Diagnostiek gaat beperkende factor worden in oncologie
Plaats een reactieEr komen steeds meer oncologische geneesmiddelen beschikbaar die maar voor een klein deel van de patiënten geschikt zijn. Op dit moment vinden we die patiënten niet eens, zegt oncoloog Emile Voest.
Tot voor kort, ‘in het chemotijdperk’, was een gebrek aan medicamenteuze behandelopties een groot probleem bij de behandeling van patiënten met kanker, zegt internist-oncoloog Emile Voest (Antoni van Leeuwenhoek). ‘Nu komen er veel medicamenten aan en is het vinden van patiënten die daar baat bij kunnen hebben de beperkende factor aan het worden.’ Voest legt uit: ‘De EMA (Europese geneesmiddelautoriteit, red.) heeft enkele NTRK-remmers goedgekeurd voor behandeling van tumoren met bepaalde genetische eigenschappen. We denken dat er in Nederland jaarlijks zo’n vijftig tot zeventig mensen baat bij zouden kunnen hebben. Maar we vinden ze niet.’
Het gaat hier over personalized medicine: zoek uit welke moleculaire eigenschappen een tumor heeft, en zoek daar het geneesmiddel bij. Daar is in Nederland via onder meer het Center for Personalized Cancer Treatment (CPCT) al veel ervaring mee opgedaan. In dat programma wordt bij alle patiënten met uitgezaaide kanker getest of er sprake is van bepaalde mutaties in het tumorweefsel waarvoor doelgerichte medicijnen beschikbaar zijn. Wat Voest betreft zou bij élke patiënt met uitgezaaide kanker uitgebreide genetische screening moeten plaatsvinden: ‘Sommige mutaties waarvoor medicijnen beschikbaar zijn, komen maar bij één op de duizend patiënten voor. Dan kun je zeggen: moet je daarvoor dan zoveel mensen testen? Ik vind van wel, want je wilt iemand niet een potentieel goede behandeling onthouden. Daarom moeten we het net breed uitgooien.’
In samenwerking met Hartwig Medical Foundation wordt in het AVL bij patiënten met uitgezaaide kanker daarom nu whole genome sequencing (WGS) verricht. Is zo’n brede – en vrij dure – test zinnige inzet van geld? Voest: ‘Ja, dat denk ik wel. Er zullen de komende tijd steeds meer doelwitten voor medicijnen worden geïdentificeerd. Het duurt echter jaren om voor elk doelwit een nieuwe test te ontwikkelen en in alle verschillende laboratoria te implementeren. We kunnen wel goedkoper testen op een panel van bijvoorbeeld een paar honderd genen die we nu al kennen, maar dan vallen toekomstige doelwitgenen erbuiten. We weten gelukkig dat als je bij aanvang van de behandeling van kanker een relevante mutatie identificeert, die bij 95 procent van de patiënten tijdens latere fases aanwezig blijft.’ Voest zet de kosten ook af tegen die van de behandeling: ‘We hebben het hier over dure geneesmiddelen. Dan is een paar duizend euro voor een WGS weinig geld.’
Een uitgebreide genetische screening is tot nu echter geen vergoede zorg. Zoals gezegd ondergaan veel patiënten in het AVL de test wel, maar, zegt Voest: ‘Ik maak me zorgen over de zorgongelijkheid in Nederland. Er zijn grote verschillen in hoe en wat er wordt getest en daarmee hoe je als patiënt gevonden kunt worden voor een doelgerichte behandeling. Als AVL kunnen we dit niet voor heel Nederland doen. Daarom maken we ons er hard voor dat WGS vergoed gaat worden voor alle patiënten met uitgezaaide kanker.’ Een initiatiefnota daarover is woensdag 10 februari in de VWS-commissie van de Tweede Kamer behandeld. Volgens een woordvoerder van het AVL lijkt er brede steun te zijn voor vergoeding, maar is het wachten op een rapport van Zorginstituut Nederland hierover.
Wat Voest betreft zou een volgende stap zijn om alle genetische en klinische gegevens – welke behandeling is met welk resultaat ingezet – van patiënten in een centraal register op te slaan. ‘Binnen enkele jaren zouden we dan de grootste database van de wereld hebben, waarmee we goed kunnen aantonen wat de effecten van toegespitste behandelingen zijn. We zijn als Nederland een voorloper als het gaat om gepersonaliseerde kankerbehandeling, met initiatieven zoals het CPCT. Ik zou het jammer vinden als we dat kwijtraken.’
lees ook- Er zijn nog geen reacties