Laatste nieuws
Wim Vlaanderen
3 minuten leestijd
over de grens

Tropenarts in Zambia

Plaats een reactie

Nederlandse overheid torpedeert opleiding gezondheidswerkers



Als gevolg van het besluit van de vorige minister van Ontwikkelingssamenwerking wordt sinds 2001 de uitzending van Nederlandse artsen naar Afrikaanse landen gestaakt. In het kielzog daarvan stoppen ook particuliere organisaties als Cordaid. Een van de getroffen landen is Zambia. De algemene gezondheidstoestand is er belabberd: malaria, cholera, ondervoeding, tuberculose en aids eisen een hoge tol. De under five mortality rate is 197 per 1000, de maternal mortality is officieel 649 (in sommige streken meer dan 1000) per 100.000 geboorten. Op een bevolking van ongeveer 11 miljoen telt Zambia 694 artsen en tandartsen, van wie de meesten in de hoofdstad Lusaka werken. Op het platteland zijn drie artsen op 100.000 inwoners beschikbaar. De terugtrekking van de ongeveer 25 Nederlandse artsen


is rampzalig voor honderdduizenden Zambianen. Er is geen schijn van kans dat ze kunnen worden vervangen door Zambiaanse artsen; die zijn er gewoon niet.

Er zijn wel 1241 Clinical Officers (CO’s). Zij worden geacht na een driejarige opleiding de eerstelijnsgeneeskunde grotendeels zelfstandig te kunnen uitoefenen. Ook de tweedelijnsgeneeskunde, geleverd door districtsziekenhuizen, zou nauwelijks kunnen functioneren zonder CO’s. Door hun aanwezigheid komen de spaarzame artsen niet helemaal om in het werk. Het systeem werkt uitstekend, zolang er goede supervisie is. Er zijn ook ‘specialisten’: er bestaan vervolgopleidingen voor CO’s in de anesthesie, oogheelkunde en psychiatrie. Een tweejarige vervolgopleiding tot Medical Licentiate (bijna-arts) is juist gestart in Zambia.

De opleiding tot CO vindt in Zambia plaats aan het


Chainama College of Health Sciences in Lusaka. Jaarlijks levert dit College zo’n tachtig CO’s, niet voldoende maar in elk geval een onmisbaar contingent. Van 1995 tot 2001 was ik daar docent. Toen werd aangekondigd dat de minister van Ontwikkelingssamenwerking de personele assistentie voor het grootste deel wilde afbouwen, was ik nog zo naïef om te denken dat een opleidingsinstituut voor lokale gezondheidswerkers wel als allerlaatste het slachtoffer zou worden van deze regeling. Het mocht niet zo zijn. Hoewel een zeer gekwalificeerde opvolger voor mij klaarstond, ging zijn uitzending niet door, evenmin als vervanging van de andere Nederlandse arts eind 2001. Einde verhaal!


Hoe kun je dit uitleggen aan de staf en de studenten van het College als je het zelf niet eens begrijpt. Jawel, er zijn wel mensen beschikbaar, en nee, geld is niet het probleem. Waarom dan? Werkte het niet? Het werkte meer dan uitstekend. Onze aanwezigheid werkte als katalysator bij het op gang brengen van de nodige verbeteringen in de opleiding: het curriculum werd herschreven,


practica gereorganiseerd, toelatingsprocedures gestandaardiseerd en probleemgestuurd onderwijs geïntroduceerd.


Een officieel werkbudget krijg je niet mee als ontwikkelingswerker, maar het is niet al te moeilijk wat particuliere hulpbronnen aan te boren om leermiddelen aan te schaffen, een studiebeurzenfonds op te richten, en als de nood erg hoog is


wat contanten te bemachtigen om als College het einde van het jaar te halen zonder dat de studenten geheel verhongeren. Chainama College was tot vorig jaar vrijwel het enige onderwijsinstituut in Zambia dat erin slaagde ongeveer de gewenste aantallen te laten afstuderen en bovendien hun niveau te verbeteren. Veel energie werd gestoken in de voorbereiding van de vervolgopleiding. Het heeft gewerkt, en waarom moest dit dan toch stoppen? Het antwoord dat we moesten geven, verklaarde in Zambiaanse ogen alles: ‘De politiek heeft het besloten.’ Ah, natuurlijk de politiek. De politiek staat in Zambia voor ondoorgrondelijkheid en onbetrouwbaarheid, voor valse beloften en loze toezeggingen, voor willekeur en arrogantie.

Als troostprijs krijgt het Chainama College nu een zak met geld van de Nederlandse overheid: vijf jaar lang - 227.000. Het valt echter te vrezen dat zonder een Nederlandse hand aan de knip het nuttig effect van deze hulp gering zal zijn. In een land waar een arts in overheidsdienst nog geen - 200 per maand verdient, is de verleiding tot ‘creatief boekhouden’ natuurlijk erg groot. Zonder twijfel zal de volgende bewindsman in Den Haag hier na
enige tijd ook weer een eind aan maken. En zo wordt Zambia dubbel getroffen, direct door het vertrek van de Nederlandse artsen, indirect doordat de hulp aan de opleiding van hun lokale vervangers wordt getorpedeerd. Over good government gesproken.


 

over de grens tuberculose
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.