Apenpokken neemt toe, mogelijk ook asymptomatische overdracht
Plaats een reactieHet aantal gevallen van apenpokken in Nederland neemt gestaag toe. Daarnaast blijkt uit recent onderzoek dat het virus mogelijk ook asymptomatisch wordt overgedragen. Dit suggereert een Belgisch onderzoek dat op 24 juni in preprint verscheen in The Lancet.
De onderzoekers screenden via een grote soapolikliniek retrospectief de anale swabs en keelswabs van 224 mannen, die voor chlamydia- en gonorroescreening waren afgenomen, met een apenpokkenspecifieke PCR. Hieruit bleek dat drie mannen een positieve anale PCR hadden en alle drie gaven zij aan geen klachten te hebben gehad in de weken voor en na de afname. Geen van hun contacten ontwikkelden apenpokken en ook gaven zij niet aan blootgesteld te zijn aan apenpokken.
Brigitte van Cleef, arts infectieziektebestrijding bij de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM, over de studie: ‘Het is een interessante bevinding, en het is goed om rekening te houden met mogelijke asymptomatische transmissie. We weten wel dat respiratoire overdracht via druppels mogelijk is, maar dat is een minder belangrijke besmettingsroute. De transmissie lijkt vooralsnog voornamelijk te gaan via intensief lichamelijk contact, waaronder seks. Bij bron- en contactonderzoek blijken we nu niet altijd een bron te kunnen vinden: dat kan zowel komen doordat iemand anonieme seksuele contacten heeft, maar asymptomatische transmissie zou ook een rol kunnen spelen. We weten alleen nog niet hoe groot die rol is.’
‘Huisartsen: raadpleeg de LCI-richtlijn’
‘We zien de laatste weken een stabiele stijging van het aantal gevallen van apenpokken in Nederland. Deze hadden we ook verwacht ondanks de maatregelen van leefregels en bron- en contactonderzoek’, zegt Van Cleef. ‘Hoe het verloop van de uitbraak er gaat uitzien is zeer onzeker. Apenpokken is lastiger te modelleren dan bijvoorbeeld covid-19 door de langere incubatietijd en de andere manier van transmissie.’ Het is in dit stadium vooral ook belangrijk dat behandelaren zoals de huisarts het ziektebeeld weten te herkennen, aangezien een deel van de mensen met klachten zich daar meldt. Het RIVM wijst huisartsen dan ook op de LCI-richtlijn apenpokken die alle informatie over bijvoorbeeld het ziektebeeld en de persoonlijke beschermingsmaatregelen bij afname van swabs geeft. En over hoe de ziekte gemeld moet worden bij de GGD, ook bij een verdenking moet dat al namelijk. En bij twijfel: bel de regionale GGD. ‘De GGD kan dan meedenken in de aanpak en sommige GGD’s doen ook zelf bemonstering.’
Vaccinaties
Minister Kuipers kondigde in een Kamerbrief op 7 juli jl. aan dat hij het RIVM en de uitvoerders de opdracht heeft gegeven zo spoedig mogelijk te beginnen met het vaccineren van een groep van ongeveer tweeduizend personen uit de hiv-PrEP-doelgroep in Amsterdam. Ook wil hij dat zij voorbereidingen treffen om uit te breiden naar ‘de gehele hoogrisicogroep, bestaande uit MSM en transgenders, waarvan specifiek diegene die hiv-PrEP gebruiken of hiervoor op de wachtlijst staan, hiv-positief zijn met een hoog risico op soa of bekend zijn bij de soapoli met een hoog risico op soa in Nederland.’ Dit zijn in totaal ongeveer 32 duizend personen.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties