Laatste nieuws
C.J. in ‘t Veld
1 minuut leestijd

Wat wel en niet mag van de NMa

1 reactie

Aan het door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) gewraakte beleid van huisartsenpraktijken ligt o zo gezond verstand ten grondslag (MC 16/2010: 700). Het kenmerk van de huisartsgeneeskunde is immers dat de patiënt dichtbij het woonadres medische hulp en advies kan krijgen. Dat en niets anders ligt ten grondslag aan het opnemen in het patiëntenbestand van personen en gezinnen vanuit een bepaald postcodegebied.

De omvang van de praktijk is een ander argument: een praktijk waar te veel patiënten staan ingeschreven, verliest aan kwaliteit (bereikbaarheid, beschikbaarheid).

Ook het voeren van overleg bij het overstappen van een patiënt of een gezin naar een andere praktijk heeft een achtergrond van gezond verstand: ten eerste kan een onderliggend probleem in de relatie goed worden besproken en ten tweede kan het zo zijn dat huisarts en patiënt elkaar later in een waarneemsituatie opnieuw treffen. Een goede vertrouwensbasis is dan essentieel.

Ik mag hopen dat de NMa deze argumenten tot zich neemt en dat wijsheid het wint van tekortschietend marktdenken.

Brielle, april 2010
C.J. in ‘t Veld, huisarts


Lees ook

  • Brievenrubriek

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • B.R. de Klijn

    , ELLECOM

    NMa heeft gelijk met kartelvorming huisartsen
    Toen ik in 1994, 4 jaar nadat ik mijn huisartspraktijk had overgedaan, mij opnieuw wilde vestigen als huisarts, werd mij dat onmogelijk gemaakt door de voorwaarden van de LHV:
    1. 800 op naam ingeschrev...en patiënten. Ik had op dat moment alleen particuliere patiënten, die dus niet officieel ingeschreven waren.
    2. Aansluiting bij de plaatselijke HAGRO en een waarnemingsregeling. De HAGRO weigerde beide.
    Mijn registratie werd daarop (onder protest) beëindigd en er zat dus niets anders op dan consultatief arts te blijven.
    Het is mij gelukt mij als zelfstandig arts te handhaven, maar velen zouden onder deze omstandigheden een betrekking in loondienst gezocht hebben.

    Volgens mij moet vestiging als huisarts vrij zijn en afhankelijk van zijn/haar prestaties of het lukt om een praktijk op te bouwen. Ik kan me voorstellen, dat de waarnemingsregeling pas kan ingaan, als de collega’s voldoende vertrouwen hebben gekregen in de kwaliteit van de vestigende arts, zoals ook in het verleden, toen het eerste jaar van de vestiging nog niet werd waargenomen. Door een jaar lang 24 uur beschikbaar te moeten zijn werd ook de standvastigheid van de nieuw gevestigde getest. Maar ook als de huisartsengroep niet zou willen waarnemen, kan een huisarts zelf voor waarneming zorgen door een waarnemer in te huren. Dat is een kenmerk van een vrij beroep, dat men zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. De LHV mag best regels stellen aan de kwaliteit van de dienstverlening, zoals het aantal spreekuren en de inrichting van de praktijk, maar niet aan de te kiezen therapie en de uren , die de arts niet zou mogen werken.
    Ik zou het toejuichen als de NMa aan deze kartelvorming een eind zou maken, al komt dat voor mij te laat.

    BR de Klyn. Arts
    24-5-2010

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.