, maar daar langer de tijd voor krijgen. Hoelang extra hangt samen met de tijd die Helder nodig heeft om de wet aan te passen; zij verwacht zelf halverwege volgend jaar meer duidelijkheid te bieden. Uitvoeringsinstantie CIBG zal later deze week nog met een toelichting komen over hoe elke zorgaanbieder met het uitstel van deze plicht moet omgaan.
Verder heeft Helder inmiddels definitief besloten dat huisartsenpraktijken niet hoeven te voldoen aan de jaarverantwoordingsplicht over boekjaren 2022 en 2023, een nieuwe plicht die ook uit de Wtza volgde. Dat voornemen kondigde ze al in de zomer onder voorbehoud aan.
Lees ook
G.R.I. Slock
huisarts, Sluis
Terechte verzuchting van collega Gobel : er zijn straks meer mensen die toezicht houden op de zorg dan er zorgverleners zijn, en dan vragen we ons waarom de zorg duurder wordt...
We krijgen al permanent toezicht van de zorgverzekeraar om onze S2 en ...S3 gelden te krijgen, de inspectie en het tuchtcollege liggen op de loer en we hebben elke 5 jaar herregistratie met visitatie.
De normen van de eigen beroepsgroep worden elk jaar veeleisender en we moeten permanent innoveren, er blijft steeds minder tijd over om voor de patiënt te zorgen. Vanuit economisch perspectief bezien nog niet eens zo erg want het ouderwetse patiëntencontact is het slechtst betaalde deel van het werk. Innovatieplannen schrijven en digitale spielerei leveren veel meer op. Kijk maar naar de commerciële huisartsenketens, de virtuele huisarts is de trieste toekomst.
A. G?bel
Huisarts
In gedachten ga ik terug naar mijn eigen huisarts in de jaren 1970-1990. Hij had één spreekkamer en de assistente, meestal de echtgenote, zat in een uitgebouwde kast onder de trap met een typemachine en een telefoon.
Als ik aan hem had moeten uitle...ggen dat hij een paar decennia later in zijn uitgebouwde garage drie interne toezichthouders zou moeten benoemen en een financiële jaarverantwoording zou moeten publiceren, dat hij zijn weekenddiensten doet op door fusies ontstane 'spoedpleinen', dat hij geld krijgt om 'het andere gesprek' te gaan voeren om meer tijd voor de patiënt te hebben, dat hij enquetes naar collega's moet sturen om zijn registratie te verlengen, dat hij met al die collega's op dezelfde groene kaart krabbelt via de computer, dat er 'digitale versnellingsgelden' bestaan, dat iedereen voortdurend tegen hem roept dat de zorg verandert en dat hij moet mee veranderen... Als ik dat allemaal aan hem vertel terwijl hij mevrouw Jansen met een niersteenaanval binnenlaat, en straks om 5 uur dienst heeft, zal hij naar zijn hoofd wijzen en zeggen 'doe jij eens even heel gauw normaal en stoor me niet bij mijn werk, ik heb meer te doen'. Hij zal daar aan toevoegen: 'dat veranderen ken ik al sinds ik begon. Iedereen heeft het steeds over veranderen en dat er veel op ons af komt en dat we daar in mee moeten gaan. Dat we de boot niet moeten missen. Maar in essentie is er maar één boot, en dat is de zorg die ik elke dag lever en die vaart al 60 jaar een bewonderenswaardig betrouwbare koers. Alleen de poppetjes die er omheen dansen - zwemmen, dus eigenlijk - dié veranderen steeds. De managers, de coördinatoren, de verzekeraars, de minister, de voorzitter. Het enige wat niet verandert is dat ik per dag 30 patiënten help en straks dienst heb op de huisartsenpost en ik hier morgen weer zit. Dat is al 60 jaar hetzelfde. Alle partijen die kletsen over verandering zouden moeten applaudisseren dat wij de boot op koers houden door elke dag IN de zorg te werken, in plaats van AAN. Dus bespaar me je gelul over veranderingen en dat ik daarop zou moeten inspelen. Het gaat alleen om geldstromen en dat is van alle tijden. Als ik morgen niet naar mijn praktijk ga, of straks niet naar de post, worden de patiënten niet geholpen. Dan staan alle verandermanagers met hun bek vol tanden omdat ze hun handen niet kunnen laten wapperen. En als je het goed vindt ga ik nu naar de huisartsenpost want mijn dienst begint ober 10 minuten"