Betekenis van herinfectie SARS-CoV-2 nog onduidelijk
Plaats een reactie
Dat herbesmetting met SARS-CoV-2 kan optreden, wordt steeds duidelijker. De vraag is of dit wijst op een falende afweerreactie.
Via een persbericht dat door een journalist via Twitter werd verspreid, kwam maandag naar buiten dat een man van 33 jaar, afkomstig uit Hongkong, voor de tweede keer besmet was geraakt met SARS-CoV-2. In maart belandde hij met milde covid-19-klachten in het ziekenhuis. Hij ging op reis naar Europa, kwam half augustus – zonder symptomen – terug naar Hongkong, en testte daar positief op corona. Het virus dat de man toen bij zich droeg bleek genetisch zodanig van de eerste keer te verschillen, dat er sprake moet zijn van een herinfectie, en dus niet van een sluimerende infectie. Het is nog niet bekend of het virus ook op te kweken is, en of deze man dus anderen kan besmetten. Naderhand volgden ook meldingen van herbesmettingen in Nederland en België, waarover minder details bekend zijn gemaakt.
Niet verrassend
Hoogleraar immunologie van vaccinaties Debbie van Baarle doet onder meer bij het RIVM onderzoek naar de afweerreactie die SARS-CoV-2 oproept. Zij vindt het niet verrassend dat herinfecties met het virus mogelijk zijn. ‘Dit zie je bij veel virale infecties. Dat kan verschillende oorzaken hebben: de immuniteit neemt na verloop van tijd af, of het virus is zo veranderd dat de afweer het niet meer herkent.’
Het is volgens Van Baarle in dit geval niet te zeggen wat er aan de hand is: ‘Wijst deze casus erop dat een milde infectie geen immuniteit oproept? Dat zou je kunnen zeggen, aangezien de man blijkbaar opnieuw besmet is geraakt. Anderzijds heeft hij geen symptomen ontwikkeld. Het zou dus kunnen dat hij tijdens de eerste, mild verlopen infectie weinig antilichamen heeft aangemaakt. Daardoor kon het virus een tweede keer binnenkomen en zich in enkele cellen delen. Waarna de geheugencellen het wél herkenden en antilichamen aanmaakten, waardoor de infectie alsnog in de kiem is gesmoord.’
Volgens microbioloog Kelvin To, die het nieuws over de patiënt uit Hongkong naar buiten bracht en toelichtte, bewijst de casus dat tenminste een deel van de patiënten niet levenslang beschermd is na ziekte. Én dat vaccins geen levenslange bescherming zullen bieden. Van Baarle vindt het te vroeg om daar uitspraken over te doen: ‘Ik vind het op zich geruststellend dat hij een tweede keer niet zieker is geworden dan de eerste keer. Dat kan in theorie namelijk gebeuren, als gedeeltelijke binding aan antistoffen de infectie bevordert. Dat is niet opgetreden. Dan is het waarschijnlijker dat hij toch iets van geheugenimmuniteit heeft opgebouwd. Jammer genoeg weten we op dit moment nog te weinig van de afweerreactie en het opbouwen van immuniteit bij dit virus.’
Steriele immuniteit
Sterker nog, zegt Van Baarle: ‘Deze casus kan erop duiden dat steriele immuniteit, dat een pathogeen niet eens het lichaam binnenkomt omdat het meteen wordt aangevallen door antilichamen; waarschijnlijk niet optreedt na een eerdere infectie. De hoeveelheid antilichamen neemt immers af. Zolang er maar wel geheugen B- of T-cellen zijn die het pathogeen herkennen en een snelle afweerreactie in gang zetten, hoeft dat niet erg te zijn. Maar precies weten we het niet, omdat we mensen meestal niet testen als ze geen symptomen hebben. Nu zitten we er zo bovenop, dat we ook asymptomatische besmettingen vinden.’
De bevindingen van microbioloog Kelvin Kai-Wang To e.a. van de universiteit van Hongkong zijn nog niet gepubliceerd. Volgens de onderzoekers is een artikel inmiddels geaccepteerd door Clinical Infectious Diseases.
lees ook-
Bekijk het dossier dossier Covid-19
- Er zijn nog geen reacties